Bible verses about "supernatural" | DSV_Strongs

Genesis 1:1

  1 H7225 In den beginne H1254 H8804 schiep H430 God H853 den H8064 hemel H853 en de H776 aarde.

Job 26:7

  7 H5186 H0 Hij breidt H6828 het noorden H5186 H8802 uit H5921 over H8414 het woeste H8518 H8802 ; Hij hangt H776 de aarde H5921 aan H1099 een niet.

Job 41:1-6

  1 H3882 [040:20] Zult gij den Leviathan H2443 met den angel H4900 H8799 trekken H3956 , of zijn tong H2256 met een koord H8257 H8686 , [dat] gij laat nederzinken?
  2 H100 [040:21] Zult gij hem een bieze H639 in den neus H7760 H8799 leggen H2336 , of met een doorn H3895 zijn kaak H5344 H8799 doorboren?
  3 H413 [040:22] Zal hij aan H8469 u veel smekingen H7235 H8686 maken H518 ? H7390 Zal hij zachtjes H413 tot H1696 H8762 u spreken?
  4 H1285 [040:23] Zal hij een verbond H5973 met H3772 H8799 u maken H3947 H8799 ? Zult gij hem aannemen H5769 tot een eeuwigen H5650 slaaf?
  5 H7832 H8762 [040:24] Zult gij met hem spelen H6833 gelijk [met] een vogeltje H7194 H8799 , of zult gij hem binden H5291 voor uw jonge dochters?
  6 H2271 [040:25] Zullen de metgezellen H5921 over H3739 H8799 hem een maaltijd bereiden H2673 H8799 ? Zullen zij hem delen H996 onder H3669 de kooplieden?

Proverbs 7:23

  23 H2671 Totdat hem de pijl H3516 zijn lever H6398 H8762 doorsneed H6833 ; gelijk een vogel H4116 H8763 zich haast H6341 naar den strik H3045 H8804 , en niet weet H5315 , dat dezelve tegen zijn leven is.

Proverbs 28:13

  13 H6588 Die zijn overtredingen H3680 H8764 bedekt H6743 H8686 , zal niet voorspoedig zijn H3034 H8688 ; maar die ze bekent H5800 H8802 en laat H7355 H8792 , zal barmhartigheid verkrijgen.

Isaiah 27:1

  1 H3117 Te dien dage H3068 zal de HEERE H7186 met Zijn hard H1419 , en groot H2389 , en sterk H2719 zwaard H6485 H8799 bezoeken H3882 den Leviathan H1281 , de langwemelende H5175 slang H3882 , ja, den Leviathan H6129 , de kromme slomme H5175 slang H8577 ; en Hij zal den draak H3220 , die in de zee H2026 H8804 is, doden.

Matthew 5:18

  18 G1063 Want G281 voorwaar G3004 G5719 zeg Ik G5213 u G2193 G302 : Totdat G3772 de hemel G2532 en G1093 de aarde G3928 G5632 voorbijgaan G3364 , zal er niet G1520 een G2503 jota G2228 noch G3391 een G2762 tittel G575 van G3551 de wet G3928 G5632 voorbijgaan G2193 G302 , totdat G3956 het alles G1096 G5638 zal zijn geschied.

Mark 2:12

  12 G2532 En G2112 terstond G1453 G5681 stond hij op G2532 , en G2895 het beddeken G142 G5660 opgenomen hebbende G1831 G5627 , ging hij uit G3956 in aller G1726 tegenwoordigheid G5620 ; zodat G1839 G zij zich G3956 allen G1839 G5733 ontzetten G2532 en G1392 G5721 verheerlijkten G2316 God G3004 G5723 , zeggende G3754 : G1492 G Wij hebben G3763 nooit G3779 zulks G1492 G5627 gezien!

Matthew 28:18

  18 G2532 En G2424 Jezus G4334 G5631 , bij hen komende G2980 G5656 , sprak G846 tot hen G3004 G5723 , zeggende G3427 : Mij G1325 G5681 is gegeven G3956 alle G1849 macht G1722 in G3772 hemel G2532 en G1909 op G1093 aarde.

Mark 10:46-52

  46 G2532 En G2064 G5736 zij kwamen G1519 te G2410 Jericho G2532 . En G2532 als Hij en G846 Zijn G3101 discipelen G2532 , en G2425 een grote G3793 schare G575 van G2410 Jericho G1607 G5740 uitging G2521 G5711 , zat G5207 de zoon G5090 van Timeus G924 , Bar-timeus G5185 , de blinde G3844 , aan G3598 den weg G4319 G5723 , bedelende.
  47 G2532 En G191 G5660 horende G3754 , dat G2424 het Jezus G3480 de Nazarener G2076 G5748 was G756 G5662 , begon hij G2896 G5721 te roepen G2532 en G3004 G5721 te zeggen G2424 : Jezus G5207 , Gij Zone G1138 Davids G1653 G5657 ! ontferm U G3165 mijner.
  48 G2532 En G4183 velen G2008 G5707 bestraften G846 hem G2443 , opdat G4623 G5661 hij zwijgen zou G1161 ; maar G2896 G5707 hij riep G3123 zoveel G4183 temeer G5207 : Gij Zone G1138 Davids G1653 G5657 ! ontferm U G3165 mijner.
  49 G2532 En G2424 Jezus G2476 G5631 , [stil] staande G2036 G5627 , zeide G846 , dat men hem G5455 G5683 roepen zou G2532 ; en G5455 G5719 zij riepen G5185 den blinde G3004 G5723 , zeggende G846 tot hem G2293 G5720 : Heb goeden moed G1453 G5669 ; sta op G5455 G5719 ; Hij roept G4571 u.
  50 G1161 En G846 hij, zijn G2440 mantel G577 G5631 afgeworpen hebbende G450 G5631 , stond op G2064 G5627 , en kwam G4314 tot G2424 Jezus.
  51 G2532 En G2424 Jezus G611 G5679 , antwoordende G3004 G5719 , zeide G846 tot hem G5101 : Wat G2309 G5719 wilt gij G4671 , dat Ik u G4160 G5661 doen zal G1161 ? En G5185 de blinde G2036 G5627 zeide G846 tot Hem G4462 : Rabboni G2443 ! dat G308 G5661 ik ziende mag worden.
  52 G1161 En G2424 Jezus G2036 G5627 zeide G846 tot hem G5217 G5720 : Ga heen G4675 , uw G4102 geloof G4982 G heeft G4571 u G4982 G5758 behouden G2532 . En G2112 terstond G308 G5656 werd hij ziende G2532 , en G190 G5707 volgde G2424 Jezus G1722 op G3598 den weg.

