Bible verses about "morning prayer" | DSV_Strongs

Job 1:1-22

  1 H1961 H8804 Er was H376 een man H776 in het land H5780 Uz H8034 , zijn naam H347 was Job H1931 ; en dezelve H376 man H1961 H8804 was H8535 oprecht H3477 , en vroom H3373 H430 , en godvrezende H5493 H8802 , en wijkende H4480 van H7451 het kwaad.
  2 H7651 En hem werden zeven H1121 zonen H7969 en drie H1323 dochteren H3205 H8735 geboren.
  3 H1961 H8799 Daartoe was H4735 zijn vee H7651 zeven H505 duizend H6629 schapen H7969 , en drie H505 duizend H1581 kemelen H2568 H3967 , en vijfhonderd H6776 juk H1241 ossen H2568 H3967 , en vijfhonderd H860 ezelinnen H5657 ; ook was zijn dienstvolk H3966 zeer H7227 veel H1931 ; zodat deze H376 man H1419 groter H1961 H8799 was H4480 dan H1121 al die H6924 van het oosten.
  4 H1121 En zijn zonen H1980 H8804 gingen H6213 H8804 , en maakten H4960 maaltijden H376 in ieders H1004 huis H3117 op zijn dag H7971 H8804 ; en zij zonden henen H7121 H8804 , en nodigden H7969 hun drie H269 zusteren H5973 , om met H398 H8800 hen te eten H8354 H8800 en te drinken.
  5 H1961 H8799 Het geschiedde H3588 dan, als H3117 de dagen H4960 der maaltijden H5362 H8689 omgegaan waren H347 , dat Job H7971 H8799 henenzond H6942 H8762 , en hen heiligde H1242 en des morgens H7925 H8689 vroeg opstond H5930 , en brandofferen H5927 H8689 offerde H3605 [naar] hun aller H4557 getal H3588 ; want H347 Job H559 H8804 zeide H194 : Misschien H1121 hebben mijn kinderen H2398 H8804 gezondigd H430 , en God H3824 in hun hart H1288 H8765 gezegend H3602 . Alzo H6213 H8799 deed H347 Job H3605 al H3117 die dagen.
  6 H1961 H8799 Er was H3117 nu een dag H1121 , als de kinderen H430 Gods H935 H8799 kwamen H5921 , om zich voor H3068 den HEERE H3320 H8692 te stellen H7854 , dat de satan H1571 ook H8432 in het midden H935 H8799 van hen kwam.
  7 H559 H8799 Toen zeide H3068 de HEERE H413 tot H7854 den satan H4480 : Van H370 waar H935 H8799 komt gij H7854 ? En de satan H6030 H8799 antwoordde H3068 den HEERE H559 H8799 , en zeide H4480 : Van H7751 H8800 om te trekken H776 op de aarde H4480 , en van H1980 H8692 die te doorwandelen.
  8 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H413 tot H7854 den satan H3820 : Hebt gij [ook] acht H7760 H8804 geslagen H5921 op H5650 Mijn knecht H347 Job H3588 ? Want H369 niemand is H776 op de aarde H3644 gelijk H376 hij, een man H8535 oprecht H3477 en vroom H3373 H430 , godvrezende H5493 H8802 en wijkende H4480 van H7451 het kwaad.
  9 H6030 H8799 Toen antwoordde H7854 de satan H3068 den HEERE H559 H8799 , en zeide H2600 : Is het om niet H347 , dat Job H430 God H3372 H8804 vreest?
  10 H3808 Hebt Gij niet H7753 H8804 een betuining gemaakt H1157 voor H1157 hem, en voor H1004 zijn huis H1157 , en voor H3605 al H834 wat H4480 H5439 hij heeft rondom H4639 ? Het werk H3027 zijner handen H1288 H8765 hebt Gij gezegend H4735 , en zijn vee H6555 H8804 is [in] [menigte] uitgebroken H776 in den lande.
  11 H199 Maar H4994 toch H7971 H0 strek H3027 nu Uw hand H7971 H8798 uit H5060 H8798 , en tast aan H3605 alles H834 , wat H518 hij heeft; zo H3808 hij U niet H5921 in H6440 Uw aangezicht H1288 H8762 zal zegenen?
