Psalms 76:3-9

DSV(i) 3 En in Salem is Zijn hut, en Zijn woning in Sion. 4 Aldaar heeft Hij verbroken de vurige pijlen van den boog, het schild, en het zwaard, en den krijg. Sela. 5 Gij zijt doorluchtiger en heerlijker dan de roofbergen. 6 De stouthartigen zijn beroofd geworden; zij hebben hun slaap gesluimerd; en geen van de dappere mannen hebben hun handen gevonden. 7 Van Uw schelden, o God van Jakob! is samen wagen en paard in slaap gezonken. 8 Gij, vreselijk zijt Gij; en wie zal voor Uw aangezicht bestaan, van den tijd Uws toorns af? 9 Gij deedt een oordeel horen uit den hemel; de aarde vreesde en werd stil,