DSV_Strongs(i)
10
H1653
Want gelijk de regen
H7950
en de sneeuw
H8064
van den hemel
H3381 H8799
nederdaalt
H7725 H8799
, en derwaarts niet wederkeert
H7301 H8689
; maar doorvochtigt
H776
de aarde
H3205 H8689
, en maakt, dat zij voortbrenge
H6779 H8689
en uitspruite
H2233
, en zaad
H5414 H8804
geve
H2232 H8802
den zaaier
H3899
, en brood
H398 H8802
den eter;
11
H1697
Alzo zal Mijn woord
H6310
, dat uit Mijn mond
H3318 H8799
uitgaat
H7387
, [ook] zijn, het zal niet ledig
H7725 H8799
tot Mij wederkeren
H6213 H8804
; maar het zal doen
H2654 H8804
, hetgeen Mij behaagt
H6743 H8689
, en het zal voorspoedig zijn
H7971 H8804
[in] hetgeen, waartoe Ik het zende.
12
H8057
Want in blijdschap
H3318 H8799
zult gijlieden uittrekken
H7965
, en met vrede
H2986 H8714
voortgeleid worden
H2022
; de bergen
H1389
en heuvelen
H6476 H8799
zullen geschal maken
H7440
[met] vrolijk gezang
H6440
voor uw aangezicht
H6086
, en alle bomen
H7704
des velds
H3709
zullen de handen
H4222 H8799
samenklappen.