  12 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H413 tot H7854 den satan H2009 : Zie H3605 , al H834 wat H3027 hij heeft, zij in uw hand H7535 ; alleen H413 aan H7971 H0 hem strek H3027 uw hand H408 niet H7971 H8799 uit H7854 . En de satan H3318 H8799 ging uit H4480 H5973 van H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN.
  13 H1961 H8799 Er was H3117 nu een dag H1121 , als zijn zonen H1323 en zijn dochteren H398 H8802 aten H3196 , en wijn H8354 H8802 dronken H1004 in het huis H251 van hun broeder H1060 , den eerstgeborene.
  14 H4397 Dat een bode H413 tot H347 Job H935 H8804 kwam H559 H8799 , en zeide H1241 : De runderen H1961 H8804 waren H2790 H8802 ploegende H860 , en de ezelinnen H7462 H8802 weidende H5921 aan H3027 hun zijden.
  15 H7614 Doch de Sabeers H5307 H8799 deden een inval H3947 H8799 , en namen H5221 H8689 ze, en sloegen H5288 de jongeren H6310 met de scherpte H2719 des zwaards H589 ; en ik H7535 ben maar H909 alleen H4422 H8735 ontkomen H5046 H8687 , om het u aan te zeggen.
  16 H2088 Als deze H5750 nog H1696 H8764 sprak H935 H8802 , zo kwam H2088 een ander H559 H8799 , en zeide H784 : Het vuur H430 Gods H5307 H8804 viel H4480 uit H8064 den hemel H1197 H8799 , en ontstak H6629 onder de schapen H5288 en onder de jongeren H398 H8799 , en verteerde H589 ze; en ik H7535 ben maar H909 alleen H4422 H8735 ontkomen H5046 H8687 , om het u aan te zeggen.
  17 H2088 Als deze H5750 nog H1696 H8764 sprak H935 H8802 , zo kwam H2088 een ander H559 H8799 , en zeide H3778 : De Chaldeen H7760 H8804 stelden H7969 drie H7218 hopen H6584 H8799 , en vielen H5921 op H1581 de kemelen H3947 H8799 aan, en namen H5221 H8689 ze, en sloegen H5288 de jongeren H6310 met de scherpte H2719 des zwaards H589 ; en ik H7535 ben maar H909 alleen H4422 H8735 ontkomen H5046 H8687 , om het u aan te zeggen.
  18 H2088 Als deze H5704 nog H1696 H8764 sprak H935 H8802 , zo kwam H2088 een ander H559 H8799 , en zeide H1121 : Uw zonen H1323 en uw dochteren H398 H8802 aten H8354 H8802 , en dronken H3196 wijn H1004 , in het huis H251 van hun broeder H1060 , den eerstgeborene;
  19 H2009 En zie H1419 , een grote H7307 wind H935 H8804 kwam H4480 van H5676 over H4057 de woestijn H5060 H8799 , en stiet H702 aan de vier H6438 hoeken H1004 van het huis H5307 H8799 , en het viel H5921 op H5288 de jongelingen H4191 H8799 , dat ze stierven H589 ; en ik H7535 ben maar H909 alleen H4422 H8735 ontkomen H5046 H8687 , om het u aan te zeggen.
  20 H6965 H0 Toen stond H347 Job H6965 H8799 op H7167 H8799 , en scheurde H4598 zijn mantel H1494 H8799 , en schoor H7218 zijn hoofd H5307 H8799 , en viel H776 op de aarde H7812 H8691 , en boog zich neder;
  21 H559 H8799 En hij zeide H6174 : Naakt H4480 ben ik uit H517 mijner moeders H990 buik H3318 H8804 gekomen H6174 , en naakt H8033 zal ik daarhenen H7725 H8799 wederkeren H3068 . De HEERE H5414 H8804 heeft gegeven H3068 , en de HEERE H3947 H8804 heeft genomen H8034 ; de Naam H3068 des HEEREN H1961 H8799 zij H1288 H8794 geloofd!
  22 H2063 In dit H3605 alles H2398 H8804 zondigde H347 Job H5414 H0 niet, en schreef H430 Gode H3808 niets H8604 ongerijmds H5414 H8804 toe.