John 4:1-30

  1 G5613 Als G3767 dan G2962 de Heere G1097 G5627 verstond G3754 , dat G5330 de Farizeen G191 G5656 gehoord hadden G3754 , dat G2424 Jezus G4119 meer G3101 discipelen G4160 G5719 maakte G2532 en G907 G5719 doopte G2228 dan G2491 Johannes;
  2 G2544 (Hoewel G2424 Jezus G846 zelf G3756 niet G907 G5707 doopte G235 , maar G846 Zijn G3101 discipelen),
  3 G863 G5656 Zo verliet Hij G2449 Judea G2532 , en G565 G ging G3825 wederom G565 G5627 heen G1519 naar G1056 Galilea.
  4 G1161 En G1163 G5713 Hij moest G1223 door G4540 Samaria G1330 G5738 gaan.
  5 G2064 G5736 Hij kwam G3767 dan G1519 in G4172 een stad G4540 van Samaria G3004 G5746 , genaamd G4965 Sichar G4139 , nabij G5564 het stuk land G2384 , hetwelk Jakob G846 zijn G5207 zoon G2501 Jozef G1325 G5656 gaf.
  6 G1161 En G1563 aldaar G2258 G5713 was G4077 de fontein G2384 Jakobs G2424 . Jezus G3767 dan G2872 G5761 , vermoeid zijnde G1537 van G3597 de reize G2516 G5711 , zat G3779 alzo G1909 neder nevens G4077 de fontein G2258 G5713 . Het was G5616 omtrent G1623 de zesde G5610 ure.
  7 G2064 G5736 Er kwam G1135 een vrouw G1537 uit G4540 Samaria G5204 om water G501 G5658 te putten G2424 . Jezus G3004 G5719 zeide G846 tot haar G1325 G5628 : Geef G3427 Mij G4095 G5629 te drinken.
  8 G1063 (Want G846 Zijn G3101 discipelen G565 G5715 waren heengegaan G1519 in G4172 de stad G2443 , opdat G5160 zij zouden spijze G59 G5661 kopen.)
  9 G3004 G5719 Zo zeide G3767 dan G4542 de Samaritaanse G1135 vrouw G846 tot Hem G4459 : Hoe G154 G5719 begeert G4771 Gij G2453 , Die een Jood G5607 G5752 zijt G3844 , van G1700 mij G4095 G5629 te drinken G4542 , die een Samaritaanse G1135 vrouw G5607 G5752 ben G1063 ? Want G2453 de Joden G4798 G houden G3756 geen G4798 G5736 gemeenschap G4541 met de Samaritanen.

John 4:11-30

  11 G1135 De vrouw G3004 G5719 zeide G846 tot Hem G2962 : Heere G2192 G5719 ! Gij hebt G3777 niet G502 om mede te putten G2532 , en G5421 de put G2076 G5748 is G901 diep G4159 ; van waar G2192 G5719 hebt Gij G3767 dan G2198 G5723 het levend G5204 water?
  12 G3361   G1488 G5748 Zijt G4771 Gij G3187 meerder G2257 dan onze G3962 vader G2384 Jakob G3739 , die G2254 ons G5421 den put G1325 G5656 gegeven heeft G2532 , en G846 hijzelf G1537 G846 heeft daaruit G4095 G5627 gedronken G2532 , en G846 zijn G5207 kinderen G2532 en G846 zijn G2353 vee?

John 4:10-30

  10 G2424 Jezus G611 G5662 antwoordde G2532 en G2036 G5627 zeide G846 tot haar G1487 : Indien G1431 gij de gave G2316 Gods G1492 G5715 kendet G2532 , en G5101 Wie G2076 G5748 Hij is G4671 , Die tot u G3004 G5723 zegt G1325 G5628 : Geef G3427 Mij G4095 G5629 te drinken G302 , zo zoudt G4771 gij G846 van Hem G154 G5656 hebben begeerd G2532 , en G302 Hij zoude G4671 u G2198 G5723 levend G5204 water G1325 G5656 gegeven hebben.

