2 Samuel 4:7-8

  7 H935 H8799 Want zij kwamen H1004 in huis H1931 , als hij H5921 op H4296 zijn bed H7901 H8802 lag H2315 H4904 , in zijn slaapkamer H5221 H8686 , en sloegen H4191 H8686 hem, en doodden H5493 H8686 hem, en hieuwen zijn hoofd af H3947 H8799 ; en zij namen H7218 zijn hoofd H3212 H8799 , en gingen henen H1870 , den weg H6160 op het vlakke veld H3605 , den gansen H3915 nacht.

  8 H935 H8686 En zij brachten H7218 het hoofd H378 van Isboseth H413 tot H1732 David H2275 te Hebron H559 H8799 , en zeiden H413 tot H4428 den koning H2009 : Zie H7218 , daar is het hoofd H378 van Isboseth H1121 , den zoon H7586 van Saul H341 H8802 , uw vijand H834 , die H5315 uw ziel H1245 H8765 zocht H3068 , alzo heeft de HEERE H113 mijn heer H4428 den koning H2088 te dezen H3117 dage H5360 wrake H5414 H8799 gegeven H4480 van H7586 Saul H4480 en van H2233 zijn zaad.