Psalms 5:1-12

  1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H413 , op H5155 de Nechiloth H3068 . [05:2] O HEERE H238 H0 , neem H561 mijn redenen H238 H8685 ter ore H995 H8798 ; versta H1901 mijn overdenking.
  2 H7181 H8685 [05:3] Merk op H6963 de stem H7773 mijns geroeps H4428 , o mijn Koning H430 en mijn God H3588 ! Want H413 tot H6419 H8691 U zal ik bidden.
  3 H1242 [05:4] Des morgens H3068 , HEERE H6963 , zult Gij mijn stem H8085 H8799 horen H1242 ; des morgens H6186 H8799 zal ik [mij] tot U schikken H6822 H8762 , en wacht houden.
  4 H3588 [05:5] Want H859 Gij H3808 zijt geen H410 God H2655 , Die lust heeft H7562 aan goddeloosheid H7451 ; de boze H3808 zal bij U niet H1481 H8799 verkeren.
  5 H1984 H8802 [05:6] De onzinnigen H5048 zullen voor H5869 Uw ogen H3808 niet H3320 H8691 bestaan H8130 H8804 ; Gij haat H3605 alle H6466 H8802 werkers H205 der ongerechtigheid.
  6 H1696 H8802 H3577 [05:7] Gij zult de leugensprekers H6 H8762 verdoen H376 ; van den man H1818 des bloeds H4820 en des bedrogs H3068 heeft de HEERE H8581 H8762 een gruwel.
  7 H589 [05:8] Maar ik H7230 zal door de grootheid H2617 Uwer goedertierenheid H1004 in Uw huis H935 H8799 ingaan H7812 H8691 ; ik zal mij buigen H413 naar H1964 het paleis H6944 Uwer heiligheid H3374 , in Uw vreze.
  8 H3068 [05:9] HEERE H5148 H8798 ! Leid mij H6666 in Uw gerechtigheid H4616 , om H8324 H8802 mijner verspieders H3474 H8685 wil; richt H1870 Uw weg H6440 voor mijn aangezicht.
  9 H3588 [05:10] Want H6310 in hun mond H369 is niets H3559 H8737 rechts H7130 , hun binnenste H1942 is enkel verderving H1627 , hun keel H6605 H8803 is een open H6913 graf H3956 , met hun tong H2505 H8686 vleien zij.
  10 H816 H8685 [05:11] Verklaar hen schuldig H430 , o God H5307 H8799 ; laat hen vervallen H4480 van H4156 hun raadslagen H5080 H8685 ; drijf hen henen H7230 om de veelheid H6588 hunner overtredingen H3588 , want H4784 H8804 zij zijn wederspannig tegen U.
  11 H8055 H8799 [05:12] Maar laat verblijd zijn H3605 allen H2620 H8802 , die op U betrouwen H5769 , tot in eeuwigheid H7442 H8762 ; laat hen juichen H5921 , omdat Gij hen H5526 H8686 overdekt H5970 H8799 ; en laat in U van vreugde opspringen H8034 , die Uw Naam H157 H8802 liefhebben.
  12 H3588 [05:13] Want H3068 Gij, HEERE H6662 , zult den rechtvaardige H1288 H8762 zegenen H7522 ; Gij zult hem met goedgunstigheid H5849 H8799 kronen H6793 , als met een rondas.