John 4:13-30

  13 G2424 Jezus G611 G5662 antwoordde G2532 , en G2036 G5627 zeide G846 tot haar G3956 : Een ieder G1537 , die van G5127 dit G5204 water G4095 G5723 drinkt G3825 , zal wederom G1372 G5692 dorsten;
  14 G1161 Maar G302 zo G3739 wie G4095 G5632 gedronken zal hebben G1537 van G5204 het water G3739 , dat G1473 Ik G846 hem G1325 G5692 geven zal G1519 , dien zal in G165 eeuwigheid G3364 niet G1372 G5661 dorsten G235 ; maar G5204 het water G3739 , dat G846 Ik hem G1325 G5692 zal geven G1722 , zal in G846 hem G1096 G5695 worden G4077 een fontein G5204 van water G242 G5740 , springende G1519 tot in G166 het eeuwige G2222 leven.
  15 G1135 De vrouw G3004 G5719 zeide G4314 tot G846 Hem G2962 : Heere G1325 G5628 , geef G3427 mij G5124 dat G5204 water G2443 , opdat G1372 G mij G3361 niet G1372 G5725 dorste G3366 G , en G1759 ik hier G3366 niet G2064 G5741 [moet] komen G501 G5721 , om te putten.
  16 G2424 Jezus G3004 G5719 zeide G846 tot haar G5217 G5720 : Ga heen G5455 G5657 , roep G4675 uw G435 man G2532 , en G2064 G5628 kom G1759 hier.
  17 G1135 De vrouw G611 G5662 antwoordde G2532 en G2036 G5627 zeide G2192 G5719 : Ik heb G3756 geen G435 man G2424 . Jezus G3004 G5719 zeide G846 tot haar G2573 : Gij hebt wel G2036 G5627 gezegd G3754 : G2192 G5719 Ik heb G3756 geen G435 man.
  18 G1063 Want G4002 gij hebt vijf G435 mannen G2192 G5627 gehad G2532 , en G3739 dien G3568 gij nu G2192 G5719 hebt G2076 G5748 , is G4675 uw G435 man G3756 niet G5124 ; dat G227 hebt gij met waarheid G2046 G5758 gezegd.
  19 G1135 De vrouw G3004 G5719 zeide G846 tot Hem G2962 : Heere G2334 G5719 , ik zie G3754 , dat G4771 Gij G4396 een profeet G1488 G5748 zijt.
  20 G2257 Onze G3962 vaders G1722 hebben op G5129 dezen G3735 berg G4352 G5656 aangebeden G2532 ; en G5210 gijlieden G3004 G5719 zegt G3754 , dat G1722 te G2414 Jeruzalem G5117 de plaats G2076 G5748 is G3699 , waar G1163 G5748 men moet G4352 G5721 aanbidden.
  21 G2424 Jezus G3004 G5719 zeide G846 tot haar G1135 : Vrouw G4100 G5657 , geloof G3427 Mij G3754 , G5610 de ure G2064 G5736 komt G3753 , wanneer G4352 G gijlieden G3777 , noch G1722 op G5129 dezen G3735 berg G3777 , noch G1722 te G2414 Jeruzalem G3962 , den Vader G4352 G5692 zult aanbidden.
  22 G5210 Gijlieden G4352 G5719 aanbidt G3739 , wat G3756 gij niet G1492 G5758 weet G2249 ; wij G4352 G5719 aanbidden G3739 , wat G1492 G5758 wij weten G3754 ; want G4991 de zaligheid G2076 G5748 is G1537 uit G2453 de Joden.
  23 G235 Maar G5610 de ure G2064 G5736 komt G2532 , en G2076 G5748 is G3568 nu G3753 , wanneer G228 de ware G4353 aanbidders G3962 den Vader G4352 G5692 aanbidden zullen G1722 in G4151 geest G2532 en G225 waarheid G1063 ; want G3962 de Vader G2212 G5719 zoekt G2532 ook G5108 dezulken G846 , die Hem G4352 G5723 [alzo] aanbidden.
  24 G2316 God G4151 is een Geest G2532 , en G846 die Hem G4352 G5723 aanbidden G1163 G5748 , moeten G4352 G5721 [Hem] aanbidden G1722 in G4151 geest G2532 en G225 waarheid.
  25 G1135 De vrouw G3004 G5719 zeide G846 tot Hem G1492 G5758 : Ik weet G3754 , dat G3323 de Messias G2064 G5736 komt G3588 (Die G3004 G5746 genaamd wordt G5547 Christus G3752 ); wanneer G1565 Die G2064 G5632 zal gekomen zijn G2254 , zo zal Hij ons G3956 alle dingen G312 G5692 verkondigen.
  26 G2424 Jezus G3004 G5719 zeide G846 tot haar G1473 : Ik G1510 G5748 ben G4671 het, Die met u G2980 G5723 spreek.
  27 G2532 En G1909 G5129 daarop G2064 G5627 kwamen G846 Zijn G3101 discipelen G2532 en G2296 G5656 verwonderden zich G3754 , dat G3326 Hij met G1135 een vrouw G2980 G5707 sprak G3305 . Nochtans G2036 G5627 zeide G3762 niemand G5101 : Wat G2212 G5719 vraagt Gij G2228 , of G5101 : Wat G2980 G5719 spreekt Gij G3326 met G846 haar?
  28 G863 G5656 Zo verliet G1135 de vrouw G3767 dan G846 haar G5201 watervat G2532 , en G565 G5627 ging heen G1519 in G4172 de stad G2532 en G3004 G5719 zeide G444 tot de lieden:
  29 G1205 G5773 Komt G1492 G5628 , ziet G444 een Mens G3739 , Die G3427 mij G2036 G5627 gezegd heeft G3956 alles G3745 , wat G4160 G5656 ik gedaan heb G2076 G5748 ; is G3778 Deze G3385 niet G5547 de Christus?
  30 G3767 Zij dan G1831 G5627 gingen G1537 uit G4172 de stad G2532 , en G2064 G5711 kwamen G4314 tot G846 Hem.

Ephesians 6:12

  12 G3754 Want G2254 wij G2076 G5748 hebben G3823 den strijd G3756 niet G4314 tegen G4561 vlees G2532 en G129 bloed G235 , maar G4314 tegen G746 de overheden G4314 , tegen G1849 de machten G4314 , tegen G2888 de geweldhebbers der wereld G4655 , der duisternis G5127 dezer G165 eeuw G4314 , tegen G4152 de geestelijke G4189 boosheden G1722 in G2032 de lucht.

Revelation 2:8

  8 G2532 En G1125 G5657 schrijf G32 aan den engel G1577 der Gemeente G4668 van die van Smyrna G3592 : Dit G3004 G5719 zegt G4413 de Eerste G2532 en G2078 de Laatste G3739 , Die G3498 dood G1096 G5633 geweest is G2532 , en G2198 G5656 [weder] levend is geworden:

