Deuteronomy 9

DSV_Strongs(i)
  1 H8085 H8798 Hoor H3478 , Israel H3117 ! gij zult heden H3383 over de Jordaan H5674 H8802 gaan H935 H8800 , dat gij inkomt H1471 , om volken H3423 H8800 te erven H1419 , die groter H6099 en sterker H5892 zijn dan gij; steden H1419 , die groot H8064 en tot in den hemel H1219 H8803 gesterkt zijn;
  2 H1419 Een groot H7311 H8802 en lang H5971 volk H1121 , kinderen H6062 der Enakieten H3045 H8804 ; die gij kent H8085 H8804 , en [van] [welke] gij gehoord hebt H3320 H8691 : Wie zou bestaan H6440 voor het aangezicht H1121 der kinderen H6061 van Enak?
  3 H3117 Zo zult gij heden H3045 H8804 weten H3068 , dat de HEERE H430 , uw God H6440 , Degene is, die voor uw aangezicht H5674 H8802 doorgaat H398 H8802 , een verterend H784 vuur H8045 H8686 : Die zal hen verdelgen H6440 , en Die zal hen voor uw aangezicht H3665 H8686 nederwerpen H3423 H8689 ; en gij zult ze uit de bezitting verdrijven H4118 , en zult hen haastelijk H6 H8689 te niet doen H3068 , gelijk als de HEERE H1696 H8765 tot u gesproken heeft.
  4 H3068 Wanneer hen nu de HEERE H430 , uw God H6440 , voor uw aangezicht H1920 H8800 zal hebben uitgestoten H559 H8799 , zo spreek H3824 niet in uw hart H559 H8800 , zeggende H3068 : De HEERE H6666 heeft mij om mijn gerechtigheid H935 H8689 ingebracht H776 , om dit land H3423 H8800 te erven H7564 ; want, om de goddeloosheid H1471 dezer volken H3423 H0 , verdrijft H3068 hen de HEERE H6440 voor uw aangezicht H3423 H8688 uit de bezitting.
  5 H6666 Niet om uw gerechtigheid H3476 , noch om de oprechtheid H3824 uws harten H935 H8802 , komt gij er henen in H776 , om hun land H3423 H8800 te erven H7564 ; maar om de goddeloosheid H1471 dezer volken H3423 H0 , verdrijft H3068 hen de HEERE H430 , uw God H6440 , voor uw aangezicht H3423 H8688 uit de bezitting H1697 : en om het woord H6965 H8687 te bevestigen H3068 , dat de HEERE H1 , uw God, aan uw vaderen H85 , Abraham H3327 , Izak H3290 en Jakob H7650 H8738 , gezworen heeft.
  6 H3045 H8804 Weet H3068 dan, dat u de HEERE H430 , uw God H6666 , niet om uw gerechtigheid H2896 , ditzelve goede H776 land H5414 H8802 geeft H3423 H8800 , om dat te erven H6203 H7186 ; want gij zijt een hardnekkig H5971 volk.
  7 H2142 H8798 Gedenk H7911 H8799 , vergeet H3068 niet, dat gij den HEERE H430 , uw God H4057 , in de woestijn H7107 H8689 , zeer vertoornd hebt H4480 ; van H3117 dien dag H776 H4714 af, dat gij uit Egypteland H3318 H8804 uitgegaan zijt H935 H8800 , totdat gij kwaamt H4725 aan deze plaats H4784 H8688 , zijt gijlieden wederspannig geweest H5973 tegen H3068 den HEERE.
  8 H2722 Want aan Horeb H7107 H8689 vertoorndet gij H3068 den HEERE H3068 zeer, dat Hij H599 H8691 Zich tegen u vertoornde H8045 H8687 , om u te verdelgen.
  9 H2022 Als ik op den berg H5927 H8800 geklommen was H3947 H8800 , om te ontvangen H68 de stenen H3871 tafelen H3871 , de tafelen H1285 des verbonds H3068 , dat de HEERE H3772 H8804 met ulieden gemaakt had H3427 H8799 , toen bleef ik H705 veertig H3117 dagen H705 en veertig H3915 nachten H2022 op den berg H398 H8804 , at H3899 geen brood H8354 H8804 , en dronk H4325 geen water.
  10 H3068 En de HEERE H5414 H8799 gaf H8147 mij de twee H68 stenen H3871 tafelen H430 , met Gods H676 vinger H3789 H8803 beschreven H1697 ; en op dezelve, naar al de woorden H3068 , die de HEERE H2022 op den berg H8432 , uit het midden H784 des vuurs H3117 , ten dage H6951 der verzameling H1696 H8765 , met ulieden gesproken had.
  11 H7093 Zo geschiedde het, ten einde H705 van veertig H3117 dagen H705 en veertig H3915 nachten H3068 , [als] mij de HEERE H8147 de twee H68 stenen H3871 tafelen H3871 , de tafelen H1285 des verbonds H5414 H8804 , gaf,
  12 H3068 Dat de HEERE H559 H8799 tot mij zeide H6965 H8798 : Sta op H3381 H0 , ga H4118 haastelijk H3381 H8798 af H5971 van hier; want uw volk H4714 , dat gij uit Egypte H3318 H8689 hebt uitgevoerd H7843 H8765 , heeft het verdorven H4118 ; zij zijn haastelijk H5493 H8804 afgeweken H1870 van den weg H6680 H8765 , dien Ik hun geboden had H4541 ; zij hebben zich een gegoten beeld H6213 H8804 gemaakt.
  13 H559 H8799 Voorts sprak H3068 de HEERE H559 H8800 tot mij, zeggende H5971 : Ik heb dit volk H7200 H8804 aangemerkt H6203 H7186 , en zie, het is een hardnekkig H5971 volk.
