1 Samuel 17:32-36

DSV_Strongs(i)
  32 H1732 En David H559 H8799 zeide H413 tot H7586 Saul H408 : Aan geen H120 mens H5307 H8799 ontvalle H3820 het hart H5921 , om H5650 zijnentwil. Uw knecht H3212 H8799 zal heengaan H5973 en hij zal met H2088 dezen H6430 Filistijn H3898 H8738 strijden.
  33 H7586 Maar Saul H559 H8799 zeide H413 tot H1732 David H3808 : Gij zult niet H3201 H8799 kunnen H3212 H8800 heengaan H413 tot H2088 dezen H6430 Filistijn H5973 , om met H3898 H8736 hem te strijden H3588 ; want H859 gij H5288 zijt een jongeling H1931 , en hij H376 H4421 is een krijgsman H4480 van H5271 zijn jeugd af.
  34 H559 H8799 Toen zeide H1732 David H413 tot H7586 Saul H5650 : Uw knecht H7462 H8802 H1961 H8804 weidde H6629 de schapen H1 zijns vaders H935 H8804 , en er kwam H738 een leeuw H1677 en een beer H5375 H8804 , en nam H7716 H8675 H2089 een schaap H4480 van H5739 de kudde weg.
  35 H3318 H8804 En ik ging uit H310 hem na H5221 H8689 , en ik sloeg H5337 H8689 hem, en redde H4480 het uit H6310 zijn mond H5921 ; toen hij tegen H6965 H8799 mij opstond H2388 H8689 , zo vatte ik H2206 hem bij zijn baard H5221 H8689 , en sloeg H4191 H8689 hem, en doodde hem.
  36 H5650 Uw knecht H1571 heeft zo H738 den leeuw H1571 als H1677 den beer H5221 H8689 geslagen H2088 ; alzo zal deze H6189 onbesneden H6430 Filistijn H1961 H8804 zijn H259 , gelijk een H4480 van H3588 die, omdat H4634 hij de slagorden H2416 van den levenden H430 God H2778 H8765 gehoond heeft.