DSV_Strongs(i)
5
H1419
En hij had hem een grote
H3957
kamer
H6213 H8799
gemaakt
H8033
, alwaar
H6440
zij te voren
H1961 H8804 H5414 H8802
henenleiden
H4503
het spijsoffer
H3828
, den wierook
H3627
en de vaten
H4643
, en de tienden
H1715
van koren
H8492
, van most
H3323
en van olie
H4687
, die bevolen waren
H3881
voor de Levieten
H7891 H8789
, en de zangers
H7778
, en de poortiers
H8641
, mitsgaders het hefoffer
H3548
der priesteren.
6
H2088
Doch in dit
H3605
alles
H1961 H8804
was ik
H3808
niet
H3389
te Jeruzalem
H3588
; want
H8147
in het twee
H7970
en dertigste
H8141
jaar
H783
van Arthahsasta
H4428
, koning
H894
van Babel
H935 H8804
, kwam ik
H413
tot
H4428
den koning
H7093
; maar ten einde
H3117
van [sommige] dagen
H7592 H8738
verkreeg ik [weder] verlof
H4480
van
H4428
den koning.
7
H935 H8799
En ik kwam
H3389
te Jeruzalem
H995 H8799
, en verstond
H7451
van het kwaad
H834
, dat
H475
Eljasib
H2900
voor Tobia
H6213 H8804
gedaan had
H6213 H8800
, makende
H5393
hem een kamer
H2691
in de voorhoven
H430
van Gods
H1004
huis.