Bible verses about "new day" | DSV_Strongs

Genesis 1:1-31

  1 H7225 In den beginne H1254 H8804 schiep H430 God H853 den H8064 hemel H853 en de H776 aarde.
  2 H776 De aarde H1961 H8804 nu was H8414 woest H922 en ledig H2822 , en duisternis H5921 H6440 [was] op H8415 den afgrond H7307 ; en de Geest H430 Gods H7363 H8764 zweefde H5921 H6440 op H4325 de wateren.
  3 H430 En God H559 H8799 zeide H1961 H8799 : Daar zij H216 licht H1961 H8799 ! en daar werd H216 licht.
  4 H430 En God H7200 H8799 zag H853 het H216 licht H3588 , dat H2896 het goed H430 [was]; en God H914 H8686 maakte scheiding H996 tussen H216 het licht H996 en tussen H2822 de duisternis.
  5 H430 En God H7121 H8799 noemde H216 het licht H3117 dag H2822 , en de duisternis H7121 H8804 noemde Hij H3915 nacht H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H259 , de eerste H3117 dag.
  6 H430 En God H559 H8799 zeide H1961 H8799 : Daar zij H7549 een uitspansel H8432 in het midden H4325 der wateren H1961 H8799 ; en dat make H914 H8688 scheiding H996 tussen H4325 wateren H4325 en wateren!
  7 H430 En God H6213 H8799 maakte H7549 dat uitspansel H914 H8686 , en maakte scheiding H996 tussen H4325 de wateren H834 , die H8478 onder H7549 het uitspansel H996 [zijn], en tussen H4325 de wateren H834 , die H5921 boven H7549 het uitspansel H1961 H8799 [zijn]. En het was H3651 alzo.
  8 H430 En God H7121 H8799 noemde H7549 het uitspansel H8064 hemel H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H8145 , de tweede H3117 dag.
  9 H430 En God H559 H8799 zeide H4325 : Dat de wateren H8478 van onder H8064 den hemel H413 in H259 een H4725 plaats H6960 H8735 vergaderd worden H3004 , en dat het droge H7200 H8735 gezien worde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  10 H430 En God H7121 H8799 noemde H3004 het droge H776 aarde H4723 , en de vergadering H4325 der wateren H7121 H8804 noemde Hij H3220 zeeen H430 ; en God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  11 H430 En God H559 H8799 zeide H776 : Dat de aarde H1876 H8686 uitschiete H1877 grasscheutjes H6212 , kruid H2233 H2232 H8688 zaadzaaiende H6529 , vruchtbaar H6086 geboomte H6213 H8802 , dragende H6529 vrucht H4327 naar zijn aard H834 , welks H2233 zaad H5921 daarin zij op H776 de aarde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  12 H776 En de aarde H3318 H8686 bracht voort H1877 grasscheutjes H6212 , kruid H2233 H2232 H8688 zaadzaaiende H4327 naar zijn aard H6529 H6213 H8802 , en vruchtdragend H6086 geboomte H2233 , welks H4327 zaad daarin was, naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  13 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H7992 , de derde H3117 dag.
  14 H430 En God H559 H8799 zeide H3974 : Dat er lichten H1961 H8799 zijn H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H914 H8687 , om scheiding te maken H996 tussen H3117 den dag H996 en tussen H3915 den nacht H1961 H8799 ; en dat zij zijn H226 tot tekenen H4150 en tot gezette tijden H3117 , en tot dagen H8141 en jaren!
  15 H1961 H8799 En dat zij zijn H3974 tot lichten H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H215 H8687 , om licht te geven H5921 op H776 de aarde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  16 H430 God H6213 H8799 dan maakte H8147 die twee H1419 grote H3974 lichten H1419 ; dat grote H3974 licht H4475 tot heerschappij H3117 des daags H6996 , en dat kleine H3974 licht H4475 tot heerschappij H3915 des nachts H3556 ; ook de sterren.
  17 H430 En God H5414 H8799 stelde H853 ze H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H215 H8687 , om licht te geven H5921 op H776 de aarde.
