Bible verses about "supernatural" | DSV_Strongs
Genesis 1:1
Job 26:7
Job 41:1-6
1
H3882
[040:20] Zult gij den Leviathan
H2443
met den angel
H4900 H8799
trekken
H3956
, of zijn tong
H2256
met een koord
H8257 H8686
, [dat] gij laat nederzinken?
2
H100
[040:21] Zult gij hem een bieze
H639
in den neus
H7760 H8799
leggen
H2336
, of met een doorn
H3895
zijn kaak
H5344 H8799
doorboren?
3
H413
[040:22] Zal hij aan
H8469
u veel smekingen
H7235 H8686
maken
H518
?
H7390
Zal hij zachtjes
H413
tot
H1696 H8762
u spreken?
4
H1285
[040:23] Zal hij een verbond
H5973
met
H3772 H8799
u maken
H3947 H8799
? Zult gij hem aannemen
H5769
tot een eeuwigen
H5650
slaaf?
Proverbs 7:23
Proverbs 28:13
Isaiah 27:1
1
H3117
Te dien dage
H3068
zal de HEERE
H7186
met Zijn hard
H1419
, en groot
H2389
, en sterk
H2719
zwaard
H6485 H8799
bezoeken
H3882
den Leviathan
H1281
, de langwemelende
H5175
slang
H3882
, ja, den Leviathan
H6129
, de kromme slomme
H5175
slang
H8577
; en Hij zal den draak
H3220
, die in de zee
H2026 H8804
is, doden.
Matthew 5:18
18
G1063
Want
G281
voorwaar
G3004 G5719
zeg Ik
G5213
u
G2193 G302
: Totdat
G3772
de hemel
G2532
en
G1093
de aarde
G3928 G5632
voorbijgaan
G3364
, zal er niet
G1520
een
G2503
jota
G2228
noch
G3391
een
G2762
tittel
G575
van
G3551
de wet
G3928 G5632
voorbijgaan
G2193 G302
, totdat
G3956
het alles
G1096 G5638
zal zijn geschied.
Mark 2:12
12
G2532
En
G2112
terstond
G1453 G5681
stond hij op
G2532
, en
G2895
het beddeken
G142 G5660
opgenomen hebbende
G1831 G5627
, ging hij uit
G3956
in aller
G1726
tegenwoordigheid
G5620
; zodat
G1839 G
zij zich
G3956
allen
G1839 G5733
ontzetten
G2532
en
G1392 G5721
verheerlijkten
G2316
God
G3004 G5723
, zeggende
G3754
:
G1492 G
Wij hebben
G3763
nooit
G3779
zulks
G1492 G5627
gezien!
Matthew 28:18
Mark 10:46-52
46
G2532
En
G2064 G5736
zij kwamen
G1519
te
G2410
Jericho
G2532
. En
G2532
als Hij en
G846
Zijn
G3101
discipelen
G2532
, en
G2425
een grote
G3793
schare
G575
van
G2410
Jericho
G1607 G5740
uitging
G2521 G5711
, zat
G5207
de zoon
G5090
van Timeus
G924
, Bar-timeus
G5185
, de blinde
G3844
, aan
G3598
den weg
G4319 G5723
, bedelende.
47
G2532
En
G191 G5660
horende
G3754
, dat
G2424
het Jezus
G3480
de Nazarener
G2076 G5748
was
G756 G5662
, begon hij
G2896 G5721
te roepen
G2532
en
G3004 G5721
te zeggen
G2424
: Jezus
G5207
, Gij Zone
G1138
Davids
G1653 G5657
! ontferm U
G3165
mijner.
48
G2532
En
G4183
velen
G2008 G5707
bestraften
G846
hem
G2443
, opdat
G4623 G5661
hij zwijgen zou
G1161
; maar
G2896 G5707
hij riep
G3123
zoveel
G4183
temeer
G5207
: Gij Zone
G1138
Davids
G1653 G5657
! ontferm U
G3165
mijner.
49
G2532
En
G2424
Jezus
G2476 G5631
, [stil] staande
G2036 G5627
, zeide
G846
, dat men hem
G5455 G5683
roepen zou
G2532
; en
G5455 G5719
zij riepen
G5185
den blinde
G3004 G5723
, zeggende
G846
tot hem
G2293 G5720
: Heb goeden moed
G1453 G5669
; sta op
G5455 G5719
; Hij roept
G4571
u.
50
G1161
En
G846
hij, zijn
G2440
mantel
G577 G5631
afgeworpen hebbende
G450 G5631
, stond op
G2064 G5627
, en kwam
G4314
tot
G2424
Jezus.
John 4:1-30
1
G5613
Als
G3767
dan
G2962
de Heere
G1097 G5627
verstond
G3754
, dat
G5330
de Farizeen
G191 G5656
gehoord hadden
G3754
, dat
G2424
Jezus
G4119
meer
G3101
discipelen
G4160 G5719
maakte
G2532
en
G907 G5719
doopte
G2228
dan
G2491
Johannes;
2
G2544
(Hoewel
G2424
Jezus
G846
zelf
G3756
niet
G907 G5707
doopte
G235
, maar
G846
Zijn
G3101
discipelen),
3
G863 G5656
Zo verliet Hij
G2449
Judea
G2532
, en
G565 G
ging
G3825
wederom
G565 G5627
heen
G1519
naar
G1056
Galilea.
5
G2064 G5736
Hij kwam
G3767
dan
G1519
in
G4172
een stad
G4540
van Samaria
G3004 G5746
, genaamd
G4965
Sichar
G4139
, nabij
G5564
het stuk land
G2384
, hetwelk Jakob
G846
zijn
G5207
zoon
G2501
Jozef
G1325 G5656
gaf.