Psalms 5:7

  7 H589 [05:8] Maar ik H7230 zal door de grootheid H2617 Uwer goedertierenheid H1004 in Uw huis H935 H8799 ingaan H7812 H8691 ; ik zal mij buigen H413 naar H1964 het paleis H6944 Uwer heiligheid H3374 , in Uw vreze.

Psalms 51:1-19

  1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H5030 . [051:2] Toen de profeet H5416 Nathan H935 H8800 tot hem was gekomen H1339 , nadat hij tot Bathseba H935 H8804 was ingegaan H2603 H8798 . [051:3] Wees mij genadig H430 , o God H2617 ! naar Uw goedertierenheid H4229 H8798 ; delg H6588 mijn overtreding H7230 uit, naar de grootheid H7356 Uwer barmhartigheden.
  2 H3526 H8761 [051:4] Was H7235 H8685 mij wel H5771 van mijn ongerechtigheid H2891 H8761 , en reinig H2403 mij van mijn zonde.
  3 H3045 H8799 [051:5] Want ik ken H6588 mijn overtredingen H2403 , en mijn zonde H8548 is steeds voor mij.
  4 H2398 H8804 [051:6] Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd H6213 H8804 , en gedaan H7451 , dat kwaad H5869 is in Uw ogen H6663 H8799 ; opdat Gij rechtvaardig zijt H1696 H8800 in Uw spreken H2135 H8799 , [en] rein zijt H8199 H8800 in Uw richten.
  5 H5771 [051:7] Zie, ik ben in ongerechtigheid H2342 H8797 geboren H2399 , en in zonde H517 heeft mij mijn moeder H3179 H8765 ontvangen.
  6 H2654 H8804 [051:8] Zie, Gij hebt lust H571 tot waarheid H2910 in het binnenste H5640 H8803 , en in het verborgene H3045 H0 maakt Gij H2451 mij wijsheid H3045 H8686 bekend.
  7 H2398 H8762 [051:9] Ontzondig H231 mij met hysop H2891 H8799 , en ik zal rein zijn H3526 H8762 ; was H3835 H8686 mij, en ik zal witter zijn H7950 dan sneeuw.
  8 H8342 [051:10] Doe mij vreugde H8057 en blijdschap H8085 H8686 horen H6106 ; dat de beenderen H1523 H8799 zich verheugen H1794 H8765 , [die] Gij verbrijzeld hebt.
  9 H5641 H8685 [051:11] Verberg H6440 Uw aangezicht H2399 van mijn zonden H4229 H8798 , en delg uit H5771 al mijn ongerechtigheden.
  10 H1254 H8798 [051:12] Schep H2889 mij een rein H3820 hart H430 , o God H2318 H8761 ! en vernieuw H7130 in het binnenste H3559 H8737 van mij een vasten H7307 geest.
  11 H7993 H8686 [051:13] Verwerp H6440 mij niet van Uw aangezicht H3947 H8799 , en neem H6944 Uw Heiligen H7307 Geest niet van mij.
  12 H7725 H8685 [051:14] Geef mij weder H8342 de vreugde H3468 Uws heils H5081 ; en de vrijmoedige H7307 geest H5564 H8799 ondersteune mij.
  13 H6586 H8802 [051:15] Zo zal ik den overtreders H1870 Uw wegen H3925 H8762 leren H2400 ; en de zondaars H7725 H8799 zullen zich tot U bekeren.
  14 H5337 H8685 [051:16] Verlos H1818 mij van bloedschulden H430 , o God H430 , Gij, God H8668 mijns heils H3956 ! zo zal mijn tong H6666 Uw gerechtigheid H7442 H8762 vrolijk roemen.
  15 H136 [051:17] Heere H6605 H8799 , open H8193 mijn lippen H6310 , zo zal mijn mond H8416 Uw lof H5046 H8686 verkondigen.
  16 H2654 H8799 [051:18] Want Gij hebt geen lust H2077 tot offerande H5414 H8799 , anders zou ik ze geven H5930 ; in brandofferen H7521 H8799 hebt Gij geen behagen.
  17 H2077 [051:19] De offeranden H430 Gods H7665 H8737 zijn een gebroken H7307 geest H7665 H8737 ; een gebroken H1794 H8737 en verslagen H3820 hart H430 zult Gij, o God H959 H8799 ! niet verachten.
  18 H3190 H8685 [051:20] Doe wel H6726 bij Sion H7522 naar Uw welbehagen H1129 H8799 ; bouw H2346 de muren H3389 van Jeruzalem op.
  19 H2654 H8799 [051:21] Dan zult Gij lust hebben H2077 aan de offeranden H6664 der gerechtigheid H5930 , aan brandoffer H5930 en een offer H3632 , dat gans H6499 verteerd wordt; dan zullen zij varren H5927 H8686 offeren H4196 op Uw altaar.

