Matthew 8:30-33

DSV_Strongs(i)
  30 G1161 En G3112 verre G575 van G846 hen G2258 G5713 was G34 een kudde G4183 veler G5519 zwijnen G1006 G5746 , weidende.
  31 G1161 En G1142 de duivelen G3870 G5707 baden G846 Hem G3004 G5723 , zeggende G1487 : Indien G2248 Gij ons G1544 G5719 uitwerpt G2010 G , laat G2254 ons G2010 G5657 toe G1519 , dat wij in G34 die kudde G5519 zwijnen G565 G5629 varen.
  32 G2532 En G2036 G5627 Hij zeide G846 tot hen G5217 G5720 : Gaat heen G1161 . En G1831 G5631 zij uitgaande G565 G5627 , voeren heen G1519 in G34 de kudde G5519 zwijnen G2532 ; en G2400 G5628 ziet G3956 , de gehele G34 kudde G5519 zwijnen G3729 G5656 stortte G2911 van de steilte G2596 af G1519 in G2281 de zee G2532 , en G599 G5627 zij stierven G1722 in G5204 het water.
  33 G1161 En G1006 G5723 die ze weidden G5343 G5627 , zijn gevlucht G2532 ; en G1519 als zij in G4172 de stad G565 G5631 gekomen waren G518 G5656 , boodschapten zij G3956 al [deze] dingen G2532 , en G1139 G5740 wat den bezetenen [geschied] [was].