Jeremiah 39:5-7

DSV_Strongs(i)
  5 H2428 Doch het heir H3778 der Chaldeen H7291 H8799 jaagde H310 hen achterna H5381 H8686 ; en zij achterhaalden H6667 Zedekia H6160 in de vlakke velden H3405 van Jericho H3947 H8799 , en vingen H5927 H8686 hem, en brachten hem opwaarts H5019 tot Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H7247 , naar Ribla H776 , in het land H2574 van Hamath H1696 H8762 ; die sprak H4941 oordelen tegen hem uit.
  6 H4428 En de koning H894 van Babel H7819 H8799 slachtte H1121 de zonen H6667 van Zedekia H7247 te Ribla H5869 voor zijn ogen H7819 H8804 ; ook slachtte H4428 de koning H894 van Babel H2715 alle edelen H3063 van Juda.
  7 H5786 H8765 En hij verblindde H5869 de ogen H6667 van Zedekia H631 H8799 , en bond H5178 hem met twee koperen ketenen H894 , om hem naar Babel H935 H8687 te voeren.