Psalms 104:30

  30 H7971 H8762 Zendt Gij H7307 Uw Geest H1254 H8735 uit, zo worden zij geschapen H2318 H8762 , en Gij vernieuwt H6440 het gelaat H127 des aardrijks.

Mark 12:29

  29 G1161 En G2424 Jezus G611 G5662 antwoordde G846 hem G3754 : G4413 Het eerste G3956 van al G1785 de geboden G191 G5720 is: Hoor G2474 , Israel G2962 ! de Heere G2257 , onze G2316 God G2076 G5748 , is G1520 een enig G2962 Heere.

Luke 1:79

  79 G2014 G5658 Om te verschijnen G2521 G5740 dengenen, die gezeten zijn G1722 in G4655 duisternis G2532 en G4639 schaduw G2288 des doods G2257 ; om onze G4228 voeten G2720 G5658 te richten G1519 op G3598 den weg G1515 des vredes.

Luke 12:35

  35 G2077 G Laat G5216 uw G3751 lendenen G4024 G5772 omgord G2077 G5749 zijn G2532 , en G3088 de kaarsen G2545 G5746 brandende.

Genesis 1:1-31

  1 H7225 In den beginne H1254 H8804 schiep H430 God H853 den H8064 hemel H853 en de H776 aarde.
  2 H776 De aarde H1961 H8804 nu was H8414 woest H922 en ledig H2822 , en duisternis H5921 H6440 [was] op H8415 den afgrond H7307 ; en de Geest H430 Gods H7363 H8764 zweefde H5921 H6440 op H4325 de wateren.
  3 H430 En God H559 H8799 zeide H1961 H8799 : Daar zij H216 licht H1961 H8799 ! en daar werd H216 licht.
  4 H430 En God H7200 H8799 zag H853 het H216 licht H3588 , dat H2896 het goed H430 [was]; en God H914 H8686 maakte scheiding H996 tussen H216 het licht H996 en tussen H2822 de duisternis.
  5 H430 En God H7121 H8799 noemde H216 het licht H3117 dag H2822 , en de duisternis H7121 H8804 noemde Hij H3915 nacht H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H259 , de eerste H3117 dag.
  6 H430 En God H559 H8799 zeide H1961 H8799 : Daar zij H7549 een uitspansel H8432 in het midden H4325 der wateren H1961 H8799 ; en dat make H914 H8688 scheiding H996 tussen H4325 wateren H4325 en wateren!
  7 H430 En God H6213 H8799 maakte H7549 dat uitspansel H914 H8686 , en maakte scheiding H996 tussen H4325 de wateren H834 , die H8478 onder H7549 het uitspansel H996 [zijn], en tussen H4325 de wateren H834 , die H5921 boven H7549 het uitspansel H1961 H8799 [zijn]. En het was H3651 alzo.
  8 H430 En God H7121 H8799 noemde H7549 het uitspansel H8064 hemel H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H8145 , de tweede H3117 dag.
  9 H430 En God H559 H8799 zeide H4325 : Dat de wateren H8478 van onder H8064 den hemel H413 in H259 een H4725 plaats H6960 H8735 vergaderd worden H3004 , en dat het droge H7200 H8735 gezien worde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  10 H430 En God H7121 H8799 noemde H3004 het droge H776 aarde H4723 , en de vergadering H4325 der wateren H7121 H8804 noemde Hij H3220 zeeen H430 ; en God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  11 H430 En God H559 H8799 zeide H776 : Dat de aarde H1876 H8686 uitschiete H1877 grasscheutjes H6212 , kruid H2233 H2232 H8688 zaadzaaiende H6529 , vruchtbaar H6086 geboomte H6213 H8802 , dragende H6529 vrucht H4327 naar zijn aard H834 , welks H2233 zaad H5921 daarin zij op H776 de aarde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  12 H776 En de aarde H3318 H8686 bracht voort H1877 grasscheutjes H6212 , kruid H2233 H2232 H8688 zaadzaaiende H4327 naar zijn aard H6529 H6213 H8802 , en vruchtdragend H6086 geboomte H2233 , welks H4327 zaad daarin was, naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  13 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H7992 , de derde H3117 dag.
  14 H430 En God H559 H8799 zeide H3974 : Dat er lichten H1961 H8799 zijn H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H914 H8687 , om scheiding te maken H996 tussen H3117 den dag H996 en tussen H3915 den nacht H1961 H8799 ; en dat zij zijn H226 tot tekenen H4150 en tot gezette tijden H3117 , en tot dagen H8141 en jaren!
  15 H1961 H8799 En dat zij zijn H3974 tot lichten H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H215 H8687 , om licht te geven H5921 op H776 de aarde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  16 H430 God H6213 H8799 dan maakte H8147 die twee H1419 grote H3974 lichten H1419 ; dat grote H3974 licht H4475 tot heerschappij H3117 des daags H6996 , en dat kleine H3974 licht H4475 tot heerschappij H3915 des nachts H3556 ; ook de sterren.