6
G1161
En
G1563
aldaar
G2258 G5713
was
G4077
de fontein
G2384
Jakobs
G2424
. Jezus
G3767
dan
G2872 G5761
, vermoeid zijnde
G1537
van
G3597
de reize
G2516 G5711
, zat
G3779
alzo
G1909
neder nevens
G4077
de fontein
G2258 G5713
. Het was
G5616
omtrent
G1623
de zesde
G5610
ure.
7
G2064 G5736
Er kwam
G1135
een vrouw
G1537
uit
G4540
Samaria
G5204
om water
G501 G5658
te putten
G2424
. Jezus
G3004 G5719
zeide
G846
tot haar
G1325 G5628
: Geef
G3427
Mij
G4095 G5629
te drinken.
8
G1063
(Want
G846
Zijn
G3101
discipelen
G565 G5715
waren heengegaan
G1519
in
G4172
de stad
G2443
, opdat
G5160
zij zouden spijze
G59 G5661
kopen.)
9
G3004 G5719
Zo zeide
G3767
dan
G4542
de Samaritaanse
G1135
vrouw
G846
tot Hem
G4459
: Hoe
G154 G5719
begeert
G4771
Gij
G2453
, Die een Jood
G5607 G5752
zijt
G3844
, van
G1700
mij
G4095 G5629
te drinken
G4542
, die een Samaritaanse
G1135
vrouw
G5607 G5752
ben
G1063
? Want
G2453
de Joden
G4798 G
houden
G3756
geen
G4798 G5736
gemeenschap
G4541
met de Samaritanen.
John 4:11-30
John 4:10-30
10
G2424
Jezus
G611 G5662
antwoordde
G2532
en
G2036 G5627
zeide
G846
tot haar
G1487
: Indien
G1431
gij de gave
G2316
Gods
G1492 G5715
kendet
G2532
, en
G5101
Wie
G2076 G5748
Hij is
G4671
, Die tot u
G3004 G5723
zegt
G1325 G5628
: Geef
G3427
Mij
G4095 G5629
te drinken
G302
, zo zoudt
G4771
gij
G846
van Hem
G154 G5656
hebben begeerd
G2532
, en
G302
Hij zoude
G4671
u
G2198 G5723
levend
G5204
water
G1325 G5656
gegeven hebben.
John 4:13-30
13
G2424
Jezus
G611 G5662
antwoordde
G2532
, en
G2036 G5627
zeide
G846
tot haar
G3956
: Een ieder
G1537
, die van
G5127
dit
G5204
water
G4095 G5723
drinkt
G3825
, zal wederom
G1372 G5692
dorsten;
14
G1161
Maar
G302
zo
G3739
wie
G4095 G5632
gedronken zal hebben
G1537
van
G5204
het water
G3739
, dat
G1473
Ik
G846
hem
G1325 G5692
geven zal
G1519
, dien zal in
G165
eeuwigheid
G3364
niet
G1372 G5661
dorsten
G235
; maar
G5204
het water
G3739
, dat
G846
Ik hem
G1325 G5692
zal geven
G1722
, zal in
G846
hem
G1096 G5695
worden
G4077
een fontein
G5204
van water
G242 G5740
, springende
G1519
tot in
G166
het eeuwige
G2222
leven.
15
G1135
De vrouw
G3004 G5719
zeide
G4314
tot
G846
Hem
G2962
: Heere
G1325 G5628
, geef
G3427
mij
G5124
dat
G5204
water
G2443
, opdat
G1372 G
mij
G3361
niet
G1372 G5725
dorste
G3366 G
, en
G1759
ik hier
G3366
niet
G2064 G5741
[moet] komen
G501 G5721
, om te putten.
16
G2424
Jezus
G3004 G5719
zeide
G846
tot haar
G5217 G5720
: Ga heen
G5455 G5657
, roep
G4675
uw
G435
man
G2532
, en
G2064 G5628
kom
G1759
hier.
17
G1135
De vrouw
G611 G5662
antwoordde
G2532
en
G2036 G5627
zeide
G2192 G5719
: Ik heb
G3756
geen
G435
man
G2424
. Jezus
G3004 G5719
zeide
G846
tot haar
G2573
: Gij hebt wel
G2036 G5627
gezegd
G3754
:
G2192 G5719
Ik heb
G3756
geen
G435
man.
18
G1063
Want
G4002
gij hebt vijf
G435
mannen
G2192 G5627
gehad
G2532
, en
G3739
dien
G3568
gij nu
G2192 G5719
hebt
G2076 G5748
, is
G4675
uw
G435
man
G3756
niet
G5124
; dat
G227
hebt gij met waarheid
G2046 G5758
gezegd.
19
G1135
De vrouw
G3004 G5719
zeide
G846
tot Hem
G2962
: Heere
G2334 G5719
, ik zie
G3754
, dat
G4771
Gij
G4396
een profeet
G1488 G5748
zijt.
20
G2257
Onze
G3962
vaders
G1722
hebben op
G5129
dezen
G3735
berg
G4352 G5656
aangebeden
G2532
; en
G5210
gijlieden
G3004 G5719
zegt
G3754
, dat
G1722
te
G2414
Jeruzalem
G5117
de plaats
G2076 G5748
is
G3699
, waar
G1163 G5748
men moet
G4352 G5721
aanbidden.