Genesis 1:1-31

  1 H7225 In den beginne H1254 H8804 schiep H430 God H853 den H8064 hemel H853 en de H776 aarde.
  2 H776 De aarde H1961 H8804 nu was H8414 woest H922 en ledig H2822 , en duisternis H5921 H6440 [was] op H8415 den afgrond H7307 ; en de Geest H430 Gods H7363 H8764 zweefde H5921 H6440 op H4325 de wateren.
  3 H430 En God H559 H8799 zeide H1961 H8799 : Daar zij H216 licht H1961 H8799 ! en daar werd H216 licht.
  4 H430 En God H7200 H8799 zag H853 het H216 licht H3588 , dat H2896 het goed H430 [was]; en God H914 H8686 maakte scheiding H996 tussen H216 het licht H996 en tussen H2822 de duisternis.
  5 H430 En God H7121 H8799 noemde H216 het licht H3117 dag H2822 , en de duisternis H7121 H8804 noemde Hij H3915 nacht H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H259 , de eerste H3117 dag.
  6 H430 En God H559 H8799 zeide H1961 H8799 : Daar zij H7549 een uitspansel H8432 in het midden H4325 der wateren H1961 H8799 ; en dat make H914 H8688 scheiding H996 tussen H4325 wateren H4325 en wateren!
  7 H430 En God H6213 H8799 maakte H7549 dat uitspansel H914 H8686 , en maakte scheiding H996 tussen H4325 de wateren H834 , die H8478 onder H7549 het uitspansel H996 [zijn], en tussen H4325 de wateren H834 , die H5921 boven H7549 het uitspansel H1961 H8799 [zijn]. En het was H3651 alzo.
  8 H430 En God H7121 H8799 noemde H7549 het uitspansel H8064 hemel H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H8145 , de tweede H3117 dag.
  9 H430 En God H559 H8799 zeide H4325 : Dat de wateren H8478 van onder H8064 den hemel H413 in H259 een H4725 plaats H6960 H8735 vergaderd worden H3004 , en dat het droge H7200 H8735 gezien worde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  10 H430 En God H7121 H8799 noemde H3004 het droge H776 aarde H4723 , en de vergadering H4325 der wateren H7121 H8804 noemde Hij H3220 zeeen H430 ; en God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  11 H430 En God H559 H8799 zeide H776 : Dat de aarde H1876 H8686 uitschiete H1877 grasscheutjes H6212 , kruid H2233 H2232 H8688 zaadzaaiende H6529 , vruchtbaar H6086 geboomte H6213 H8802 , dragende H6529 vrucht H4327 naar zijn aard H834 , welks H2233 zaad H5921 daarin zij op H776 de aarde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  12 H776 En de aarde H3318 H8686 bracht voort H1877 grasscheutjes H6212 , kruid H2233 H2232 H8688 zaadzaaiende H4327 naar zijn aard H6529 H6213 H8802 , en vruchtdragend H6086 geboomte H2233 , welks H4327 zaad daarin was, naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  13 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H7992 , de derde H3117 dag.
  14 H430 En God H559 H8799 zeide H3974 : Dat er lichten H1961 H8799 zijn H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H914 H8687 , om scheiding te maken H996 tussen H3117 den dag H996 en tussen H3915 den nacht H1961 H8799 ; en dat zij zijn H226 tot tekenen H4150 en tot gezette tijden H3117 , en tot dagen H8141 en jaren!
  15 H1961 H8799 En dat zij zijn H3974 tot lichten H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H215 H8687 , om licht te geven H5921 op H776 de aarde H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  16 H430 God H6213 H8799 dan maakte H8147 die twee H1419 grote H3974 lichten H1419 ; dat grote H3974 licht H4475 tot heerschappij H3117 des daags H6996 , en dat kleine H3974 licht H4475 tot heerschappij H3915 des nachts H3556 ; ook de sterren.
  17 H430 En God H5414 H8799 stelde H853 ze H7549 in het uitspansel H8064 des hemels H215 H8687 , om licht te geven H5921 op H776 de aarde.
  18 H4910 H8800 En om te heersen H3117 op den dag H3915 , en in den nacht H914 H8687 , en om scheiding te maken H996 tussen H216 het licht H996 en tussen H2822 de duisternis H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  19 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H7243 , de vierde H3117 dag.
  20 H430 En God H559 H8799 zeide H4325 : Dat de wateren H8317 H8799 overvloediglijk voortbrengen H8318 een gewemel H2416 van levende H5315 zielen H5775 ; en het gevogelte H5774 H8787 vliege H5921 boven H776 de aarde H5921 H6440 , in H7549 het uitspansel H8064 des hemels!
  21 H430 En God H1254 H8799 schiep H1419 de grote H8577 walvissen H3605 , en alle H2416 levende H7430 H8802 wremelende H5315 ziel H834 , welke H4325 de wateren H8317 H8804 overvloediglijk voortbrachten H4327 , naar haar aard H3605 ; en alle H3671 gevleugeld H5775 gevogelte H4327 naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  22 H430 En God H1288 H8762 zegende H853 ze H559 H8800 , zeggende H6509 H8798 : Zijt vruchtbaar H7235 H8798 , en vermenigvuldigt H4390 H8798 , en vervult H4325 de wateren H3220 in de zeeen H5775 ; en het gevogelte H7235 H8799 vermenigvuldige H776 op de aarde!
  23 H1961 H0 Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H2549 , de vijfde H3117 dag.
  24 H430 En God H559 H8799 zeide H776 : De aarde H3318 H0 brenge H2416 levende H5315 zielen H3318 H8686 voort H4327 , naar haar aard H929 , vee H7431 , en kruipend H2416 , en wild gedierte H776 der aarde H4327 , naar zijn aard H1961 H8799 ! En het was H3651 alzo.
  25 H430 En God H6213 H8799 maakte H2416 het wild gedierte H776 der aarde H4327 naar zijn aard H929 , en het vee H4327 naar zijn aard H3605 , en al H7431 het kruipend gedierte H127 des aardbodems H4327 naar zijn aard H430 . En God H7200 H8799 zag H3588 , dat H2896 het goed [was].
  26 H430 En God H559 H8799 zeide H6213 H0 : Laat Ons H120 mensen H6213 H8799 maken H6754 , naar Ons beeld H1823 , naar Onze gelijkenis H7287 H8799 ; en dat zij heerschappij hebben H1710 over de vissen H3220 der zee H5775 , en over het gevogelte H8064 des hemels H929 , en over het vee H3605 , en over de gehele H776 aarde H3605 , en over al H7431 het kruipend gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H7430 H8802 kruipt.
  27 H430 En God H1254 H8799 schiep H120 den mens H6754 naar Zijn beeld H6754 ; naar het beeld H430 van God H1254 H8804 schiep Hij H853 hem H2145 ; man H5347 en vrouw H1254 H8804 schiep Hij H853 ze.
  28 H430 En God H1288 H8762 zegende H853 hen H430 , en God H559 H8799 zeide H6509 H8798 tot hen: Weest vruchtbaar H7235 H8798 , en vermenigvuldigt H4390 H8798 , en vervult H776 de aarde H3533 H8798 , en onderwerpt haar H7287 H8798 , en hebt heerschappij H1710 over de vissen H3220 der zee H5775 , en over het gevogelte H8064 des hemels H3605 , en over al H2416 het gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H7430 H8802 kruipt!
  29 H430 En God H559 H8799 zeide H2009 : Ziet H3605 , Ik heb ulieden al H2233 H2232 H8802 het zaadzaaiende H6212 kruid H5414 H8804 gegeven H834 , dat H5921 H6440 op H3605 de ganse H776 aarde H853 [is], en H3605 alle H6086 geboomte H834 , in hetwelk H2233 H2232 H8802 zaadzaaiende H6086 H6529 boomvrucht H1961 H8799 is; het zij H402 u tot spijze!
  30 H3605 Maar aan al H2416 het gedierte H776 der aarde H3605 , en aan al H5775 het gevogelte H8064 des hemels H3605 , en aan al H7430 H8802 het kruipende gedierte H5921 op H776 de aarde H834 , waarin H2416 een levende H5315 ziel H3605 [is], [heb] [Ik] al H3418 het groene H6212 kruid H402 tot spijze H1961 H8799 [gegeven]. En het was H3651 alzo.
  31 H430 En God H7200 H8799 zag H3605 al H834 wat H6213 H8804 Hij gemaakt had H2009 , en ziet H3966 , [het] [was] zeer H2896 goed H1961 H0 . Toen was H6153 het avond H1961 H8799 geweest H1961 H0 , en het was H1242 morgen H1961 H8799 geweest H8345 , de zesde H3117 dag.