  17 H430 En God H5414 H8799 stelde H853 ze H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H215 H8687 , om licht te geven H5921 op H776 de aarde.
  18 H4910 H8800 En om te heersen H3117 op den dag H3915 , en in den nacht H914 H8687 , en om scheiding te maken H996 tussen H216 het licht H996 en tussen H2822 de duisternis H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  19 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H7243 , de vierde H3117 dag.
  20 H430 En God H559 H8799 zeide H4325 : Dat de wateren H8317 H8799 overvloediglijk voortbrengen H8318 een gewemel H2416 van levende H5315 zielen H5775 ; en het gevogelte H5774 H8787 vliege H5921 boven H776 de aarde H5921 H6440 , in H7549 het uitspansel H8064 des hemels!
  21 H430 En God H1254 H8799 schiep H1419 de grote H8577 walvissen H3605 , en alle H2416 levende H7430 H8802 wremelende H5315 ziel H834 , welke H4325 de wateren H8317 H8804 overvloediglijk voortbrachten H4327 , naar haar aard H3605 ; en alle H3671 gevleugeld H5775 gevogelte H4327 naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  22 H430 En God H1288 H8762 zegende H853 ze H559 H8800 , zeggende H6509 H8798 : Zijt vruchtbaar H7235 H8798 , en vermenigvuldigt H4390 H8798 , en vervult H4325 de wateren H3220 in de zeeen H5775 ; en het gevogelte H7235 H8799 vermenigvuldige H776 op de aarde!
  23 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H2549 , de vijfde H3117 dag.
  24 H430 En God H559 H8799 zeide H776 : De aarde H3318 H0 brenge H2416 levende H5315 zielen H3318 H8686 voort H4327 , naar haar aard H929 , vee H7431 , en kruipend H2416 , en wild gedierte H776 der aarde H4327 , naar zijn aard H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  25 H430 En God H6213 H8799 maakte H2416 het wild gedierte H776 der aarde H4327 naar zijn aard H929 , en het vee H4327 naar zijn aard H3605 , en al H7431 het kruipend gedierte H127 des aardbodems H4327 naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  26 H430 En God H559 H8799 zeide H6213 H0 : Laat Ons H120 mensen H6213 H8799 maken H6754 , naar Ons beeld H1823 , naar Onze gelijkenis H7287 H8799 ; en dat zij heerschappij hebben H1710 over de vissen H3220 der zee H5775 , en over het gevogelte H8064 des hemels H929 , en over het vee H3605 , en over de gehele H776 aarde H3605 , en over al H7431 het kruipend gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H7430 H8802 kruipt.
  27 H430 En God H1254 H8799 schiep H120 den mens H6754 naar Zijn beeld H6754 ; naar het beeld H430 van God H1254 H8804 schiep Hij H853 hem H2145 ; man H5347 en vrouw H1254 H8804 schiep Hij H853 ze.
  28 H430 En God H1288 H8762 zegende H853 hen H430 , en God H559 H8799 zeide H6509 H8798 tot hen: Weest vruchtbaar H7235 H8798 , en vermenigvuldigt H4390 H8798 , en vervult H776 de aarde H3533 H8798 , en onderwerpt haar H7287 H8798 , en hebt heerschappij H1710 over de vissen H3220 der zee H5775 , en over het gevogelte H8064 des hemels H3605 , en over al H2416 het gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H7430 H8802 kruipt!
  29 H430 En God H559 H8799 zeide H2009 : Ziet H3605 , Ik heb ulieden al H2233 H2232 H8802 het zaadzaaiende H6212 kruid H5414 H8804 gegeven H834 , dat H5921 H6440 op H3605 de ganse H776 aarde H853 [is], en H3605 alle H6086 geboomte H834 , in hetwelk H2233 H2232 H8802 zaadzaaiende H6086 H6529 boomvrucht H1961 H8799 is; het zij H402 u tot spijze!
  30 H3605 Maar aan al H2416 het gedierte H776 der aarde H3605 , en aan al H5775 het gevogelte H8064 des hemels H3605 , en aan al H7430 H8802 het kruipende gedierte H5921 op H776 de aarde H834 , waarin H2416 een levende H5315 ziel H3605 [is], [heb] [Ik] al H3418 het groene H6212 kruid H402 tot spijze H1961 H8799 [gegeven]. En het was H3651 alzo.
  31 H430 En God H7200 H8799 zag H3605 al H834 wat H6213 H8804 Hij gemaakt had H2009 , en ziet H3966 , [het] [was] zeer H2896 goed H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H8345 , de zesde H3117 dag.