21
G2424
Jezus
G3004 G5719
zeide
G846
tot haar
G1135
: Vrouw
G4100 G5657
, geloof
G3427
Mij
G3754
,
G5610
de ure
G2064 G5736
komt
G3753
, wanneer
G4352 G
gijlieden
G3777
, noch
G1722
op
G5129
dezen
G3735
berg
G3777
, noch
G1722
te
G2414
Jeruzalem
G3962
, den Vader
G4352 G5692
zult aanbidden.
22
G5210
Gijlieden
G4352 G5719
aanbidt
G3739
, wat
G3756
gij niet
G1492 G5758
weet
G2249
; wij
G4352 G5719
aanbidden
G3739
, wat
G1492 G5758
wij weten
G3754
; want
G4991
de zaligheid
G2076 G5748
is
G1537
uit
G2453
de Joden.
23
G235
Maar
G5610
de ure
G2064 G5736
komt
G2532
, en
G2076 G5748
is
G3568
nu
G3753
, wanneer
G228
de ware
G4353
aanbidders
G3962
den Vader
G4352 G5692
aanbidden zullen
G1722
in
G4151
geest
G2532
en
G225
waarheid
G1063
; want
G3962
de Vader
G2212 G5719
zoekt
G2532
ook
G5108
dezulken
G846
, die Hem
G4352 G5723
[alzo] aanbidden.
24
G2316
God
G4151
is een Geest
G2532
, en
G846
die Hem
G4352 G5723
aanbidden
G1163 G5748
, moeten
G4352 G5721
[Hem] aanbidden
G1722
in
G4151
geest
G2532
en
G225
waarheid.
25
G1135
De vrouw
G3004 G5719
zeide
G846
tot Hem
G1492 G5758
: Ik weet
G3754
, dat
G3323
de Messias
G2064 G5736
komt
G3588
(Die
G3004 G5746
genaamd wordt
G5547
Christus
G3752
); wanneer
G1565
Die
G2064 G5632
zal gekomen zijn
G2254
, zo zal Hij ons
G3956
alle dingen
G312 G5692
verkondigen.
26
G2424
Jezus
G3004 G5719
zeide
G846
tot haar
G1473
: Ik
G1510 G5748
ben
G4671
het, Die met u
G2980 G5723
spreek.
27
G2532
En
G1909 G5129
daarop
G2064 G5627
kwamen
G846
Zijn
G3101
discipelen
G2532
en
G2296 G5656
verwonderden zich
G3754
, dat
G3326
Hij met
G1135
een vrouw
G2980 G5707
sprak
G3305
. Nochtans
G2036 G5627
zeide
G3762
niemand
G5101
: Wat
G2212 G5719
vraagt Gij
G2228
, of
G5101
: Wat
G2980 G5719
spreekt Gij
G3326
met
G846
haar?
28
G863 G5656
Zo verliet
G1135
de vrouw
G3767
dan
G846
haar
G5201
watervat
G2532
, en
G565 G5627
ging heen
G1519
in
G4172
de stad
G2532
en
G3004 G5719
zeide
G444
tot de lieden:
Ephesians 6:12
12
G3754
Want
G2254
wij
G2076 G5748
hebben
G3823
den strijd
G3756
niet
G4314
tegen
G4561
vlees
G2532
en
G129
bloed
G235
, maar
G4314
tegen
G746
de overheden
G4314
, tegen
G1849
de machten
G4314
, tegen
G2888
de geweldhebbers der wereld
G4655
, der duisternis
G5127
dezer
G165
eeuw
G4314
, tegen
G4152
de geestelijke
G4189
boosheden
G1722
in
G2032
de lucht.
Revelation 2:8
Genesis 1:1-31
2
H776
De aarde
H1961 H8804
nu was
H8414
woest
H922
en ledig
H2822
, en duisternis
H5921 H6440
[was] op
H8415
den afgrond
H7307
; en de Geest
H430
Gods
H7363 H8764
zweefde
H5921 H6440
op
H4325
de wateren.
3
H430
En God
H559 H8799
zeide
H1961 H8799
: Daar zij
H216
licht
H1961 H8799
! en daar werd
H216
licht.
4
H430
En God
H7200 H8799
zag
H853
het
H216
licht
H3588
, dat
H2896
het goed
H430
[was]; en God
H914 H8686
maakte scheiding
H996
tussen
H216
het licht
H996
en tussen
H2822
de duisternis.
5
H430
En God
H7121 H8799
noemde
H216
het licht
H3117
dag
H2822
, en de duisternis
H7121 H8804
noemde Hij
H3915
nacht
H1961 H0
. Toen was
H6153
het avond
H1961 H8799
geweest
H1961 H0
, en het was
H1242
morgen
H1961 H8799
geweest
H259
, de eerste
H3117
dag.
6
H430
En God
H559 H8799
zeide
H1961 H8799
: Daar zij
H7549
een uitspansel
H8432
in het midden
H4325
der wateren
H1961 H8799
; en dat make
H914 H8688
scheiding
H996
tussen
H4325
wateren
H4325
en wateren!
7
H430
En God
H6213 H8799
maakte
H7549
dat uitspansel
H914 H8686
, en maakte scheiding
H996
tussen
H4325
de wateren
H834
, die
H8478
onder
H7549
het uitspansel
H996
[zijn], en tussen
H4325
de wateren
H834
, die
H5921
boven
H7549
het uitspansel
H1961 H8799
[zijn]. En het was
H3651
alzo.
8
H430
En God
H7121 H8799
noemde
H7549
het uitspansel
H8064
hemel
H1961 H0
. Toen was
H6153
het avond
H1961 H8799
geweest
H1961 H0
, en het was
H1242
morgen
H1961 H8799
geweest
H8145
, de tweede
H3117
dag.
