Ezekiel 14:7-9

DSV_Strongs(i)
  7 H376 Want ieder H376 man H1004 uit het huis H3478 Israels H1616 , en uit den vreemdeling H3478 , die in Israel H1481 H8799 verkeert H310 , die zich van achter H5144 H8735 Mij afscheidt H5927 H0 , en zet H1544 zijn drekgoden H5927 H8799 op H3820 in zijn hart H7760 H8799 , en stelt H4383 den aanstoot H5771 zijner ongerechtigheid H5227 recht voor H6440 zijn aangezicht H935 H8804 , en komt H5030 tot den profeet H1875 H8800 , om Mij door hem te vragen H589 ; Ik H3068 ben de HEERE H6030 H8737 , hem zal geantwoord worden door Mij;
  8 H6440 En Ik zal Mijn aangezicht H376 tegen dienzelven man H5414 H8804 zetten H8074 H8689 , en zal hem stellen H226 tot een teken H4912 en tot spreekwoorden H3772 H8689 , en zal hem uitroeien H8432 uit het midden H5971 Mijns volks H3045 H8804 ; en gijlieden zult weten H3068 , dat Ik de HEERE ben.
  9 H5030 Als nu een profeet H6601 H8792 overreed zal zijn H1697 , en iets H1696 H8765 gesproken zal hebben H3068 , Ik, de HEERE H5030 , heb dienzelven profeet H6601 H8765 overreed H3027 , en Ik zal Mijn hand H5186 H8804 tegen hem uitstrekken H8045 H8689 , en zal hem verdelgen H8432 uit het midden H5971 van Mijn volk H3478 Israel.