  18 H4910 H8800 En om te heersen H3117 op den dag H3915 , en in den nacht H914 H8687 , en om scheiding te maken H996 tussen H216 het licht H996 en tussen H2822 de duisternis H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  19 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H7243 , de vierde H3117 dag.
  20 H430 En God H559 H8799 zeide H4325 : Dat de wateren H8317 H8799 overvloediglijk voortbrengen H8318 een gewemel H2416 van levende H5315 zielen H5775 ; en het gevogelte H5774 H8787 vliege H5921 boven H776 de aarde H5921 H6440 , in H7549 het uitspansel H8064 des hemels!
  21 H430 En God H1254 H8799 schiep H1419 de grote H8577 walvissen H3605 , en alle H2416 levende H7430 H8802 wremelende H5315 ziel H834 , welke H4325 de wateren H8317 H8804 overvloediglijk voortbrachten H4327 , naar haar aard H3605 ; en alle H3671 gevleugeld H5775 gevogelte H4327 naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  22 H430 En God H1288 H8762 zegende H853 ze H559 H8800 , zeggende H6509 H8798 : Zijt vruchtbaar H7235 H8798 , en vermenigvuldigt H4390 H8798 , en vervult H4325 de wateren H3220 in de zeeen H5775 ; en het gevogelte H7235 H8799 vermenigvuldige H776 op de aarde!
  23 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H2549 , de vijfde H3117 dag.
  24 H430 En God H559 H8799 zeide H776 : De aarde H3318 H0 brenge H2416 levende H5315 zielen H3318 H8686 voort H4327 , naar haar aard H929 , vee H7431 , en kruipend H2416 , en wild gedierte H776 der aarde H4327 , naar zijn aard H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  25 H430 En God H6213 H8799 maakte H2416 het wild gedierte H776 der aarde H4327 naar zijn aard H929 , en het vee H4327 naar zijn aard H3605 , en al H7431 het kruipend gedierte H127 des aardbodems H4327 naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  26 H430 En God H559 H8799 zeide H6213 H0 : Laat Ons H120 mensen H6213 H8799 maken H6754 , naar Ons beeld H1823 , naar Onze gelijkenis H7287 H8799 ; en dat zij heerschappij hebben H1710 over de vissen H3220 der zee H5775 , en over het gevogelte H8064 des hemels H929 , en over het vee H3605 , en over de gehele H776 aarde H3605 , en over al H7431 het kruipend gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H7430 H8802 kruipt.
  27 H430 En God H1254 H8799 schiep H120 den mens H6754 naar Zijn beeld H6754 ; naar het beeld H430 van God H1254 H8804 schiep Hij H853 hem H2145 ; man H5347 en vrouw H1254 H8804 schiep Hij H853 ze.
  28 H430 En God H1288 H8762 zegende H853 hen H430 , en God H559 H8799 zeide H6509 H8798 tot hen: Weest vruchtbaar H7235 H8798 , en vermenigvuldigt H4390 H8798 , en vervult H776 de aarde H3533 H8798 , en onderwerpt haar H7287 H8798 , en hebt heerschappij H1710 over de vissen H3220 der zee H5775 , en over het gevogelte H8064 des hemels H3605 , en over al H2416 het gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H7430 H8802 kruipt!
  29 H430 En God H559 H8799 zeide H2009 : Ziet H3605 , Ik heb ulieden al H2233 H2232 H8802 het zaadzaaiende H6212 kruid H5414 H8804 gegeven H834 , dat H5921 H6440 op H3605 de ganse H776 aarde H853 [is], en H3605 alle H6086 geboomte H834 , in hetwelk H2233 H2232 H8802 zaadzaaiende H6086 H6529 boomvrucht H1961 H8799 is; het zij H402 u tot spijze!
  30 H3605 Maar aan al H2416 het gedierte H776 der aarde H3605 , en aan al H5775 het gevogelte H8064 des hemels H3605 , en aan al H7430 H8802 het kruipende gedierte H5921 op H776 de aarde H834 , waarin H2416 een levende H5315 ziel H3605 [is], [heb] [Ik] al H3418 het groene H6212 kruid H402 tot spijze H1961 H8799 [gegeven]. En het was H3651 alzo.
  31 H430 En God H7200 H8799 zag H3605 al H834 wat H6213 H8804 Hij gemaakt had H2009 , en ziet H3966 , [het] [was] zeer H2896 goed H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H8345 , de zesde H3117 dag.