9
H430
En God
H559 H8799
zeide
H4325
: Dat de wateren
H8478
van onder
H8064
den hemel
H413
in
H259
een
H4725
plaats
H6960 H8735
vergaderd worden
H3004
, en dat het droge
H7200 H8735
gezien worde
H1961 H8799
! En het was
H3651
alzo.
10
H430
En God
H7121 H8799
noemde
H3004
het droge
H776
aarde
H4723
, en de vergadering
H4325
der wateren
H7121 H8804
noemde Hij
H3220
zeeen
H430
; en God
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H2896
het goed [was].
11
H430
En God
H559 H8799
zeide
H776
: Dat de aarde
H1876 H8686
uitschiete
H1877
grasscheutjes
H6212
, kruid
H2233 H2232 H8688
zaadzaaiende
H6529
, vruchtbaar
H6086
geboomte
H6213 H8802
, dragende
H6529
vrucht
H4327
naar zijn aard
H834
, welks
H2233
zaad
H5921
daarin zij op
H776
de aarde
H1961 H8799
! En het was
H3651
alzo.
12
H776
En de aarde
H3318 H8686
bracht voort
H1877
grasscheutjes
H6212
, kruid
H2233 H2232 H8688
zaadzaaiende
H4327
naar zijn aard
H6529 H6213 H8802
, en vruchtdragend
H6086
geboomte
H2233
, welks
H4327
zaad daarin was, naar zijn aard
H430
. En God
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H2896
het goed [was].
13
H1961 H0
Toen was
H6153
het avond
H1961 H8799
geweest
H1961 H0
, en het was
H1242
morgen
H1961 H8799
geweest
H7992
, de derde
H3117
dag.
14
H430
En God
H559 H8799
zeide
H3974
: Dat er lichten
H1961 H8799
zijn
H7549
in het uitspansel
H8064
des hemels
H914 H8687
, om scheiding te maken
H996
tussen
H3117
den dag
H996
en tussen
H3915
den nacht
H1961 H8799
; en dat zij zijn
H226
tot tekenen
H4150
en tot gezette tijden
H3117
, en tot dagen
H8141
en jaren!
15
H1961 H8799
En dat zij zijn
H3974
tot lichten
H7549
in het uitspansel
H8064
des hemels
H215 H8687
, om licht te geven
H5921
op
H776
de aarde
H1961 H8799
! En het was
H3651
alzo.
16
H430
God
H6213 H8799
dan maakte
H8147
die twee
H1419
grote
H3974
lichten
H1419
; dat grote
H3974
licht
H4475
tot heerschappij
H3117
des daags
H6996
, en dat kleine
H3974
licht
H4475
tot heerschappij
H3915
des nachts
H3556
; ook de sterren.
17
H430
En God
H5414 H8799
stelde
H853
ze
H7549
in het uitspansel
H8064
des hemels
H215 H8687
, om licht te geven
H5921
op
H776
de aarde.
18
H4910 H8800
En om te heersen
H3117
op den dag
H3915
, en in den nacht
H914 H8687
, en om scheiding te maken
H996
tussen
H216
het licht
H996
en tussen
H2822
de duisternis
H430
. En God
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H2896
het goed [was].
19
H1961 H0
Toen was
H6153
het avond
H1961 H8799
geweest
H1961 H0
, en het was
H1242
morgen
H1961 H8799
geweest
H7243
, de vierde
H3117
dag.
20
H430
En God
H559 H8799
zeide
H4325
: Dat de wateren
H8317 H8799
overvloediglijk voortbrengen
H8318
een gewemel
H2416
van levende
H5315
zielen
H5775
; en het gevogelte
H5774 H8787
vliege
H5921
boven
H776
de aarde
H5921 H6440
, in
H7549
het uitspansel
H8064
des hemels!
21
H430
En God
H1254 H8799
schiep
H1419
de grote
H8577
walvissen
H3605
, en alle
H2416
levende
H7430 H8802
wremelende
H5315
ziel
H834
, welke
H4325
de wateren
H8317 H8804
overvloediglijk voortbrachten
H4327
, naar haar aard
H3605
; en alle
H3671
gevleugeld
H5775
gevogelte
H4327
naar zijn aard
H430
. En God
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H2896
het goed [was].
22
H430
En God
H1288 H8762
zegende
H853
ze
H559 H8800
, zeggende
H6509 H8798
: Zijt vruchtbaar
H7235 H8798
, en vermenigvuldigt
H4390 H8798
, en vervult
H4325
de wateren
H3220
in de zeeen
H5775
; en het gevogelte
H7235 H8799
vermenigvuldige
H776
op de aarde!
23
H1961 H0
Toen was
H6153
het avond
H1961 H8799
geweest
H1961 H0
, en het was
H1242
morgen
H1961 H8799
geweest
H2549
, de vijfde
H3117
dag.
24
H430
En God
H559 H8799
zeide
H776
: De aarde
H3318 H0
brenge
H2416
levende
H5315
zielen
H3318 H8686
voort
H4327
, naar haar aard
H929
, vee
H7431
, en kruipend
H2416
, en wild gedierte
H776
der aarde
H4327
, naar zijn aard
H1961 H8799
! En het was
H3651
alzo.
25
H430
En God
H6213 H8799
maakte
H2416
het wild gedierte
H776
der aarde
H4327
naar zijn aard
H929
, en het vee
H4327
naar zijn aard
H3605
, en al
H7431
het kruipend gedierte
H127
des aardbodems
H4327
naar zijn aard
H430
. En God
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H2896
het goed [was].
