Joshua 17:14-16 Toen spraken de kinderen van Jozef tot Jozua , zeggende : Waarom hebt gij mij ten erfdeel maar een lot en een snoer gegeven , daar ik toch een groot volk ben, voor zoveel de HEERE mij dus verre gezegend heeft?

DSV_Strongs⁽ⁱ⁾

14 H1696 H8762 Toen spraken H1121 de kinderen H3130 van Jozef H3091 tot Jozua H559 H8800 , zeggende H4069 : Waarom H5159 hebt gij mij ten erfdeel H259 maar een H1486 lot H259 en een H2256 snoer H5414 H8804 gegeven H589 , daar ik H7227 toch een groot H5971 volk H5704 H834 ben, voor zoveel H3068 de HEERE H5704 H3541 mij dus verre H1288 H8765 gezegend heeft?

15 H3091 Jozua H559 H8799 nu zeide H413 tot H518 henlieden: Dewijl H859 gij H7227 een groot H5971 volk H5927 H8798 zijt, zo ga op H3293 naar het woud H8033 , en houw daar H1254 H8765 voor u af H776 in het land H6522 der Ferezieten H7497 en der Refaieten H3588 , dewijl H2022 u het gebergte H669 van Efraim H213 H8804 te eng is.

16 H559 H8799 Toen zeiden H1121 de kinderen H3130 van Jozef H2022 : Dat gebergte H3808 zou ons niet H4672 H8735 genoegzaam zijn H1270 ; er zijn ook ijzeren H7393 wagens H3605 bij alle H3669 Kanaanieten H776 , die in het land H6010 des dals H3427 H8802 wonen H834 , bij die H1052 te Beth-sean H1323 en haar onderhorige plaatsen H834 , en die H6010 in het dal H3157 van Jizreel zijn.