DSV(i)
38 De zonen van Benjamin, naar hun geslachten: van Bela het geslacht der Belaieten; van Asbel het geslacht der Asbelieten; van Ahiram het geslacht der Ahiramieten;
39 Van Sefufam het geslacht der Sufamieten; van Hufam het geslacht der Hufamieten.
40 En de zonen van Bela waren Ard en Naäman; van Ard het geslacht der Ardieten; van Naäman het geslacht der Naämieten.
41 Dat zijn de zonen van Benjamin, naar hun geslachten; en hun getelden waren vijf en veertig duizend en zeshonderd.