26
H430
En God
H559 H8799
zeide
H6213 H0
: Laat Ons
H120
mensen
H6213 H8799
maken
H6754
, naar Ons beeld
H1823
, naar Onze gelijkenis
H7287 H8799
; en dat zij heerschappij hebben
H1710
over de vissen
H3220
der zee
H5775
, en over het gevogelte
H8064
des hemels
H929
, en over het vee
H3605
, en over de gehele
H776
aarde
H3605
, en over al
H7431
het kruipend gedierte
H5921
, dat op
H776
de aarde
H7430 H8802
kruipt.
27
H430
En God
H1254 H8799
schiep
H120
den mens
H6754
naar Zijn beeld
H6754
; naar het beeld
H430
van God
H1254 H8804
schiep Hij
H853
hem
H2145
; man
H5347
en vrouw
H1254 H8804
schiep Hij
H853
ze.
28
H430
En God
H1288 H8762
zegende
H853
hen
H430
, en God
H559 H8799
zeide
H6509 H8798
tot hen: Weest vruchtbaar
H7235 H8798
, en vermenigvuldigt
H4390 H8798
, en vervult
H776
de aarde
H3533 H8798
, en onderwerpt haar
H7287 H8798
, en hebt heerschappij
H1710
over de vissen
H3220
der zee
H5775
, en over het gevogelte
H8064
des hemels
H3605
, en over al
H2416
het gedierte
H5921
, dat op
H776
de aarde
H7430 H8802
kruipt!
29
H430
En God
H559 H8799
zeide
H2009
: Ziet
H3605
, Ik heb ulieden al
H2233 H2232 H8802
het zaadzaaiende
H6212
kruid
H5414 H8804
gegeven
H834
, dat
H5921 H6440
op
H3605
de ganse
H776
aarde
H853
[is], en
H3605
alle
H6086
geboomte
H834
, in hetwelk
H2233 H2232 H8802
zaadzaaiende
H6086 H6529
boomvrucht
H1961 H8799
is; het zij
H402
u tot spijze!
30
H3605
Maar aan al
H2416
het gedierte
H776
der aarde
H3605
, en aan al
H5775
het gevogelte
H8064
des hemels
H3605
, en aan al
H7430 H8802
het kruipende gedierte
H5921
op
H776
de aarde
H834
, waarin
H2416
een levende
H5315
ziel
H3605
[is], [heb] [Ik] al
H3418
het groene
H6212
kruid
H402
tot spijze
H1961 H8799
[gegeven]. En het was
H3651
alzo.
Exodus 22:18
Numbers 22:5-38
5
H7971 H8799
Die zond
H4397
boden
H1109
aan Bileam
H1121
, den zoon
H1160
van Beor
H6604
, te Pethor
H5104
, hetwelk aan de rivier
H776
is, in het land
H1121
der kinderen
H5971
zijns volks
H7121 H8800
, om hem te roepen
H559 H8800
, zeggende
H5971
: Zie, er is een volk
H4714
uit Egypte
H3318 H8804
getogen
H5869
; zie, het heeft het gezicht
H776
des lands
H3680 H8765
bedekt
H3427 H8802
, en het blijft liggen
H4136
recht tegenover mij.
6
H3212 H8798
En nu, kom
H779 H8798
toch, vervloek
H5971
mij dit volk
H6099
, want het is machtiger
H3201 H8799
dan ik; misschien zal ik het kunnen
H5221 H8686
slaan
H776
, of het uit het land
H1644 H8762
verdrijven
H3045 H8804
; want ik weet
H1288 H8762
, dat, wien gij zegent
H1288 H8794
, die zal gezegend zijn
H779 H8799
, en wien gij vervloekt
H779 H8714
, die zal vervloekt zijn.
7
H3212 H8799
Toen gingen
H2205
de oudsten
H4124
der Moabieten
H2205
, en de oudsten
H4080
der Midianieten
H7081
, en hadden het [loon] [der] waarzeggingen
H3027
in hun hand
H935 H8799
; alzo kwamen zij
H1109
tot Bileam
H1696 H8762
, en spraken
H1697
tot hem de woorden
H1111
van Balak.
8
H559 H8799
Hij dan zeide
H3885 H8798
tot hen: Vernacht
H3915
hier dezen nacht
H1697
, zo zal ik ulieden een antwoord
H7725 H8689
wederbrengen
H3068
, gelijk als de HEERE
H1696 H8762
tot mij zal gesproken hebben
H3427 H8799
. Toen bleven
H8269
de vorsten
H4124
der Moabieten
H1109
bij Bileam.
9
H430
En God
H935 H8799
kwam
H1109
tot Bileam
H559 H8799
en zeide
H582
: Wie zijn die mannen, die bij u zijn?
10
H559 H8799
Toen zeide
H1109
Bileam
H430
tot God
H1111
: Balak
H1121
, de zoon
H6834
van Zippor
H4428
, de koning
H4124
der Moabieten
H7971 H8804
, heeft hen tot mij gezonden, [zeggende]:
11
H5971
Zie, er is een volk
H4714
uit Egypte
H3318 H8802
getogen
H5869
, en het heeft het gezicht
H776
des lands
H3680 H8762
bedekt
H3212 H8798
; kom
H6895 H8798
nu, vervloek
H3201 H8799
het mij; misschien zal ik tegen hetzelve kunnen
H3898 H8736
strijden
H1644 H8765
, of het uitdrijven.
12
H559 H8799
Toen zeide
H430
God
H1109
tot Bileam
H3212 H8799
: Gij zult met hen niet trekken
H5971
; gij zult dat volk
H779 H8799
niet vloeken
H1288 H8803
, want het is gezegend.
