Ezekiel 30:21-22

DSV_Strongs(i)
  21 H1121 H120 Mensenkind H2220 ! Ik heb den arm H6547 van Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H7665 H8804 , verbroken H2280 H8795 ; en ziet, hij zal niet verbonden worden H7499 , met pleisters H5414 H8800 op te leggen H2848 , met een windeldoek H7760 H8800 aan te doen H2280 H8800 , om dien te verbinden H2388 H8800 , om dien te sterken H2719 , dat hij het zwaard H8610 H8800 houde.
  22 H559 H8804 Daarom zegt H136 de Heere H3069 HEERE H6547 alzo: Ziet, Ik [wil] aan Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H2220 , en zal zijn armen H7665 H8804 verbreken H2389 , [beide] den sterken H7665 H8737 en den verbrokenen H2719 ; en Ik zal het zwaard H3027 uit zijn hand H5307 H8689 doen vallen.