Genesis 1:1

  1 H7225 In den beginne H1254 H8804 schiep H430 God H853 den H8064 hemel H853 en de H776 aarde.

Genesis 2:1-3

  1 H3615 H8792 Alzo zijn volbracht H8064 de hemel H776 en de aarde H3605 , en al H6635 hun heir.
  2 H430 Als nu God H7637 op den zevenden H3117 dag H3615 H8762 volbracht had H4399 Zijn werk H834 , dat H6213 H8804 Hij gemaakt had H7673 H8799 , heeft Hij gerust H7637 op den zevenden H3117 dag H3605 van al H4399 Zijn werk H834 , dat H6213 H8804 Hij gemaakt had.
  3 H430 En God H7637 heeft den zevenden H3117 dag H1288 H8762 gezegend H853 , en dien H6942 H8762 geheiligd H3588 ; omdat H7673 H8804 Hij op denzelven gerust heeft H3605 van al H4399 Zijn werk H834 , hetwelk H430 God H1254 H8804 geschapen had H6213 H8800 , om te volmaken.

Psalms 30:5

  5 H7281 [030:6] Want een ogenblik H639 is er in Zijn toorn H2416 , [maar] een leven H7522 in Zijn goedgunstigheid H6153 ; des avonds H3885 H8799 vernacht H1065 het geween H1242 , maar des morgens H7440 is er gejuich.

Ecclesiastes 3:11

  11 H3303 Hij heeft ieder ding schoon H6213 H8804 gemaakt H6256 op zijn tijd H5769 ; ook heeft Hij de eeuw H3820 in hun hart H5414 H8804 gelegd H1097 , zonder dat H120 een mens H4639 het werk H430 , dat God H6213 H8804 gemaakt heeft H4672 H8799 , kan uitvinden H7218 , van het begin H5490 tot het einde toe.

Jeremiah 29:11

  11 H3045 H8804 Want Ik weet H4284 de gedachten H2803 H8802 , die Ik over u denk H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H4284 , gedachten H7965 des vredes H7451 , en niet des kwaads H5414 H8800 , dat Ik u geve H319 het einde H8615 en de verwachting.

Malachi 1:11

  11 H3588 Maar H4480 van H4217 den opgang H8121 der zon H5704 tot H3996 haar ondergang H8034 , zal Mijn Naam H1419 groot H1471 zijn onder de heidenen H3605 ; en aan alle H4725 plaats H8034 zal Mijn Naam H6999 H8716 reukwerk H5066 H8716 toegebracht worden H2889 , en een rein H4503 spijsoffer H3588 ; want H8034 Mijn Naam H1419 zal groot H1471 zijn onder de heidenen H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen.

2 Corinthians 5:17

  17 G5620 Zo dan G1536 , indien iemand G1722 in G5547 Christus G2537 is, die is een nieuw G2937 schepsel G744 ; het oude G3928 G5627 is voorbijgegaan G2400 G5628 , ziet G3956 , het is alles G2537 nieuw G1096 G5754 geworden.

1 Corinthians 14:33

  33 G1063 Want G2316 God G2076 G5748 is G3756 geen G181 [God] van verwarring G235 , maar G1515 van vrede G5613 , gelijk G1722 in G3956 al G1577 de Gemeenten G40 der heiligen.

