Bible verses about "orderliness" | DSV_Strongs

Luke 1:3

  3 G2504 Zo heeft het ook mij G1380 G5656 goed gedacht G3956 , hebbende alles G509 van voren aan G199 naarstiglijk G3877 G5761 onderzocht G2517 , vervolgens G4671 aan u G1125 G5658 te schrijven G2903 , voortreffelijke G2321 Theofilus!

Colossians 1:16-17

  16 G3754 Want G1722 door G846 Hem G3956 zijn alle dingen G2936 G5681 geschapen G1722 , die in G3772 de hemelen G2532 en G1909 die op G1093 de aarde G3707 zijn, die zienlijk G2532 en G517 die onzienlijk G1535 zijn, hetzij G2362 tronen G1535 , hetzij G2963 heerschappijen G1535 , hetzij G746 overheden G1535 , hetzij G1849 machten G3956 ; alle dingen G1223 zijn door G846 Hem G2532 en G1519 tot G846 Hem G2936 G5769 geschapen;
  17 G2532 En G2076 G5748 Hij is G4253 voor G3956 alle dingen G2532 , en G3956 alle dingen G4921 G5758 bestaan te zamen G1722 door G846 Hem;

Hebrews 13:7

  7 G3421 G5720 Gedenkt G5216 uwer G5216 G2233 G5740 voorgangeren G3748 , die G5213 u G3056 het Woord G2316 Gods G2980 G5656 gesproken hebben G3401 G ; [en] volgt G3739 hun G4102 geloof G3401 G5737 na G333 G5723 , aanschouwende G1545 de uitkomst G391 [hunner] wandeling.

Proverbs 24:30-32

  30 H5674 H8804 Ik ging H7704 voorbij den akker H376 H6102 eens luiaards H3754 , en voorbij den wijngaard H2638 H3820 van een verstandeloos H120 mens;
  31 H5927 H8804 En ziet, hij was gans opgeschoten H7063 van distelen H6440 ; zijn gedaante H2738 was [met] netelen H3680 H8795 bedekt H68 , en zijn stenen H1444 scheidsmuur H2040 H8738 was afgebroken.
  32 H2372 H8799 Als ik dat aanschouwde H7896 H8799 , nam ik H3820 het ter harte H7200 H8804 ; ik zag H3947 H0 het, [en] nam H4148 onderwijzing H3947 H8804 aan;

