2 Samuel 24:1-3

DSV(i) 1 En de toorn des HEEREN voer voort te ontsteken tegen Israël; en Hij porde David aan tegen henlieden, zeggende: Ga, tel Israël en Juda. 2 De koning dan zeide tot Joab, den krijgsoverste, die bij hem was: Trek nu om, door alle stammen van Israël, van Dan tot Ber-seba toe, en tel het volk, opdat ik het getal des volks wete. 3 Toen zeide Joab tot den koning: Nu doe de HEERE, uw God, tot dit volk, zoals deze en die nu zijn, honderdmaal meer, dat de ogen van mijn heer den koning het aanzien; maar waarom heeft mijn heer de koning lust tot deze zaak?