Exodus 22:18

  18 H3784 H8764 De toveres H2421 H8762 zult gij niet laten leven.

Numbers 22:5-38

  5 H7971 H8799 Die zond H4397 boden H1109 aan Bileam H1121 , den zoon H1160 van Beor H6604 , te Pethor H5104 , hetwelk aan de rivier H776 is, in het land H1121 der kinderen H5971 zijns volks H7121 H8800 , om hem te roepen H559 H8800 , zeggende H5971 : Zie, er is een volk H4714 uit Egypte H3318 H8804 getogen H5869 ; zie, het heeft het gezicht H776 des lands H3680 H8765 bedekt H3427 H8802 , en het blijft liggen H4136 recht tegenover mij.
  6 H3212 H8798 En nu, kom H779 H8798 toch, vervloek H5971 mij dit volk H6099 , want het is machtiger H3201 H8799 dan ik; misschien zal ik het kunnen H5221 H8686 slaan H776 , of het uit het land H1644 H8762 verdrijven H3045 H8804 ; want ik weet H1288 H8762 , dat, wien gij zegent H1288 H8794 , die zal gezegend zijn H779 H8799 , en wien gij vervloekt H779 H8714 , die zal vervloekt zijn.
  7 H3212 H8799 Toen gingen H2205 de oudsten H4124 der Moabieten H2205 , en de oudsten H4080 der Midianieten H7081 , en hadden het [loon] [der] waarzeggingen H3027 in hun hand H935 H8799 ; alzo kwamen zij H1109 tot Bileam H1696 H8762 , en spraken H1697 tot hem de woorden H1111 van Balak.
  8 H559 H8799 Hij dan zeide H3885 H8798 tot hen: Vernacht H3915 hier dezen nacht H1697 , zo zal ik ulieden een antwoord H7725 H8689 wederbrengen H3068 , gelijk als de HEERE H1696 H8762 tot mij zal gesproken hebben H3427 H8799 . Toen bleven H8269 de vorsten H4124 der Moabieten H1109 bij Bileam.
  9 H430 En God H935 H8799 kwam H1109 tot Bileam H559 H8799 en zeide H582 : Wie zijn die mannen, die bij u zijn?
  10 H559 H8799 Toen zeide H1109 Bileam H430 tot God H1111 : Balak H1121 , de zoon H6834 van Zippor H4428 , de koning H4124 der Moabieten H7971 H8804 , heeft hen tot mij gezonden, [zeggende]:
  11 H5971 Zie, er is een volk H4714 uit Egypte H3318 H8802 getogen H5869 , en het heeft het gezicht H776 des lands H3680 H8762 bedekt H3212 H8798 ; kom H6895 H8798 nu, vervloek H3201 H8799 het mij; misschien zal ik tegen hetzelve kunnen H3898 H8736 strijden H1644 H8765 , of het uitdrijven.
  12 H559 H8799 Toen zeide H430 God H1109 tot Bileam H3212 H8799 : Gij zult met hen niet trekken H5971 ; gij zult dat volk H779 H8799 niet vloeken H1288 H8803 , want het is gezegend.
  13 H6965 H0 Toen stond H1109 Bileam H1242 des morgens H6965 H8799 op H559 H8799 , en zeide H8269 tot de vorsten H1111 van Balak H3212 H8798 : Gaat H776 naar uw land H3068 ; want de HEERE H3985 H8765 weigert H5414 H8800 mij toe te laten H1980 H8800 met ulieden te gaan.
  14 H6965 H0 Zo stonden H8269 dan de vorsten H4124 der Moabieten H6965 H8799 op H935 H8799 , en kwamen H1111 tot Balak H559 H8799 , en zij zeiden H1109 : Bileam H3985 H8765 heeft geweigerd H1980 H8800 met ons te gaan.
  15 H1111 Doch Balak H3254 H8686 voer nog voort H8269 vorsten H7971 H8800 te zenden H7227 , meer H3513 H8737 en eerlijker, dan die waren;
  16 H1109 Die tot Bileam H935 H8799 kwamen H559 H8799 , en hem zeiden H559 H8804 : Alzo zegt H1111 Balak H1121 , de zoon H6834 van Zippor H4513 H8735 : Laat u toch niet beletten H1980 H8800 tot mij te komen!
  17 H3966 Want ik zal u zeer H3513 H8763 hoog H3513 H8762 vereren H559 H8799 , en al wat gij tot mij zeggen zult H6213 H8799 , dat zal ik doen H3212 H8798 ; zo kom H6895 H8798 toch, vervloek H5971 mij dit volk!
  18 H6030 H8799 Toen antwoordde H1109 Bileam H559 H8799 , en zeide H5650 tot de dienaren H1111 van Balak H1111 : Wanneer Balak H1004 mij zijn huis H4393 vol H3701 zilver H2091 en goud H5414 H8799 gave H3201 H8799 , zo vermocht ik H6310 niet het bevel H3068 des HEEREN H430 mijns Gods H5674 H8800 te overtreden H6213 H8800 , om te doen H6996 klein H1419 of groot.
  19 H3427 H8798 En nu, blijft gijlieden H3915 toch ook hier dezen nacht H3045 H8799 , opdat ik wete H3068 , wat de HEERE H3254 H8686 tot mij verder H1696 H8763 spreken zal.
  20 H430 God H935 H8799 nu kwam H1109 tot Bileam H3915 des nachts H559 H8799 , en zeide H582 tot hem: Dewijl die mannen H935 H8804 gekomen zijn H7121 H8800 , om u te roepen H6965 H8798 , sta op H3212 H8798 , ga H389 met hen; en nochtans H1697 zult gij dat H6213 H8799 doen H1696 H8762 , hetwelk Ik tot u spreken zal.
  21 H6965 H0 Toen stond H1109 Bileam H1242 des morgens H6965 H8799 op H2280 H8799 , en zadelde H860 zijn ezelin H3212 H8799 , en hij trok heen H8269 met de vorsten H4124 van Moab.
  22 H639 Doch de toorn H430 van God H2734 H8799 werd ontstoken H1980 H8802 , omdat hij heentoog H4397 ; en de Engel H3068 des HEEREN H3320 H8691 stelde Zich H1870 in den weg H7854 , hem tot een tegenpartij H7392 H8802 ; hij reed H860 nu op zijn ezelin H8147 , en twee H5288 zijner jongeren waren bij hem.