13
H6965 H0
Toen stond
H1109
Bileam
H1242
des morgens
H6965 H8799
op
H559 H8799
, en zeide
H8269
tot de vorsten
H1111
van Balak
H3212 H8798
: Gaat
H776
naar uw land
H3068
; want de HEERE
H3985 H8765
weigert
H5414 H8800
mij toe te laten
H1980 H8800
met ulieden te gaan.
14
H6965 H0
Zo stonden
H8269
dan de vorsten
H4124
der Moabieten
H6965 H8799
op
H935 H8799
, en kwamen
H1111
tot Balak
H559 H8799
, en zij zeiden
H1109
: Bileam
H3985 H8765
heeft geweigerd
H1980 H8800
met ons te gaan.
15
H1111
Doch Balak
H3254 H8686
voer nog voort
H8269
vorsten
H7971 H8800
te zenden
H7227
, meer
H3513 H8737
en eerlijker, dan die waren;
16
H1109
Die tot Bileam
H935 H8799
kwamen
H559 H8799
, en hem zeiden
H559 H8804
: Alzo zegt
H1111
Balak
H1121
, de zoon
H6834
van Zippor
H4513 H8735
: Laat u toch niet beletten
H1980 H8800
tot mij te komen!
17
H3966
Want ik zal u zeer
H3513 H8763
hoog
H3513 H8762
vereren
H559 H8799
, en al wat gij tot mij zeggen zult
H6213 H8799
, dat zal ik doen
H3212 H8798
; zo kom
H6895 H8798
toch, vervloek
H5971
mij dit volk!
18
H6030 H8799
Toen antwoordde
H1109
Bileam
H559 H8799
, en zeide
H5650
tot de dienaren
H1111
van Balak
H1111
: Wanneer Balak
H1004
mij zijn huis
H4393
vol
H3701
zilver
H2091
en goud
H5414 H8799
gave
H3201 H8799
, zo vermocht ik
H6310
niet het bevel
H3068
des HEEREN
H430
mijns Gods
H5674 H8800
te overtreden
H6213 H8800
, om te doen
H6996
klein
H1419
of groot.
19
H3427 H8798
En nu, blijft gijlieden
H3915
toch ook hier dezen nacht
H3045 H8799
, opdat ik wete
H3068
, wat de HEERE
H3254 H8686
tot mij verder
H1696 H8763
spreken zal.
20
H430
God
H935 H8799
nu kwam
H1109
tot Bileam
H3915
des nachts
H559 H8799
, en zeide
H582
tot hem: Dewijl die mannen
H935 H8804
gekomen zijn
H7121 H8800
, om u te roepen
H6965 H8798
, sta op
H3212 H8798
, ga
H389
met hen; en nochtans
H1697
zult gij dat
H6213 H8799
doen
H1696 H8762
, hetwelk Ik tot u spreken zal.
21
H6965 H0
Toen stond
H1109
Bileam
H1242
des morgens
H6965 H8799
op
H2280 H8799
, en zadelde
H860
zijn ezelin
H3212 H8799
, en hij trok heen
H8269
met de vorsten
H4124
van Moab.
22
H639
Doch de toorn
H430
van God
H2734 H8799
werd ontstoken
H1980 H8802
, omdat hij heentoog
H4397
; en de Engel
H3068
des HEEREN
H3320 H8691
stelde Zich
H1870
in den weg
H7854
, hem tot een tegenpartij
H7392 H8802
; hij reed
H860
nu op zijn ezelin
H8147
, en twee
H5288
zijner jongeren waren bij hem.
23
H860
De ezelin
H7200 H8799
nu zag
H4397
den Engel
H3068
des HEEREN
H5324 H8737
staande
H1870
in den weg
H8025 H8803
, met Zijn uitgetrokken
H2719
zwaard
H3027
in Zijn hand
H5186 H8799
; daarom week
H860
de ezelin
H1870
uit den weg
H3212 H8799
, en ging
H7704
in het veld
H5221 H8686
. Toen sloeg
H1109
Bileam
H860
de ezelin
H1870
, om dezelve naar den weg
H5186 H8687
te doen wenden.
24
H4397
Maar de Engel
H3068
des HEEREN
H5975 H8799
stond
H4934
in een pad
H3754
der wijngaarden
H1447
, zijnde een muur
H1447
aan deze, en een muur aan gene zijde.
25
H860
Toen de ezelin
H4397
den Engel
H3068
des HEEREN
H7200 H8799
zag
H3905 H8735
, zo klemde zij zichzelve
H7023
aan den wand
H3905 H8799
, en klemde
H1109
Bileams
H7272
voet
H7023
aan den wand
H3254 H8686
; daarom voer hij voort
H5221 H8687
haar te slaan.
26
H5674 H8800
Toen ging
H4397
de Engel
H3068
des HEEREN
H3254 H8686
noch verder
H5975 H8799
, en Hij stond
H6862
in een enge
H4725
plaats
H1870
, waar geen weg
H5186 H8800
was om te wijken
H3225
ter rechter
H8040
[hand] noch ter linkerhand.
27
H860
Als de ezelin
H4397
den Engel
H3068
des HEEREN
H7200 H8799
zag
H7257 H8799
, zo leide zij zich neder
H1109
onder Bileam
H639
; en de toorn
H1109
van Bileam
H2734 H8799
ontstak
H5221 H8686
, en hij sloeg
H860
de ezelin
H4731
met een stok.
