DSV_Strongs(i)
1
H1697
Dit zijn de woorden
H4872
, die Mozes
H3478
tot gans Israel
H1696 H8765
gesproken heeft
H5676
, aan deze zijde
H3383
van de Jordaan
H4057
, in de woestijn
H6160
, op het vlakke veld
H4136
tegenover
H5489
Suf
H6290
, tussen Paran
H8603
en tussen Tofel
H3837
, en Laban
H2698
, en Hazeroth
H1774
, en Dizahab.
2
H259 H6240
Elf
H3117
dag
H2722
[reizen] zijn het van Horeb
H1870
, [door] den weg
H2022
van het gebergte
H8165
Seir
H6947
, tot aan Kades-barnea.
3
H705
En het is geschied in het veertigste
H8141
jaar
H6249 H6240
, in de elfde
H2320
maand
H259
, op den eersten
H2320
der maand
H4872
, dat Mozes
H1696 H8765
sprak
H1121
tot de kinderen
H3478
Israels
H3068
, naar alles wat hem de HEERE
H6680 H8765
aan hen bevolen had;
4
H310
Nadat
H5221 H8687
hij geslagen had
H5511
Sihon
H4428
, den koning
H567
der Amorieten
H2809
, die te Hesbon
H3427 H8802
woonde
H5747
, en Og
H4428
, den koning
H1316
van Bazan
H3427 H8802
, welke woonde
H6252
in Astharoth
H154
, te Edrei.
5
H5676
Aan deze zijde
H3383
van de Jordaan
H776
, in het land
H4124
van Moab
H2974 H0
, hief
H4872
Mozes
H2974 H8689
aan
H8451
, deze wet
H874 H8763
uit te leggen
H559 H8800
, zeggende:
6
H3068
De HEERE
H430
, onze God
H1696 H8765
, sprak
H2722
tot ons aan Horeb
H559 H8800
, zeggende
H7227
: Gij zijt lang genoeg
H2022
bij dezen berg
H3427 H8800
gebleven.
7
H6437 H8798
Keert u
H5265 H8798
, en vertrekt
H935 H8798
, en gaat
H2022
in het gebergte
H567
der Amorieten
H7934
, en tot al hun geburen
H6160
, in het vlakke veld
H2022
, op het gebergte
H8219
, en in de laagte
H5045
, en in het zuiden
H2348
, en aan de havens
H3220
der zee
H776
; het land
H3669
der Kanaanieten
H3844
, en den Libanon
H1419
, tot aan die grote
H5104
rivier
H5104
, de rivier
H6578
Frath.
8
H7200 H8798
Ziet
H776
, Ik heb dat land
H5414 H8804
gegeven
H6440
voor uw aangezicht
H935 H8798
; gaat daarin
H3423 H8798
, en bezit erfelijk
H776
het land
H3068
, dat de HEERE
H1
aan uw vaderen
H85
, Abraham
H3327
, Izak
H3290
en Jakob
H7650 H8738
gezworen heeft
H2233
, dat Hij het hun en hun zaad
H310
na
H5414 H8800
hen geven zou.
9
H559 H8799
En ik sprak
H6256
ter zelfder tijd
H559 H8800
tot u, zeggende
H905
: Ik alleen
H3201 H8799
zal u niet kunnen
H5375 H8800
dragen.
10
H3068
De HEERE
H430
, uw God
H7235 H8689
, heeft u vermenigvuldigd
H3117
, en ziet, gij zijt heden
H3556
als de sterren
H8064
des hemels
H7230
in menigte.
11
H3068
De HEERE
H1
, uwer vaderen
H430
God
H505 H6471
, doe tot u, zo als gij [nu] zijt, duizendmaal
H3254 H8686
meer
H1288 H8762
, en Hij zegene
H1696 H8765
u, gelijk als Hij tot u gesproken heeft!
12
H349
Hoe
H2960
zoude ik alleen uw moeite
H4853
, en uw last
H7379
, en uw twistzaken
H5375 H8799
dragen?
13
H3051 H8798
Neemt
H2450
u wijze
H995 H8737
, en verstandige
H3045 H8803
, en ervarene
H582
mannen
H7626
, van uw stammen
H7218
, dat ik hen tot uw hoofden
H7760 H8799
stelle.
14
H6030 H8799
Toen antwoorddet gij
H559 H8799
mij, en zeidet
H1697
: Dit woord
H2896
is goed
H1696 H8765
, dat gij gesproken hebt
H6213 H8800
, om te doen.
15
H3947 H8799
Zo nam ik
H7218
de hoofden
H7626
uwer stammen
H2450
, wijze
H3045 H8803
en ervarene
H582
mannen
H5414 H8799
, en stelde
H7218
hen tot hoofden
H8269
over u, oversten
H505
van duizenden
H8269
, en oversten
H3967
van honderden
H8269
, en oversten
H2572
van vijftigen
H8269
, en oversten
H6235
van tienen
H7860 H8802
, en ambtlieden
H7626
voor uw stammen.