Psalms 91:1-16

  1 H5643 Die in de schuilplaats H5945 des Allerhoogsten H3427 H8802 is gezeten H3885 H8698 , die zal vernachten H6738 in de schaduw H7706 des Almachtigen.
  2 H3068 Ik zal tot den HEERE H559 H8799 zeggen H4268 : Mijn Toevlucht H4686 en mijn Burg H430 ! mijn God H982 H8799 , op Welken ik vertrouw!
  3 H5337 H8686 Want Hij zal u redden H6341 van den strik H3353 des vogelvangers H1942 , van de zeer verderfelijke H1698 pestilentie.
  4 H5526 H8686 Hij zal u dekken H84 met Zijn vlerken H3671 , en onder Zijn vleugelen H2620 H8799 zult gij betrouwen H571 ; Zijn waarheid H6793 is een rondas H5507 en beukelaar.
  5 H3372 H8799 Gij zult niet vrezen H6343 voor den schrik H3915 des nachts H2671 , voor den pijl H3119 , die des daags H5774 H8799 vliegt;
  6 H1698 Voor de pestilentie H652 , die in de donkerheid H1980 H8799 wandelt H6986 ; voor het verderf H6672 , dat op den middag H7736 H8799 verwoest.
  7 H6654 Aan uw zijden H505 zullen er duizend H5307 H8799 vallen H7233 , en tien duizend H3225 aan uw rechterhand H5066 H8799 ; tot u zal het niet genaken.
  8 H5869 Alleenlijk zult gij het met uw ogen H5027 H8686 aanschouwen H8011 ; en gij zult de vergelding H7563 der goddelozen H7200 H8799 zien.
  9 H3068 Want Gij, HEERE H4268 ! zijt mijn Toevlucht H5945 ! Den Allerhoogste H7760 H8804 hebt gij gesteld H4583 tot uw Vertrek;
  10 H7451 U zal geen kwaad H579 H8792 wedervaren H5061 , en geen plage H168 zal uw tent H7126 H8799 naderen.
  11 H4397 Want Hij zal Zijn engelen H6680 H8762 van u bevelen H8104 H8800 , dat zij u bewaren H1870 in al uw wegen.
  12 H3709 Zij zullen u op de handen H5375 H8799 dragen H7272 , opdat gij uw voet H68 aan geen steen H5062 H8799 stoot.
  13 H7826 Op den fellen leeuw H6620 en de adder H1869 H8799 zult gij treden H3715 , gij zult den jongen leeuw H8577 en den draak H7429 H8799 vertreden.
  14 H2836 H8804 Dewijl hij Mij zeer bemint H6403 H8762 , [spreekt] [God], zo zal Ik hem uithelpen H7682 H8762 ; Ik zal hem op een hoogte stellen H3045 H8804 , want hij kent H8034 Mijn Naam.
  15 H7121 H8799 Hij zal Mij aanroepen H6030 H8799 , en Ik zal hem verhoren H6869 ; in de benauwdheid H2502 H8762 zal Ik bij hem zijn. Ik zal er hem uittrekken H3513 H8762 , en zal hem verheerlijken.
  16 H753 Ik zal hem met langheid H3117 der dagen H7646 H8686 verzadigen H3444 , en Ik zal hem Mijn heil H7200 H8686 doen zien.

Jeremiah 29:11-12

  11 H3045 H8804 Want Ik weet H4284 de gedachten H2803 H8802 , die Ik over u denk H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H4284 , gedachten H7965 des vredes H7451 , en niet des kwaads H5414 H8800 , dat Ik u geve H319 het einde H8615 en de verwachting.
  12 H7121 H8804 Dan zult gij Mij aanroepen H1980 H8804 , en henengaan H6419 H8694 , en tot Mij bidden H8085 H8804 ; en Ik zal naar u horen.

2 Peter 3:18

  18 G1161 Maar G837 G5720 wast op G1722 in G5485 de genade G2532 en G1108 kennis G2257 van onzen G2962 Heere G2532 en G4990 Zaligmaker G2424 Jezus G5547 Christus G846 . Hem G1391 zij de heerlijkheid G2532 , beide G3568 nu G2532 en G1519 in G2250 den dag G165 der eeuwigheid G281 . Amen.

2 Corinthians 4:16

  16 G1352 Daarom G1573 G5719 vertragen wij G3756 niet G235 G2532 ; maar G1499 hoewel G2257 onze G1854 uitwendige G444 mens G1311 G5743 verdorven wordt G235 , zo wordt nochtans G2081 de inwendige G341 G5743 vernieuwd G2250 van dag G2532 tot G2250 dag.

Lamentations 3:22-23

  22 H2617 [Cheth]. Het zijn de goedertierenheden H3068 des HEEREN H8552 H8804 , dat wij niet vernield zijn H7356 , dat Zijn barmhartigheden H3615 H8804 geen einde hebben;
  23 H1242 [Cheth]. Zij zijn allen morgen H2319 nieuw H530 , Uw trouw H7227 is groot.

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.