28
H3068
De HEERE
H6605 H8799
nu opende
H6310
den mond
H860
der ezelin
H1109
, die tot Bileam
H559 H8799
zeide
H6213 H8804
: Wat heb ik u gedaan
H7969 H7272
, dat gij mij nu driemaal
H5221 H8689
geslagen hebt?
29
H559 H8799
Toen zeide
H1109
Bileam
H860
tot de ezelin
H5953 H8694
: Omdat gij mij bespot hebt
H3863
; och, of
H2719
ik een zwaard
H3027
in mijn hand
H3426
had
H2026 H8804
! want ik zoude u nu doden.
30
H860
De ezelin
H559 H8799
nu zeide
H1109
tot Bileam
H860
: Ben ik niet uw ezelin
H7392 H8804
, op welke gij gereden hebt
H3117
van toen af, dat gij [mijn] [heer] geweest zijt, tot op dezen dag
H5532 H8687
? Ben ik ooit
H5532 H8689
gewend geweest
H6213 H8800
u alzo te doen
H559 H8799
? Hij dan zeide: Neen!
31
H1540 H8762
Toen ontdekte
H3068
de HEERE
H5869
de ogen
H1109
van Bileam
H4397
, zodat hij den Engel
H3068
des HEEREN
H7200 H8799
zag
H5324 H8737
, staande
H1870
in den weg
H8025 H8803
, en Zijn uitgetrokken
H2719
zwaard
H3027
in Zijn hand
H6915 H8799
; daarom neigde hij
H7812 H8691
het hoofd en boog zich
H639
op zijn aangezicht.
32
H559 H8799
Toen zeide
H4397
de Engel
H3068
des HEEREN
H860
tot hem: Waarom hebt gij uw ezelin
H7969 H7272
nu driemaal
H5221 H8689
geslagen
H3318 H8804
? Zie, Ik ben uitgegaan
H7854
[u] tot een tegenpartij
H1870
, dewijl deze weg
H3399 H8804
van Mij afwijkt.
33
H860
Maar de ezelin
H7200 H8799
heeft Mij gezien
H7969 H7272
, en zij is nu driemaal
H6440
voor Mijn aangezicht
H5186 H8799
geweken
H194 H0
; indien
H6440
zij voor Mijn aangezicht
H194
niet
H5186 H8804
geweken ware
H2026 H8804
, zekerlijk Ik zoude u nu ook gedood
H2421 H8689
, en haar bij het leven behouden hebben.
34
H559 H8799
Toen zeide
H1109
Bileam
H4397
tot den Engel
H3068
des HEEREN
H2398 H8804
: Ik heb gezondigd
H3045 H8804
, want ik heb niet geweten
H7125 H8800
, dat Gij mij tegemoet
H1870
op dezen weg
H5324 H8737
stond
H7489 H8804
; en nu, is het kwaad
H5869
in Uw ogen
H7725 H8799
, ik zal wederkeren.
35
H4397
De Engel
H3068
des HEEREN
H559 H8799
nu zeide
H1109
tot Bileam
H3212 H8798
: Ga heen
H582
met deze mannen
H657
; maar alleenlijk
H1697
dat woord
H1696 H8762
, wat Ik tot u spreken zal
H1696 H8762
, dat zult gij spreken
H3212 H8799
. Alzo toog
H1109
Bileam
H8269
met de vorsten
H1111
van Balak.
36
H1111
Als Balak
H8085 H8799
hoorde
H1109
, dat Bileam
H935 H8802
kwam
H3318 H8799
, zo ging hij uit
H7125 H8800
, hem tegemoet
H5892
, tot de stad
H4124
der Moabieten
H1366
, welke aan de landpale
H769
van de Arnon
H7097
[ligt], die aan het uiterste
H1366
der landpale is.
John 3:16
16
G1063
Want
G3779
alzo
G25 G
lief heeft
G2316
God
G2889
de wereld
G25 G5656
gehad
G5620
, dat
G846
Hij Zijn
G3439
eniggeboren
G5207
Zoon
G1325 G5656
gegeven heeft
G2443
, opdat
G3956
een iegelijk
G1519
die in
G846
Hem
G4100 G5723
gelooft
G3361
, niet
G622 G5643
verderve
G235
, maar
G166
het eeuwige
G2222
leven
G2192 G5725
hebbe.
John 17:17
Hebrews 1:14
1 John 5:14
James 5:16
2 Corinthians 11:13-15
13
G1063
Want
G5108
zulke
G5570
valse apostelen
G1386
zijn bedriegelijke
G2040
arbeiders
G3345 G5734
, zich veranderende
G1519
in
G652
apostelen
G5547
van Christus.
2 Timothy 3:16
Hebrews 4:12
12
G1063
Want
G3056
het Woord
G2316
Gods
G2198 G5723
is levend
G2532
en
G1756
krachtig
G2532
, en
G5114
scherpsnijdender
G5228
dan
G3956
enig
G1366
tweesnijdend
G3162
zwaard
G1338 G5740
, en gaat door
G891
tot
G3311
de verdeling
G5590
der ziel
G5037 G2532
, en
G4151
des geestes
G5037 G2532
, en
G719
der samenvoegselen
G2532
, en
G3452
des mergs
G2532
, en
G2924
is een oordeler
G1761
der gedachten
G2532
en
G1771
der overleggingen
G2588
des harten.
Isaiah 53:1-12
1
H8052
Wie heeft onze prediking
H539 H8689
geloofd
H2220
, en aan wien is de arm
H3068
des HEEREN
H1540 H8738
geopenbaard?