  23 H860 De ezelin H7200 H8799 nu zag H4397 den Engel H3068 des HEEREN H5324 H8737 staande H1870 in den weg H8025 H8803 , met Zijn uitgetrokken H2719 zwaard H3027 in Zijn hand H5186 H8799 ; daarom week H860 de ezelin H1870 uit den weg H3212 H8799 , en ging H7704 in het veld H5221 H8686 . Toen sloeg H1109 Bileam H860 de ezelin H1870 , om dezelve naar den weg H5186 H8687 te doen wenden.
  24 H4397 Maar de Engel H3068 des HEEREN H5975 H8799 stond H4934 in een pad H3754 der wijngaarden H1447 , zijnde een muur H1447 aan deze, en een muur aan gene zijde.
  25 H860 Toen de ezelin H4397 den Engel H3068 des HEEREN H7200 H8799 zag H3905 H8735 , zo klemde zij zichzelve H7023 aan den wand H3905 H8799 , en klemde H1109 Bileams H7272 voet H7023 aan den wand H3254 H8686 ; daarom voer hij voort H5221 H8687 haar te slaan.
  26 H5674 H8800 Toen ging H4397 de Engel H3068 des HEEREN H3254 H8686 noch verder H5975 H8799 , en Hij stond H6862 in een enge H4725 plaats H1870 , waar geen weg H5186 H8800 was om te wijken H3225 ter rechter H8040 [hand] noch ter linkerhand.
  27 H860 Als de ezelin H4397 den Engel H3068 des HEEREN H7200 H8799 zag H7257 H8799 , zo leide zij zich neder H1109 onder Bileam H639 ; en de toorn H1109 van Bileam H2734 H8799 ontstak H5221 H8686 , en hij sloeg H860 de ezelin H4731 met een stok.
  28 H3068 De HEERE H6605 H8799 nu opende H6310 den mond H860 der ezelin H1109 , die tot Bileam H559 H8799 zeide H6213 H8804 : Wat heb ik u gedaan H7969 H7272 , dat gij mij nu driemaal H5221 H8689 geslagen hebt?
  29 H559 H8799 Toen zeide H1109 Bileam H860 tot de ezelin H5953 H8694 : Omdat gij mij bespot hebt H3863 ; och, of H2719 ik een zwaard H3027 in mijn hand H3426 had H2026 H8804 ! want ik zoude u nu doden.
  30 H860 De ezelin H559 H8799 nu zeide H1109 tot Bileam H860 : Ben ik niet uw ezelin H7392 H8804 , op welke gij gereden hebt H3117 van toen af, dat gij [mijn] [heer] geweest zijt, tot op dezen dag H5532 H8687 ? Ben ik ooit H5532 H8689 gewend geweest H6213 H8800 u alzo te doen H559 H8799 ? Hij dan zeide: Neen!
  31 H1540 H8762 Toen ontdekte H3068 de HEERE H5869 de ogen H1109 van Bileam H4397 , zodat hij den Engel H3068 des HEEREN H7200 H8799 zag H5324 H8737 , staande H1870 in den weg H8025 H8803 , en Zijn uitgetrokken H2719 zwaard H3027 in Zijn hand H6915 H8799 ; daarom neigde hij H7812 H8691 het hoofd en boog zich H639 op zijn aangezicht.
  32 H559 H8799 Toen zeide H4397 de Engel H3068 des HEEREN H860 tot hem: Waarom hebt gij uw ezelin H7969 H7272 nu driemaal H5221 H8689 geslagen H3318 H8804 ? Zie, Ik ben uitgegaan H7854 [u] tot een tegenpartij H1870 , dewijl deze weg H3399 H8804 van Mij afwijkt.
  33 H860 Maar de ezelin H7200 H8799 heeft Mij gezien H7969 H7272 , en zij is nu driemaal H6440 voor Mijn aangezicht H5186 H8799 geweken H194 H0 ; indien H6440 zij voor Mijn aangezicht H194 niet H5186 H8804 geweken ware H2026 H8804 , zekerlijk Ik zoude u nu ook gedood H2421 H8689 , en haar bij het leven behouden hebben.
  34 H559 H8799 Toen zeide H1109 Bileam H4397 tot den Engel H3068 des HEEREN H2398 H8804 : Ik heb gezondigd H3045 H8804 , want ik heb niet geweten H7125 H8800 , dat Gij mij tegemoet H1870 op dezen weg H5324 H8737 stond H7489 H8804 ; en nu, is het kwaad H5869 in Uw ogen H7725 H8799 , ik zal wederkeren.
  35 H4397 De Engel H3068 des HEEREN H559 H8799 nu zeide H1109 tot Bileam H3212 H8798 : Ga heen H582 met deze mannen H657 ; maar alleenlijk H1697 dat woord H1696 H8762 , wat Ik tot u spreken zal H1696 H8762 , dat zult gij spreken H3212 H8799 . Alzo toog H1109 Bileam H8269 met de vorsten H1111 van Balak.
  36 H1111 Als Balak H8085 H8799 hoorde H1109 , dat Bileam H935 H8802 kwam H3318 H8799 , zo ging hij uit H7125 H8800 , hem tegemoet H5892 , tot de stad H4124 der Moabieten H1366 , welke aan de landpale H769 van de Arnon H7097 [ligt], die aan het uiterste H1366 der landpale is.
  37 H1111 En Balak H559 H8799 zeide H1109 tot Bileam H7971 H8800 : Heb ik niet ernstiglijk H7971 H8804 tot u gezonden H7121 H8800 , om u te roepen H1980 H8804 ? Waarom zijt gij niet tot mij gekomen H3201 H8799 ? Kan ik H552 u niet te recht H3513 H8763 vereren?
  38 H559 H8799 Toen zeide H1109 Bileam H1111 tot Balak H935 H8804 : Zie, ik ben tot u gekomen H3201 H8800 ; zal ik nu enigszins H3972 iets H3201 H8799 kunnen H1696 H8763 spreken H1697 ? Het woord H430 , hetwelk God H6310 in mijn mond H7760 H8799 leggen zal H1696 H8762 , dat zal ik spreken.

