Exodus 24:9-11

DSV(i) 9 Mozes nu en Aäron klommen opwaarts, ook Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israël. 10 En zij zagen den God van Israël, en onder Zijn voeten als een werk van saffierstenen, en als de gestaltenis des hemels in Zijn klaarheid. 11 Doch Hij strekte Zijn hand niet tot de afgezonderden van de kinderen Israëls; maar zij aten en dronken, nadat zij God gezien hadden.