Ecclesiastes 3:1-22

  1 H2165 Alles heeft een bestemden tijd H2656 , en alle voornemen H8064 onder den hemel H6256 heeft zijn tijd.
  2 H6256 Er is een tijd H3205 H8800 om geboren te worden H6256 , en een tijd H4191 H8800 om te sterven H6256 ; een tijd H5193 H8800 om te planten H6256 , en een tijd H5193 H8803 om het geplante H6131 H8800 uit te roeien;
  3 H6256 Een tijd H2026 H8800 om te doden H6256 , en een tijd H7495 H8800 om te genezen H6256 ; een tijd H6555 H8800 om af te breken H6256 , en een tijd H1129 H8800 om te bouwen;
  4 H6256 Een tijd H1058 H8800 om te wenen H6256 , en een tijd H7832 H8800 om te lachen H6256 ; een tijd H5594 H8800 om te kermen H6256 , en een tijd H7540 H8800 om op te springen;
  5 H6256 Een tijd H68 om stenen H7993 H8687 weg te werpen H6256 , en een tijd H68 om stenen H3664 H8800 te vergaderen H6256 ; een tijd H2263 H8800 om te omhelzen H6256 , en een tijd H7368 H8800 om verre te zijn H2263 H8763 van omhelzen;
  6 H6256 Een tijd H1245 H8763 om te zoeken H6256 , en een tijd H6 H8763 om verloren te laten gaan H6256 ; een tijd H8104 H8800 om te bewaren H6256 , en een tijd H7993 H8687 om weg te werpen;
  7 H6256 Een tijd H7167 H8800 om te scheuren H6256 , en een tijd H8609 H8800 om toe te naaien H6256 ; een tijd H2814 H8800 om te zwijgen H6256 , en een tijd H1696 H8763 om te spreken;
  8 H6256 Een tijd H157 H8800 om lief te hebben H6256 , en een tijd H8130 H8800 om te haten H6256 ; een tijd H4421 van oorlog H6256 , en een tijd H7965 van vrede.
  9 H3504 Wat voordeel H6213 H8802 heeft hij, die werkt H834 , van hetgeen H6001 hij bearbeidt?
  10 H7200 H8804 Ik heb gezien H6045 de bezigheid H430 , die God H1121 den kinderen H120 der mensen H5414 H8804 gegeven heeft H6031 H8800 , om zichzelven daarmede te bekommeren.
  11 H3303 Hij heeft ieder ding schoon H6213 H8804 gemaakt H6256 op zijn tijd H5769 ; ook heeft Hij de eeuw H3820 in hun hart H5414 H8804 gelegd H1097 , zonder dat H120 een mens H4639 het werk H430 , dat God H6213 H8804 gemaakt heeft H4672 H8799 , kan uitvinden H7218 , van het begin H5490 tot het einde toe.
  12 H3045 H8804 Ik heb gemerkt H2896 , dat er niets beters H8055 H8800 voor henlieden is, dan zich te verblijden H2896 , en goed H6213 H8800 te doen H2416 in zijn leven.
  13 H120 Ja ook, dat ieder mens H398 H8799 ete H8354 H8804 en drinke H2896 , en het goede H7200 H8804 geniete H5999 van al zijn arbeid H4991 , [Dit] is een gave H430 Gods.
  14 H3045 H8804 Ik weet H430 , dat al wat God H6213 H8799 doet H5769 , dat zal in der eeuwigheid H369 zijn, en er is niet H3254 H8687 toe te doen H1639 H8800 , noch is er af te doen H430 ; en God H6213 H8804 doet H3372 H8799 [dat], opdat men vreze H6440 voor Zijn aangezicht.
  15 H3528 Hetgeen geweest is, dat is nu H3528 , en wat wezen zal, dat is alrede H430 geweest; en God H1245 H8762 zoekt H7291 H8737 het weggedrevene;
  16 H7200 H8804 Verder heb ik ook gezien H8121 onder de zon H4725 , ter plaatse H4941 des gerichts H7562 , aldaar was goddeloosheid H4725 ; en ter plaatse H6664 der gerechtigheid H7562 , aldaar was goddeloosheid.
  17 H559 H8804 Ik zeide H3820 in mijn hart H430 : God H6662 zal den rechtvaardige H7563 en den goddeloze H8199 H8799 oordelen H6256 ; want aldaar is de tijd H2656 voor alle voornemen H4639 , en over alle werk.
  18 H559 H8804 Ik zeide H3820 in mijn hart H1700 van de gelegenheid H1121 H120 der mensenkinderen H430 , dat God H1305 H8800 hen zal verklaren H7200 H8800 , en dat zij zullen zien H1992 , dat zij H929 [als] de beesten zijn aan zichzelven.
  19 H1121 Want wat den kinderen H120 der mensen H4745 wedervaart H4745 , dat wedervaart H929 ook den beesten H259 ; en enerlei H4745 wedervaart H4194 hun [beiden]; gelijk die sterft H4194 , alzo sterft H2088 deze H259 , en zij allen hebben enerlei H7307 adem H4195 , en de uitnemendheid H120 der mensen H929 boven de beesten H1892 is geen; want allen zijn zij ijdelheid.
  20 H1980 H8802 Zij gaan H259 allen naar een H4725 plaats H6083 ; zij zijn allen uit het stof H7725 H8804 , en zij keren allen weder H6083 tot het stof.
  21 H3045 H8802 Wie merkt H7307 , dat de adem H1121 van de kinderen H120 der mensen H5927 H8802 opvaart H4605 naar boven H7307 , en de adem H929 der beesten H4295 nederwaarts H3381 H8802 vaart H776 in de aarde?
  22 H7200 H8804 Dies heb ik gezien H2896 , dat er niets beters H120 is, dan dat de mens H8055 H8799 zich verblijde H4639 in zijn werken H2506 , want dat is zijn deel H935 H8686 ; want wie zal hem daarhenen brengen H7200 H8800 , dat hij ziet H310 , hetgeen na hem geschieden zal?

Romans 12:2

  2 G2532 En G5129 wordt dezer G165 wereld G3361 niet G4964 G5728 gelijkvormig G235 ; maar G3339 G5744 wordt veranderd G342 door de vernieuwing G5216 uws G3563 gemoeds G1519 , opdat G5209 gij G1381 G5721 moogt beproeven G5101 , welke G18 de goede G2532 , en G2101 welbehagelijke G2532 en G5046 volmaakte G2307 wil G2316 van God zij.