16
H6680 H8762
En ik gebood
H8199 H8802
uw rechters
H6256
ter zelfder tijd
H559 H8800
, zeggende
H8085 H8800
: Hoort
H251
[de] [verschillen] tussen uw broederen
H8199 H8804
, en richt
H6664
recht
H376
tussen den man
H251
en tussen zijn broeder
H1616
, en tussen deszelfs vreemdeling.
17
H6440
Gij zult het aangezicht
H4941
in het gericht
H5234 H8686
niet kennen
H6996
; gij zult den kleine
H1419
, zowel als den grote
H8085 H8799
, horen
H1481 H8799
; gij zult niet vrezen
H376
voor iemands
H6440
aangezicht
H4941
; want het gericht
H430
is Godes
H1697
; doch de zaak
H7185 H8799
, die voor u te zwaar zal zijn
H7126 H8686
, zult gij tot mij doen komen
H8085 H8804
, en ik zal ze horen.
18
H6680 H8762
Alzo gebood ik
H6256
u te dier tijd
H1697
alle zaken
H6213 H8799
, die gij zoudt doen.
19
H5265 H8799
Toen vertogen wij
H2722
van Horeb
H3212 H8799
, en doorwandelden
H1419
die gans grote
H3372 H8737
en vreselijke
H4057
woestijn
H7200 H8804
, die gij gezien hebt
H1870
, op den weg
H2022
van het gebergte
H567
der Amorieten
H3068
, gelijk de HEERE
H430
, onze God
H6680 H8765
, ons geboden had
H935 H8799
; en wij kwamen
H6947
tot Kades-barnea.
20
H559 H8799
Toen zeide ik
H935 H8804
tot ulieden: Gij zijt gekomen
H2022
tot het gebergte
H567
der Amorieten
H3068
, dat de HEERE
H430
, onze God
H5414 H8802
, ons geven zal.
21
H7200 H8798
Ziet
H3068
, de HEERE
H430
, uw God
H776
, heeft dat land
H5414 H8804
gegeven
H6440
voor uw aangezicht
H5927 H8798
; trekt op
H3423 H8798
, bezit het erfelijk
H3068
, gelijk als de HEERE
H1
, uwer vaderen
H430
God
H1696 H8765
, tot u gesproken heeft
H3372 H8799
; vreest
H2865 H8735
niet, en ontzet u niet.
22
H7126 H8799
Toen naderdet gij
H559 H8799
allen tot mij, en zeidet
H582
: Laat ons mannen
H6440
voor ons aangezicht
H7971 H8799
heenzenden
H776
, die ons het land
H2658 H8799
uitspeuren
H1697
, en ons bescheid
H7725 H8686
wederbrengen
H1870
, wat weg
H5927 H8799
wij daarin optrekken zullen
H5892
, en tot wat steden
H935 H8799
wij komen zullen.
23
H1697
Deze zaak
H3190 H8799
nu was goed
H5869
in mijn ogen
H3947 H8799
; zo nam ik
H8147 H6240
uit u twaalf
H582
mannen
H7626
, van elken stam
H259
een
H376
man.
24
H6437 H8799
Die keerden zich
H5927 H8799
, en togen op
H2022
naar het gebergte
H935 H8799
, en kwamen
H5158
tot het dal
H812
Eskol
H7270 H8762
, en verspiedden datzelve.
25
H3947 H8799
En zij namen
H6529
van de vrucht
H776
des lands
H3027
in hun hand
H3381 H8686
, en brachten
H7725 H0
ze tot ons af, en zeiden
H1697
ons bescheid
H7725 H8686
weder
H559 H8799
, en zeiden
H776
: Het land
H3068
, dat de HEERE
H430
, onze God
H5414 H8802
, ons geven zal
H2896
, is goed.
26
H14 H8804
Doch gij wildet
H5927 H8800
niet optrekken
H6310
; maar gij waart den mond
H3068
des HEEREN
H430
uws Gods
H4784 H8686
, wederspannig.
27
H7279 H8735
En gij murmureerdet
H168
in uw tenten
H559 H8799
, en zeidet
H3068
: Omdat de HEERE
H8135
ons haat
H776 H4714
, heeft Hij ons uit Egypteland
H3318 H8689
uitgevoerd
H5414 H8800
, opdat Hij ons levere
H3027
in de hand
H567
der Amorieten
H8045 H8687
, om ons te verdelgen.
28
H5927 H8802
Waarheen zouden wij optrekken
H251
? Onze broeders
H3824
hebben ons hart
H4549 H8689
doen smelten
H559 H8800
, zeggende
H5971
: Het is een volk
H1419
, groter
H7311 H8802
en langer
H5892
dan wij; de steden
H1419
zijn groot
H1219 H8803
, en gesterkt
H8064
tot in den hemel
H1121
toe; ook hebben wij daar kinderen
H6062
der Enakieten
H7200 H8804
gezien.
29
H559 H8799
Toen zeide ik
H6206 H8799
tot u: Verschrikt
H3372 H8799
niet, en vreest niet voor hen.