Job 38:12

  12 H4480 Hebt gij van H3117 uw dagen H1242 den morgenstond H6680 H8765 geboden H7837 ? Hebt gij den dageraad H4725 zijn plaats H3045 H8765 gewezen;

Psalms 19:14

  14 H561 [019:15] Laat de redenen H6310 mijns monds H1902 , en de overdenking H3820 mijns harten H7522 welbehagelijk H6440 zijn voor Uw aangezicht H3068 , o HEERE H6697 , mijn Rotssteen H1350 H8802 en mijn Verlosser!

Psalms 57:8

  8 H5782 H8798 [057:9] Waak op H3519 , mijn eer H5782 H8798 ! waak op H5035 , gij, luit H3658 en harp H7837 ! ik zal in den dageraad H5782 H8686 opwaken.

Psalms 91:5-7

  5 H3372 H8799 Gij zult niet vrezen H6343 voor den schrik H3915 des nachts H2671 , voor den pijl H3119 , die des daags H5774 H8799 vliegt;
  6 H1698 Voor de pestilentie H652 , die in de donkerheid H1980 H8799 wandelt H6986 ; voor het verderf H6672 , dat op den middag H7736 H8799 verwoest.
  7 H6654 Aan uw zijden H505 zullen er duizend H5307 H8799 vallen H7233 , en tien duizend H3225 aan uw rechterhand H5066 H8799 ; tot u zal het niet genaken.

