Jeremiah 22:15-19

DSV_Strongs(i)
  15 H4427 H8799 Zoudt gij regeren H8474 H8808 , omdat gij u mengt H730 met den ceder H1 ? Heeft niet uw vader H398 H8804 gegeten H8354 H8804 en gedronken H4941 , en recht H6666 en gerechtigheid H6213 H8804 gedaan H2896 , [en] het ging hem toen wel?
  16 H1779 Hij heeft de rechtzaak H6041 des ellendigen H34 en nooddruftigen H1777 H8804 gericht H2896 , toen ging het [hem] wel H1847 ; is dat niet Mij te kennen H5002 H8803 ? spreekt H3068 de HEERE.
  17 H5869 Maar uw ogen H3820 en uw hart H1215 zijn niet dan op uw gierigheid H5355 , en op onschuldig H1818 bloed H8210 H8800 , om dat te vergieten H6233 , en op verdrukking H4835 en overlast H6213 H8800 , om [die] te doen.
  18 H559 H8804 Daarom zegt H3068 de HEERE H3079 alzo van Jojakim H1121 , zoon H2977 van Josia H4428 , koning H3063 van Juda H5594 H8799 : Zij zullen hem niet beklagen H1945 : Och H251 mijn broeder H1945 ! of, och H269 zuster H5594 H8799 ! Zij zullen hem niet beklagen H1945 : Och H113 , heer H1945 ! of, och H1935 zijn majesteit!
  19 H6900 H2543 Met een ezelsbegrafenis H6912 H8735 zal hij begraven worden H5498 H8800 ; men zal [hem] slepen H7993 H8687 en daarhenen werpen H1973 , verre weg H8179 van de poorten H3389 van Jeruzalem.