30
H3068
De HEERE
H430
, uw God
H6440
, Die voor uw aangezicht
H1980 H8802
wandelt
H3898 H8735
, Die zal voor u strijden
H5869
, naar alles, wat Hij bij u voor uw ogen
H6213 H8804
gedaan heeft
H4714
in Egypte.
31
H4057
En in de woestijn
H7200 H8804
, waar gij gezien hebt
H3068
, dat de HEERE
H430
uw God
H5375 H8804
, u daarin gedragen heeft
H376
, als een man
H1121
zijn zoon
H5375 H8799
draagt
H1870
, op al den weg
H1980 H8804
, dien gij gewandeld hebt
H935 H8800
, totdat gij kwaamt
H4725
aan deze plaats.
33
H6440
Die voor uw aangezicht
H1870
op den weg
H1980 H8802
wandelde
H4725
, om u de plaats
H8446 H8800
uit te zien
H2583 H8800
, waar gij zoudt legeren
H3915
; des nachts
H784
in het vuur
H1870
, opdat Hij u den weg
H7200 H8687
wees
H3212 H8799
, waarin gij zoudt gaan
H3119
, en des daags
H6051
in de wolk.
34
H3068
Als nu de HEERE
H6963
de stem
H1697
uwer woorden
H8085 H8799
hoorde
H7107 H8799
, zo werd Hij zeer toornig
H7650 H8735
, en zwoer
H559 H8800
, zeggende:
35
H376
Zo iemand
H582
van deze mannen
H7451
, [van] dit kwade
H1755
geslacht
H7200 H8799
, zal zien
H2896
dat goede
H776
land
H7650 H8738
, hetwelk Ik gezworen heb
H1
uw vaderen
H5414 H8800
te zullen geven!
36
H2108
Behalve
H3612
Kaleb
H1121
, de zoon
H3312
van Jefunne
H7200 H8799
; die zal het zien
H776
, en aan hem zal Ik het land
H5414 H8799
geven
H834
, waarop
H1869 H8804
hij getreden heeft
H1121
, en aan zijn kinderen
H4390 H8765
; omdat hij volhard heeft
H3068
den HEERE
H310
te volgen.
37
H599 H8694
Ook vertoornde zich
H3068
de HEERE
H1558
op mij om uwentwil
H559 H8800
, zeggende
H8033
: Gij zult daar
H935 H8799
ook niet inkomen.
38
H3091
Jozua
H1121
, de zoon
H5126
van Nun
H6440
, die voor uw aangezicht
H5975 H8802
staat
H935 H8799
, die zal daarin komen
H2388 H8761
; sterk
H3478
denzelven, want hij zal het Israel
H5157 H8686
doen erven.
39
H2945
En uw kinderkens
H559 H8804
, waarvan gij zeidet
H957
: Zij zullen tot een roof
H1121
zijn; en uw kinderen
H3117
, die heden
H2896
noch goed
H7451
noch kwaad
H3045 H8804
weten
H935 H8799
, die zullen daarin komen
H5414 H8799
, en dien zal Ik het geven
H3423 H8799
, en die zullen het erfelijk bezitten.
40
H6437 H8798
Gij daarentegen, keert u
H5265 H8798
, en reist
H4057
naar de woestijn
H1870
, den weg
H5488 H3220
van de Schelfzee.
41
H6030 H8799
Toen antwoorddet gij
H559 H8799
, en zeidet
H3068
tot mij: Wij hebben tegen den HEERE
H2398 H8804
gezondigd
H5927 H8799
; wij zullen optrekken
H3898 H8738
, en strijden
H3068
, naar alles, wat de HEERE
H430
, onze God
H6680 H8765
, ons geboden heeft
H376
. Als gij nu een iegelijk
H3627 H4421
zijn krijgsgereedschap
H2296 H8799
aangorddet
H1951 H8686
, en willens waart
H2022
, om naar het gebergte
H5927 H8800
henen op te trekken,
42
H559 H8799
Zo zeide
H3068
de HEERE
H559 H8798
tot mij: Zeg
H5927 H8799
hun: Trekt niet op
H3898 H8735
, en strijdt
H7130
niet, want Ik ben niet in het midden
H6440
van u; opdat gij niet voor het aangezicht
H341 H8802
uwer vijanden
H5062 H8735
geslagen wordet.
43
H1696 H8762
Doch als ik tot u sprak
H8085 H8804
, zo hoordet gij
H6310
niet, maar waart den mond
H3068
des HEEREN
H4784 H8686
wederspannig
H2102 H8686
, en handeldet trotselijk
H5927 H8799
, en toogt op
H2022
naar het gebergte.
44
H3318 H0
Toen togen
H567
de Amorieten
H3318 H8799
uit
H2022
, die op dat gebergte
H3427 H8802
woonden
H7125 H8800
, u tegemoet
H7291 H8799
, en vervolgden
H1682
u, gelijk als de bijen
H6213 H8799
doen
H3807 H8686
; en zij verpletterden
H8165
u in Seir
H2767
tot Horma toe.