John 3:16

  16 G1063 Want G3779 alzo G25 G lief heeft G2316 God G2889 de wereld G25 G5656 gehad G5620 , dat G846 Hij Zijn G3439 eniggeboren G5207 Zoon G1325 G5656 gegeven heeft G2443 , opdat G3956 een iegelijk G1519 die in G846 Hem G4100 G5723 gelooft G3361 , niet G622 G5643 verderve G235 , maar G166 het eeuwige G2222 leven G2192 G5725 hebbe.

John 17:17

  17 G37 G5657 Heilig G846 ze G1722 in G4675 Uw G225 waarheid G4674 ; Uw G3056 woord G2076 G5748 is G225 de waarheid.

Hebrews 1:14

  14 G1526 G5748 Zijn zij G3780 niet G3956 allen G3010 gedienstige G4151 geesten G1519 , die tot G1248 dienst G649 G5746 uitgezonden worden G1223 , om G4991 dergenen wil, die de zaligheid G2816 G5721 beerven G3195 G5723 zullen?

1 John 5:14

  14 G2532 En G3778 dit G2076 G5748 is G3954 de vrijmoedigheid G3739 , die G4314 wij tot G846 Hem G2192 G5719 hebben G3754 , dat G1437 zo G5100 wij iets G154 G5735 bidden G2596 naar G846 Zijn G2307 wil G2257 , Hij ons G191 G5719 verhoort.

James 5:16

  16 G1843 G5732 Belijdt G240 elkander G3900 de misdaden G2532 , en G2172 G5737 bidt G5228 voor G240 elkander G3704 , opdat G2390 G5686 gij gezond wordt G1754 G5734 ; een krachtig G1162 gebed G1342 des rechtvaardigen G2480 G5719 vermag G4183 veel.

2 Corinthians 11:13-15

  13 G1063 Want G5108 zulke G5570 valse apostelen G1386 zijn bedriegelijke G2040 arbeiders G3345 G5734 , zich veranderende G1519 in G652 apostelen G5547 van Christus.
  14 G2532 En G3756 het is geen G2298 wonder G1063 ; want G4567 de satan G846 zelf G3345 G5731 verandert zich G1519 in G32 een engel G5457 des lichts.
  15 G3767 Zo is het dan G3756 niets G3173 groots G1499 , indien G2532 ook G846 zijn G1249 dienaars G3345 G5743 zich veranderen G5613 , als G1249 [waren] [zij] dienaars G1343 der gerechtigheid G3739 ; van welke G5056 het einde G2071 G5704 zal zijn G2596 naar G846 hun G2041 werken.

2 Timothy 3:16

  16 G3956 Al G1124 de Schrift G2315 is van God ingegeven G2532 , en G5624 is nuttig G4314 tot G1319 lering G4314 , tot G1650 wederlegging G4314 , tot G1882 verbetering G4314 , tot G3809 onderwijzing G1722 , die in G1343 de rechtvaardigheid is;

Hebrews 4:12

  12 G1063 Want G3056 het Woord G2316 Gods G2198 G5723 is levend G2532 en G1756 krachtig G2532 , en G5114 scherpsnijdender G5228 dan G3956 enig G1366 tweesnijdend G3162 zwaard G1338 G5740 , en gaat door G891 tot G3311 de verdeling G5590 der ziel G5037 G2532 , en G4151 des geestes G5037 G2532 , en G719 der samenvoegselen G2532 , en G3452 des mergs G2532 , en G2924 is een oordeler G1761 der gedachten G2532 en G1771 der overleggingen G2588 des harten.