2
H3126
Want Hij is als een rijsje
H6440
voor Zijn aangezicht
H5927 H8799
opgeschoten
H8328
, en als een wortel
H6723
uit een dorre
H776
aarde
H8389
; Hij had geen gedaante
H1926
noch heerlijkheid
H7200 H8799
; als wij Hem aanzagen
H4758
, zo was er geen gestalte
H2530 H8799
, dat wij Hem zouden begeerd hebben.
3
H959 H8737
Hij was veracht
H2310
, en de onwaardigste
H376
onder de mensen
H376
, een Man
H4341
van smarten
H3045 H8803
, en verzocht
H2483
in krankheid
H4564 H8688
; en [een] [iegelijk] was als verbergende
H6440
het aangezicht
H959 H8737
voor Hem; Hij was veracht
H2803 H8804
, en wij hebben Hem niet geacht.
4
H403
Waarlijk
H2483
, Hij heeft onze krankheden
H5375 H8804
op Zich genomen
H4341
, en onze smarten
H5445 H8804
heeft Hij gedragen
H2803 H8804
; doch wij achtten
H5060 H8803
Hem, dat Hij geplaagd
H430
, van God
H5221 H8716
geslagen
H6031 H8794
en verdrukt was.
5
H6588
Maar Hij is om onze overtredingen
H2490 H8775
verwond
H5771
, om onze ongerechtigheden
H1792 H8794
is Hij verbrijzeld
H4148
; de straf
H7965
, die ons den vrede
H2250
aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen
H7495 H8738
is ons genezing geworden.
6
H8582 H8804
Wij dwaalden
H6629
allen als schapen
H6437 H8804
, wij keerden ons
H376
een iegelijk
H1870
naar zijn weg
H3068
; doch de HEERE
H5771
heeft onzer aller ongerechtigheid
H6293 H8689
op Hem doen aanlopen.
7
H5065 H8738
[Als] dezelve geeist werd
H6031 H8737
, toen werd Hij verdrukt
H6310
; doch Hij deed Zijn mond
H6605 H8799
niet open
H7716
; als een lam
H2874
werd Hij ter slachting
H2986 H8714
geleid
H7353
, en als een schaap
H481 H8738
, dat stom is
H6440
voor het aangezicht
H1494 H8802
zijner scheerders
H6310
, alzo deed Hij Zijn mond
H6605 H8799
niet open.
8
H6115
Hij is uit den angst
H4941
en uit het gericht
H3947 H8795
weggenomen
H1755
; en wie zal Zijn leeftijd
H7878 H8787
uitspreken
H1504 H8738
? Want Hij is afgesneden
H776
uit het land
H2416
der levenden
H6588
; om de overtreding
H5971
Mijns volks
H5061
is de plage op Hem geweest.
9
H6913
En men heeft Zijn graf
H7563
bij de goddelozen
H5414 H8799
gesteld
H6223
, en Hij is bij den rijke
H4194
in Zijn dood
H2555
geweest, omdat Hij geen onrecht
H6213 H8804
gedaan heeft
H4820
, noch bedrog
H6310
in Zijn mond geweest is.
10
H2654 H8804
Doch het behaagde
H3068
den HEERE
H1792 H8763
Hem te verbrijzelen
H2470 H8689
; Hij heeft [Hem] krank gemaakt
H5315
; als Zijn ziel
H817
Zich [tot] een schuldoffer
H7760 H8799
gesteld zal hebben
H2233
, zo zal Hij zaad
H7200 H8799
zien
H3117
, Hij zal de dagen
H748 H8686
verlengen
H2656
; en het welbehagen
H3068
des HEEREN
H3027
zal door Zijn hand
H6743 H8799
gelukkiglijk voortgaan.
11
H5999
Om den arbeid
H5315
Zijner ziel
H7200 H8799
zal Hij het zien
H7646 H8799
, [en] verzadigd worden
H1847
; door Zijn kennis
H5650
zal Mijn Knecht
H6662
, de Rechtvaardige
H7227
, velen
H6663 H8686
rechtvaardig maken
H5771
, want Hij zal hun ongerechtigheden
H5445 H8799
dragen.
12
H2505 H8762
Daarom zal Ik Hem een deel geven
H7227
van velen
H6099
, en Hij zal de machtigen
H7998
als een roof
H2505 H8762
delen
H5315
, omdat Hij Zijn ziel
H6168 H8689
uitgestort heeft
H4194
in den dood
H6586 H8802
, en met de overtreders
H4487 H8738
is geteld geweest
H7227
, en Hij veler
H2399
zonden
H5375 H8804
gedragen heeft
H6586 H8802
, en voor de overtreders
H6293 H8686
gebeden heeft.
Deuteronomy 18:9-13
9
H935 H8802
Wanneer gij komt
H776
in het land
H3068
, dat de HEERE
H430
, uw God
H5414 H8802
, u geven zal
H3925 H8799
, zo zult gij niet leren
H6213 H8800
te doen
H8441
naar de gruwelen
H1471
van dezelve volken.
10
H4672 H8735
Onder u zal niet gevonden worden
H1121
, die zijn zoon
H1323
of zijn dochter
H784
door het vuur
H5674 H8688
doet doorgaan
H7081
, die met waarzeggerijen
H7080 H8802
omgaat
H6049 H8781
, een guichelaar
H5172 H8764
, of die op vogelgeschrei acht geeft
H3784 H8764
, of tovenaar.
11
H2266 H8802
Of een bezweerder
H2267
, die met bezwering
H178
omgaat, of die een waarzeggenden geest
H7592 H8802
vraagt
H3049
, of een duivelskunstenaar
H4191 H8801
, of die de doden
H1875 H8802
vraagt.