Titus 2:3-5

  3 G4247 De oude vrouwen G5615 insgelijks G1722 , dat zij in G2688 [haar] dracht G2412 zijn, gelijk den heiligen betaamt G3361 , dat zij geen G1228 lasteressen G3361 zijn, zich niet G4183 tot veel G3631 wijns G1402 G5772 begevende G2567 , [maar] leraressen zijn van het goede;
  4 G2443 Opdat G3501 zij de jonge G4994 G5725 G1511 G5750 [vrouwen] leren voorzichtig te zijn G5362 , haar mannen lief te hebben G5388 , haar kinderen lief te hebben;
  5 G4998 Matig G53 te zijn, kuis G3626 te zijn, het huis te bewaren G18 , goed G2398 te zijn, haar eigen G435 mannen G5293 G5746 onderdanig te zijn G2443 , opdat G3056 het Woord G2316 Gods G3361 niet G987 G5747 gelasterd worde.

Genesis 1:1-31

  1 H7225 In den beginne H1254 H8804 schiep H430 God H853 den H8064 hemel H853 en de H776 aarde.
  2 H776 De aarde H1961 H8804 nu was H8414 woest H922 en ledig H2822 , en duisternis H5921 H6440 [was] op H8415 den afgrond H7307 ; en de Geest H430 Gods H7363 H8764 zweefde H5921 H6440 op H4325 de wateren.
  3 H430 En God H559 H8799 zeide H1961 H8799 : Daar zij H216 licht H1961 H8799 ! en daar werd H216 licht.
  4 H430 En God H7200 H8799 zag H853 het H216 licht H3588 , dat H2896 het goed H430 [was]; en God H914 H8686 maakte scheiding H996 tussen H216 het licht H996 en tussen H2822 de duisternis.
  5 H430 En God H7121 H8799 noemde H216 het licht H3117 dag H2822 , en de duisternis H7121 H8804 noemde Hij H3915 nacht H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H259 , de eerste H3117 dag.
  6 H430 En God H559 H8799 zeide H1961 H8799 : Daar zij H7549 een uitspansel H8432 in het midden H4325 der wateren H1961 H8799 ; en dat make H914 H8688 scheiding H996 tussen H4325 wateren H4325 en wateren!
  7 H430 En God H6213 H8799 maakte H7549 dat uitspansel H914 H8686 , en maakte scheiding H996 tussen H4325 de wateren H834 , die H8478 onder H7549 het uitspansel H996 [zijn], en tussen H4325 de wateren H834 , die H5921 boven H7549 het uitspansel H1961 H8799 [zijn]. En het was H3651 alzo.
  8 H430 En God H7121 H8799 noemde H7549 het uitspansel H8064 hemel H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H8145 , de tweede H3117 dag.
  9 H430 En God H559 H8799 zeide H4325 : Dat de wateren H8478 van onder H8064 den hemel H413 in H259 een H4725 plaats H6960 H8735 vergaderd worden H3004 , en dat het droge H7200 H8735 gezien worde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  10 H430 En God H7121 H8799 noemde H3004 het droge H776 aarde H4723 , en de vergadering H4325 der wateren H7121 H8804 noemde Hij H3220 zeeen H430 ; en God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  11 H430 En God H559 H8799 zeide H776 : Dat de aarde H1876 H8686 uitschiete H1877 grasscheutjes H6212 , kruid H2233 H2232 H8688 zaadzaaiende H6529 , vruchtbaar H6086 geboomte H6213 H8802 , dragende H6529 vrucht H4327 naar zijn aard H834 , welks H2233 zaad H5921 daarin zij op H776 de aarde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  12 H776 En de aarde H3318 H8686 bracht voort H1877 grasscheutjes H6212 , kruid H2233 H2232 H8688 zaadzaaiende H4327 naar zijn aard H6529 H6213 H8802 , en vruchtdragend H6086 geboomte H2233 , welks H4327 zaad daarin was, naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  13 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H7992 , de derde H3117 dag.
  14 H430 En God H559 H8799 zeide H3974 : Dat er lichten H1961 H8799 zijn H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H914 H8687 , om scheiding te maken H996 tussen H3117 den dag H996 en tussen H3915 den nacht H1961 H8799 ; en dat zij zijn H226 tot tekenen H4150 en tot gezette tijden H3117 , en tot dagen H8141 en jaren!
  15 H1961 H8799 En dat zij zijn H3974 tot lichten H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H215 H8687 , om licht te geven H5921 op H776 de aarde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  16 H430 God H6213 H8799 dan maakte H8147 die twee H1419 grote H3974 lichten H1419 ; dat grote H3974 licht H4475 tot heerschappij H3117 des daags H6996 , en dat kleine H3974 licht H4475 tot heerschappij H3915 des nachts H3556 ; ook de sterren.
