Romans 4:6-9

DSV(i) 6 Gelijk ook David den mens zalig spreekt, welken God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken; 7 Zeggende: Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn; 8 Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent. 9 Deze zaligspreking dan, is die alleen over de besnijdenis, of ook over de voorhuid? Want wij zeggen, dat Abraham het geloof gerekend is tot rechtvaardigheid.