Proverbs 8:17

  17 H157 H8799 Ik heb lief H157 H8802 , die Mij liefhebben H7836 H8764 ; en die Mij vroeg zoeken H4672 H8799 , zullen Mij vinden.

Psalms 119:105

  105 H1697 Nun. Uw woord H5216 is een lamp H7272 voor mijn voet H216 , en een licht H5410 voor mijn pad.

Psalms 63:1-11

  1 H4210 Een psalm H1732 van David H4057 , als hij was in de woestijn H3063 van Juda H430 . [063:2] O God H410 ! Gij zijt mijn God H7836 H8762 ! ik zoek H5315 U in den dageraad; mijn ziel H6770 H8804 dorst H1320 naar U; mijn vlees H3642 H8804 verlangt H776 naar U, in een land H6723 , dor H5889 en mat H1097 , zonder H4325 water.
  2 H6944 [063:3] Voorwaar, ik heb U in het heiligdom H2372 H8804 aanschouwd H7200 H8800 , ziende H5797 Uw sterkheid H3519 en Uw eer;
  3 H2617 [063:4] Want Uw goedertierenheid H2896 is beter H2416 dan het leven H8193 ; mijn lippen H7623 H8762 zouden U prijzen.
  4 H1288 H8762 [063:5] Alzo zou ik U loven H2416 in mijn leven H8034 ; in Uw Naam H3709 zou ik mijn handen H5375 H8799 opheffen.
  5 H5315 [063:6] Mijn ziel H2459 zou als met smeer H1880 en vettigheid H7646 H8799 verzadigd worden H6310 , en mijn mond H1984 H8762 zou roemen H7445 met vrolijk zingende H8193 lippen.
  6 H2142 H8804 [063:7] Als ik Uwer gedenk H3326 op mijn legerstede H1897 H8799 , zo peins ik H821 aan U in de nachtwaken.
  7 H5833 [063:8] Want Gij zijt mij een hulp H6738 geweest; en in de schaduw H3671 Uwer vleugelen H7442 H8762 zal ik vrolijk zingen.
  8 H5315 [063:9] Mijn ziel H1692 H8804 kleeft H310 U achteraan H3225 ; Uw rechterhand H8551 H8804 ondersteunt mij.
  9 H5315 [063:10] Maar dezen, [die] mijn ziel H1245 H8762 zoeken H7722 tot verwoesting H935 H8799 , zullen komen H8482 in de onderste plaatsen H776 der aarde.
  10 H5064 H8686 [063:11] Men zal hen storten H3027 door het geweld H2719 des zwaards H7776 ; zij zullen de vossen H4521 ten deel worden.
  11 H4428 [063:12] Maar de koning H430 zal zich in God H8055 H8799 verblijden H7650 H8737 ; een iegelijk, die bij Hem zweert H1984 H8691 , zal zich beroemen H6310 ; want de mond H1696 H8802 H8267 der leugensprekers H5534 H8735 zal gestopt worden.

Mark 1:35

  35 G2532 En G4404 des morgens vroeg G3029 , als het nog diep G1773 in den nacht G450 G5631 was, opgestaan zijnde G1831 G5627 , ging Hij uit G2532 , en G565 G5627 ging henen G1519 in G2048 een woeste G5117 plaats G4336 G5711 , en bad G2546 aldaar.

Psalms 5:3

  3 H1242 [05:4] Des morgens H3068 , HEERE H6963 , zult Gij mijn stem H8085 H8799 horen H1242 ; des morgens H6186 H8799 zal ik [mij] tot U schikken H6822 H8762 , en wacht houden.

Psalms 90:14

  14 H7646 H8761 Verzadig H1242 ons in den morgenstond H2617 met Uw goedertierenheid H7442 H8762 , zo zullen wij juichen H8055 H8799 , en verblijd zijn H3117 in al onze dagen.

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.