  17 H430 En God H5414 H8799 stelde H853 ze H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H215 H8687 , om licht te geven H5921 op H776 de aarde.
  18 H4910 H8800 En om te heersen H3117 op den dag H3915 , en in den nacht H914 H8687 , en om scheiding te maken H996 tussen H216 het licht H996 en tussen H2822 de duisternis H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  19 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H7243 , de vierde H3117 dag.
  20 H430 En God H559 H8799 zeide H4325 : Dat de wateren H8317 H8799 overvloediglijk voortbrengen H8318 een gewemel H2416 van levende H5315 zielen H5775 ; en het gevogelte H5774 H8787 vliege H5921 boven H776 de aarde H5921 H6440 , in H7549 het uitspansel H8064 des hemels!
  21 H430 En God H1254 H8799 schiep H1419 de grote H8577 walvissen H3605 , en alle H2416 levende H7430 H8802 wremelende H5315 ziel H834 , welke H4325 de wateren H8317 H8804 overvloediglijk voortbrachten H4327 , naar haar aard H3605 ; en alle H3671 gevleugeld H5775 gevogelte H4327 naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  22 H430 En God H1288 H8762 zegende H853 ze H559 H8800 , zeggende H6509 H8798 : Zijt vruchtbaar H7235 H8798 , en vermenigvuldigt H4390 H8798 , en vervult H4325 de wateren H3220 in de zeeen H5775 ; en het gevogelte H7235 H8799 vermenigvuldige H776 op de aarde!
  23 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H2549 , de vijfde H3117 dag.
  24 H430 En God H559 H8799 zeide H776 : De aarde H3318 H0 brenge H2416 levende H5315 zielen H3318 H8686 voort H4327 , naar haar aard H929 , vee H7431 , en kruipend H2416 , en wild gedierte H776 der aarde H4327 , naar zijn aard H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  25 H430 En God H6213 H8799 maakte H2416 het wild gedierte H776 der aarde H4327 naar zijn aard H929 , en het vee H4327 naar zijn aard H3605 , en al H7431 het kruipend gedierte H127 des aardbodems H4327 naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  26 H430 En God H559 H8799 zeide H6213 H0 : Laat Ons H120 mensen H6213 H8799 maken H6754 , naar Ons beeld H1823 , naar Onze gelijkenis H7287 H8799 ; en dat zij heerschappij hebben H1710 over de vissen H3220 der zee H5775 , en over het gevogelte H8064 des hemels H929 , en over het vee H3605 , en over de gehele H776 aarde H3605 , en over al H7431 het kruipend gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H7430 H8802 kruipt.
  27 H430 En God H1254 H8799 schiep H120 den mens H6754 naar Zijn beeld H6754 ; naar het beeld H430 van God H1254 H8804 schiep Hij H853 hem H2145 ; man H5347 en vrouw H1254 H8804 schiep Hij H853 ze.
  28 H430 En God H1288 H8762 zegende H853 hen H430 , en God H559 H8799 zeide H6509 H8798 tot hen: Weest vruchtbaar H7235 H8798 , en vermenigvuldigt H4390 H8798 , en vervult H776 de aarde H3533 H8798 , en onderwerpt haar H7287 H8798 , en hebt heerschappij H1710 over de vissen H3220 der zee H5775 , en over het gevogelte H8064 des hemels H3605 , en over al H2416 het gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H7430 H8802 kruipt!
  29 H430 En God H559 H8799 zeide H2009 : Ziet H3605 , Ik heb ulieden al H2233 H2232 H8802 het zaadzaaiende H6212 kruid H5414 H8804 gegeven H834 , dat H5921 H6440 op H3605 de ganse H776 aarde H853 [is], en H3605 alle H6086 geboomte H834 , in hetwelk H2233 H2232 H8802 zaadzaaiende H6086 H6529 boomvrucht H1961 H8799 is; het zij H402 u tot spijze!
  30 H3605 Maar aan al H2416 het gedierte H776 der aarde H3605 , en aan al H5775 het gevogelte H8064 des hemels H3605 , en aan al H7430 H8802 het kruipende gedierte H5921 op H776 de aarde H834 , waarin H2416 een levende H5315 ziel H3605 [is], [heb] [Ik] al H3418 het groene H6212 kruid H402 tot spijze H1961 H8799 [gegeven]. En het was H3651 alzo.
  31 H430 En God H7200 H8799 zag H3605 al H834 wat H6213 H8804 Hij gemaakt had H2009 , en ziet H3966 , [het] [was] zeer H2896 goed H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H8345 , de zesde H3117 dag.

1 Corinthians 14:40

  40 G3956 Laat alle dingen G2156 eerlijk G2532 en G2596 met G5010 orde G1096 G5737 geschieden.

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.