Isaiah 53:1-12

  1 H8052 Wie heeft onze prediking H539 H8689 geloofd H2220 , en aan wien is de arm H3068 des HEEREN H1540 H8738 geopenbaard?
  2 H3126 Want Hij is als een rijsje H6440 voor Zijn aangezicht H5927 H8799 opgeschoten H8328 , en als een wortel H6723 uit een dorre H776 aarde H8389 ; Hij had geen gedaante H1926 noch heerlijkheid H7200 H8799 ; als wij Hem aanzagen H4758 , zo was er geen gestalte H2530 H8799 , dat wij Hem zouden begeerd hebben.
  3 H959 H8737 Hij was veracht H2310 , en de onwaardigste H376 onder de mensen H376 , een Man H4341 van smarten H3045 H8803 , en verzocht H2483 in krankheid H4564 H8688 ; en [een] [iegelijk] was als verbergende H6440 het aangezicht H959 H8737 voor Hem; Hij was veracht H2803 H8804 , en wij hebben Hem niet geacht.
  4 H403 Waarlijk H2483 , Hij heeft onze krankheden H5375 H8804 op Zich genomen H4341 , en onze smarten H5445 H8804 heeft Hij gedragen H2803 H8804 ; doch wij achtten H5060 H8803 Hem, dat Hij geplaagd H430 , van God H5221 H8716 geslagen H6031 H8794 en verdrukt was.
  5 H6588 Maar Hij is om onze overtredingen H2490 H8775 verwond H5771 , om onze ongerechtigheden H1792 H8794 is Hij verbrijzeld H4148 ; de straf H7965 , die ons den vrede H2250 aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen H7495 H8738 is ons genezing geworden.
  6 H8582 H8804 Wij dwaalden H6629 allen als schapen H6437 H8804 , wij keerden ons H376 een iegelijk H1870 naar zijn weg H3068 ; doch de HEERE H5771 heeft onzer aller ongerechtigheid H6293 H8689 op Hem doen aanlopen.
  7 H5065 H8738 [Als] dezelve geeist werd H6031 H8737 , toen werd Hij verdrukt H6310 ; doch Hij deed Zijn mond H6605 H8799 niet open H7716 ; als een lam H2874 werd Hij ter slachting H2986 H8714 geleid H7353 , en als een schaap H481 H8738 , dat stom is H6440 voor het aangezicht H1494 H8802 zijner scheerders H6310 , alzo deed Hij Zijn mond H6605 H8799 niet open.
  8 H6115 Hij is uit den angst H4941 en uit het gericht H3947 H8795 weggenomen H1755 ; en wie zal Zijn leeftijd H7878 H8787 uitspreken H1504 H8738 ? Want Hij is afgesneden H776 uit het land H2416 der levenden H6588 ; om de overtreding H5971 Mijns volks H5061 is de plage op Hem geweest.
  9 H6913 En men heeft Zijn graf H7563 bij de goddelozen H5414 H8799 gesteld H6223 , en Hij is bij den rijke H4194 in Zijn dood H2555 geweest, omdat Hij geen onrecht H6213 H8804 gedaan heeft H4820 , noch bedrog H6310 in Zijn mond geweest is.
  10 H2654 H8804 Doch het behaagde H3068 den HEERE H1792 H8763 Hem te verbrijzelen H2470 H8689 ; Hij heeft [Hem] krank gemaakt H5315 ; als Zijn ziel H817 Zich [tot] een schuldoffer H7760 H8799 gesteld zal hebben H2233 , zo zal Hij zaad H7200 H8799 zien H3117 , Hij zal de dagen H748 H8686 verlengen H2656 ; en het welbehagen H3068 des HEEREN H3027 zal door Zijn hand H6743 H8799 gelukkiglijk voortgaan.
  11 H5999 Om den arbeid H5315 Zijner ziel H7200 H8799 zal Hij het zien H7646 H8799 , [en] verzadigd worden H1847 ; door Zijn kennis H5650 zal Mijn Knecht H6662 , de Rechtvaardige H7227 , velen H6663 H8686 rechtvaardig maken H5771 , want Hij zal hun ongerechtigheden H5445 H8799 dragen.
  12 H2505 H8762 Daarom zal Ik Hem een deel geven H7227 van velen H6099 , en Hij zal de machtigen H7998 als een roof H2505 H8762 delen H5315 , omdat Hij Zijn ziel H6168 H8689 uitgestort heeft H4194 in den dood H6586 H8802 , en met de overtreders H4487 H8738 is geteld geweest H7227 , en Hij veler H2399 zonden H5375 H8804 gedragen heeft H6586 H8802 , en voor de overtreders H6293 H8686 gebeden heeft.

Deuteronomy 18:9-13

  9 H935 H8802 Wanneer gij komt H776 in het land H3068 , dat de HEERE H430 , uw God H5414 H8802 , u geven zal H3925 H8799 , zo zult gij niet leren H6213 H8800 te doen H8441 naar de gruwelen H1471 van dezelve volken.
  10 H4672 H8735 Onder u zal niet gevonden worden H1121 , die zijn zoon H1323 of zijn dochter H784 door het vuur H5674 H8688 doet doorgaan H7081 , die met waarzeggerijen H7080 H8802 omgaat H6049 H8781 , een guichelaar H5172 H8764 , of die op vogelgeschrei acht geeft H3784 H8764 , of tovenaar.
  11 H2266 H8802 Of een bezweerder H2267 , die met bezwering H178 omgaat, of die een waarzeggenden geest H7592 H8802 vraagt H3049 , of een duivelskunstenaar H4191 H8801 , of die de doden H1875 H8802 vraagt.
  12 H6213 H8802 Want al wie zulks doet H3068 , is den HEERE H8441 een gruwel H1558 ; en om H8441 dezer gruwelen H3423 H0 wil verdrijft H3068 hen de HEERE H430 , uw God H6440 , voor uw aangezicht H3423 H8688 , uit de bezitting.
  13 H8549 Oprecht H3068 zult gij zijn met den HEERE H430 , uw God.

Leviticus 19:31

  31 H6437 H8799 Gij zult u niet keren H178 tot de waarzeggers H3049 , en tot de duivelskunstenaars H1245 H8762 ; zoekt H2930 H8800 hen niet, u met hen verontreinigende H3068 ; Ik ben de HEERE H430 , uw God!

Amos 3:7

  7 H3588 Gewisselijk H136 , de Heere H3069 HEERE H3808 zal geen H1697 ding H6213 H8799 doen H3588 H518 , tenzij H5475 Hij Zijn verborgenheid H413 aan H5650 Zijn knechten H5030 , de profeten H1540 H8804 , geopenbaard hebbe.

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.