Deuteronomy 16

DSV_Strongs(i)
  1 H8104 H8800 Neemt waar H2320 de maand H24 Abib H3068 , dat gij den HEERE H430 , uw God H6453 , pascha H6213 H8804 houdt H2320 ; want in de maand H24 Abib H3068 heeft u de HEERE H430 , uw God H4714 , uit Egypteland H3318 H8689 uitgevoerd H3915 , bij nacht.
  2 H3068 Dan zult gij den HEERE H430 , uw God H6453 , het pascha H2076 H8804 slachten H6629 , schapen H1241 en runderen H4725 , in de plaats H3068 , die de HEERE H977 H8799 verkiezen zal H8034 , om Zijn Naam H7931 H8763 aldaar te doen wonen.
  3 H2557 Gij zult niets gedesemds H398 H8799 op hetzelve eten H7651 ; zeven H3117 dagen H4682 zult gij ongezuurde H398 H8799 [broden] op hetzelve eten H3899 , een brood H6040 der ellende H2649 , (want in der haast H776 H4714 zijt gij uit Egypteland H3318 H8804 uitgetogen H2142 H8799 ); opdat gij gedenkt H3117 aan den dag H3318 H8800 van uw uittrekken H776 H4714 uit Egypteland H3117 , al de dagen H2416 uws levens.
  4 H7651 Er zal bij u in zeven H3117 dagen H7603 geen zuurdeeg H7200 H8735 gezien worden H1366 in enige uwer landpalen H1320 ; ook zal van het vlees H6153 , dat gij aan den avond H7223 van den eersten H3117 dag H2076 H8799 geslacht zult hebben H1242 , niets tot den morgen H3885 H8799 overnachten.
  5 H6453 Gij zult het pascha H3201 H8799 niet mogen H2076 H8800 slachten H259 in een H8179 uwer poorten H3068 , die de HEERE H430 , uw God H5414 H8802 , u geeft.
  6 H4725 Maar aan de plaats H3068 , die de HEERE H430 , uw God H977 H8799 , verkiezen zal H8034 om [daar] Zijn Naam H7931 H8763 te doen wonen H6453 , aldaar zult gij het pascha H2076 H8799 slachten H6153 aan den avond H8121 , als de zon H935 H8800 ondergaat H4150 , ter bestemder tijd H3318 H8800 van uw uittrekken H4714 uit Egypte.
  7 H1310 H8765 Dan zult gij het koken H398 H8804 en eten H4725 in de plaats H3068 , die de HEERE H430 , uw God H977 H8799 , verkiezen zal H1242 ; daarna zult gij u des morgens H6437 H8804 keren H1980 H8804 , en heengaan H168 naar uw tenten.
  8 H8337 Zes H3117 dagen H4682 zult gij ongezuurde H398 H8799 [broden] eten H7637 , en aan den zevenden H3117 dag H6116 is een verbods H3068 [dag] den HEERE H430 , uw God H4399 ; [dan] zult gij geen werk H6213 H8799 doen.
  9 H7651 Zeven H7620 weken H5608 H8799 zult gij u tellen H2770 ; van dat men [met] de sikkel H2490 H8686 begint H7054 in het staande koren H7651 , zult gij de zeven H7620 weken H2490 H8687 beginnen H5608 H8800 te tellen.
  10 H3068 Daarna zult gij den HEERE H430 , uw God H2282 , het feest H7620 der weken H6213 H8804 houden H5071 ; het zal een vrijwillige H4530 schatting H3027 uwer hand H5414 H8799 zijn, dat gij geven zult H3068 , naardat u de HEERE H430 , uw God H1288 H8762 , zal gezegend hebben.
  11 H8055 H8804 En gij zult vrolijk zijn H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H1121 , gij, en uw zoon H1323 , en uw dochter H5650 , en uw dienstknecht H519 , en uw dienstmaagd H3881 , en de Leviet H8179 , die in uw poorten H1616 is, en de vreemdeling H3490 , en de wees H490 , en de weduwe H7130 , die in het midden H4725 van u zijn; in de plaats H3068 , die de HEERE H430 , uw God H977 H8799 , zal verkiezen H8034 , om Zijnen Naam H7931 H8763 aldaar te doen wonen.
  12 H2142 H8804 En gij zult gedenken H5650 , dat gij een dienstknecht H4714 geweest zijt in Egypte H2706 ; en gij zult deze inzettingen H8104 H8804 houden H6213 H8804 en doen.
  13 H2282 Het feest H5521 der loofhutten H7651 zult gij u zeven H3117 dagen H6213 H8799 houden H622 H8800 , als gij zult hebben ingezameld H1637 van uw dorsvloer H3342 en van uw wijnpers.
  14 H8055 H8804 En gij zult vrolijk zijn H2282 op uw feest H1121 , gij, en uw zoon H1323 , en uw dochter H5650 , en uw dienstknecht H519 , en uw dienstmaagd H3881 , en de Leviet H1616 , en de vreemdeling H3490 , en de wees H490 , en de weduwe H8179 , die in uw poorten zijn.
  15 H7651 Zeven H3117 dagen H3068 zult gij den HEERE H430 , uw God H2287 H8799 , feest houden H4725 , in de plaats H3068 , die de HEERE H977 H8799 verkiezen zal H3068 ; want de HEERE H430 , uw God H1288 H8762 , zal u zegenen H8393 in al uw inkomen H4639 , en in al het werk H3027 uwer handen H8056 ; daarom zult gij immers vrolijk zijn.
  16 H7969 H6471 Driemaal H8141 in het jaar H2138 zal alles, wat mannelijk H6440 onder u is, voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H7200 H8735 , verschijnen H4725 , in de plaats H977 H8799 , die Hij verkiezen zal H2282 : op het feest H4682 der ongezuurde H2282 [broden], en op het feest H7620 der weken H2282 , en op het feest H5521 der loofhutten H7387 ; maar het zal niet ledig H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H7200 H8735 verschijnen:
  17 H376 Een ieder H4979 , naar de gave H3027 zijner hand H1293 , naar den zegen H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H5414 H8804 , dien Hij u gegeven heeft.
  18 H8199 H8802 Rechters H7860 H8802 en ambtlieden H5414 H8799 zult gij u stellen H8179 in al uw poorten H3068 , die de HEERE H430 , uw God H5414 H8802 , u geven zal H7626 , onder uw stammen H5971 ; dat zij het volk H8199 H8804 richten H4941 met een gericht H6664 der gerechtigheid.
  19 H4941 Gij zult het gericht H5186 H8686 niet buigen H6440 ; gij zult het aangezicht H5234 H8686 niet kennen H7810 ; ook zult gij geen geschenk H3947 H8799 nemen H7810 ; want het geschenk H5786 H8762 verblindt H5869 de ogen H2450 der wijzen H5557 H8762 , en verkeert H1697 de woorden H6662 der rechtvaardigen.
  20 H6664 Gerechtigheid H6664 , gerechtigheid H7291 H8799 zult gij najagen H2421 H8799 ; opdat gij leeft H3423 H8804 , en erfelijk bezit H776 het land H3068 , dat u de HEERE H430 , uw God H5414 H8802 , geven zal.
  21 H842 Gij zult u geen bos H5193 H8799 planten H6086 van enig geboomte H681 , bij H4196 het altaar H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H6213 H8799 , dat gij u maken zult.
  22 H4676 Ook zult gij u geen opgericht beeld H6965 H8686 stellen H3068 , hetwelk de HEERE H430 , uw God H8130 H8804 , haat.