  14 H7503 H8685 Laat van Mij af H8045 H8686 , dat Ik hen verdelge H8034 , en hun naam H8064 van onder den hemel H4229 H8799 uitdoe H854 ; en Ik zal u H6099 tot een machtiger H7227 en meerder H1471 volk H6213 H8799 maken, dan dit is.
  15 H6437 H8799 Toen keerde ik mij H3381 H0 , en ging H2022 van den berg H3381 H8799 af H2022 ; de berg H1197 H8802 nu brandde H784 van vuur H8147 , en de twee H3871 tafelen H1285 des verbonds H8147 waren op beide H3027 mijn handen.
  16 H7200 H8799 En ik zag toe H3068 , en ziet, gij hadt tegen den HEERE H430 , uw God H2398 H8804 , gezondigd H4541 ; gij hadt u een gegoten H5695 kalf H6213 H8804 gemaakt H4118 ; gij waart haastelijk H5493 H8804 afgeweken H1870 van den weg H3068 , dien u de HEERE H6680 H8765 geboden had.
  17 H8610 H8799 Toen vatte ik H8147 de twee H3871 tafelen H7993 H8686 , en wierp H5921 ze heen uit H8147 beide H3027 mijn handen H7665 H8762 , en brak H5869 ze voor uw ogen.
  18 H5307 H8691 En ik wierp mij neder H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H7223 , als in het eerst H705 , veertig H3117 dagen H705 en veertig H3915 nachten H398 H8804 ; ik at H3899 geen brood H8354 H8804 , en dronk H4325 geen water H2403 ; om al uw zonde H2398 H8804 , die gij hadt gezondigd H6213 H8800 , doende H7451 dat kwaad H3068 is in des HEEREN H5869 ogen H3707 H8687 , om Hem tot toorn te verwekken.
  19 H3025 H8804 Want ik vreesde H6440 vanwege H639 den toorn H2534 en de grimmigheid H3068 waarmede de HEERE H7107 H8804 zeer op ulieden vertoornd was H8045 H8687 , om u te verdelgen H3068 ; doch de HEERE H8085 H8799 verhoorde H6471 mij ook op dat maal.
  20 H599 H8694 Ook vertoornde Zich H3068 de HEERE H3966 zeer H175 tegen Aaron H8045 H8687 , om hem te verdelgen H6419 H8691 ; doch ik bad H6256 ook ter zelver tijd H175 voor Aaron.
  21 H2403 Maar uw zonde H5695 , het kalf H6213 H8804 , dat gij hadt gemaakt H3947 H8804 , nam ik H8313 H8799 , en verbrandde H784 het met vuur H3807 H8799 , en stampte H2912 H8800 het, malende H3190 H8687 het wel H1854 H8804 , totdat het verdund werd H6083 tot stof H6083 ; en zijn stof H7993 H8686 wierp ik H5158 in de beek H2022 , die van den berg H3381 H8802 afvliet.
  22 H7107 H8688 Ook vertoorndet gij H3068 den HEERE H8404 zeer te Thab-era H4532 en te Massa H6914 , en te Kibroth-thaava.
  23 H3068 Voorts als de HEERE H7971 H8800 ulieden zond H6947 uit Kades-barnea H559 H8800 , zeggende H5927 H8798 : Gaat op H3423 H8798 en erft H776 dat land H5414 H8804 , dat Ik u gegeven heb H6310 ; zo waart gij den mond H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H4784 H8686 , wederspannig H539 H8689 , en geloofdet H6963 Hem niet, en waart Zijn stem H8085 H8804 niet gehoorzaam.
  24 H4784 H8688 Wederspannig zijt gij geweest H3068 tegen den HEERE H3117 , van den dag H3045 H8800 af, dat ik u gekend heb.
  25 H5307 H8691 En ik wierp mij neder H3068 voor des HEEREN H6440 aangezicht H705 , die veertig H3117 dagen H705 en veertig H3915 nachten H5307 H8694 , in welke ik mij nederwierp H3068 , dewijl de HEERE H559 H8804 gezegd had H8045 H8687 , dat Hij u verdelgen zou.
  26 H6419 H8691 En ik bad H3068 tot den HEERE H559 H8799 , en zeide H136 : Heere H3069 , HEERE H7843 H8686 , verderf H5971 Uw volk H5159 en Uw erfdeel H1433 niet, dat Gij door Uw grootheid H6299 H8804 verlost hebt H4714 ; dat Gij uit Egypte H2389 door een sterke H3027 hand H3318 H8689 hebt uitgevoerd.
  27 H2142 H8798 Gedenk H5650 aan Uw knechten H85 , Abraham H3327 , Izak H3290 en Jakob H6437 H8799 ; zie H7190 niet op de hardigheid H5971 dezes volks H7562 , noch op zijn goddeloosheid H2403 , noch op zijn zonde;
  28 H776 Opdat het land H3318 H8689 , van waar Gij ons hebt uitgevoerd H559 H8799 , niet zegge H3068 : Omdat ze de HEERE H3201 H8800 niet kon H935 H8687 brengen H776 in het land H1696 H8765 , waarvan Hij hun gesproken had H8135 , en omdat Hij hen haatte H3318 H8689 , heeft Hij ze uitgevoerd H4191 H8687 , om hen te doden H4057 in de woestijn.
  29 H5971 Zij zijn toch Uw volk H5159 , en Uw erfdeel H1419 , dat Gij door Uw grote H3581 kracht H5186 H8803 , en door Uw uitgestrekten H2220 arm H3318 H8689 hebt uitgevoerd!