DSV_Strongs(i)
1
H3318 H8799
Wanneer gij zult uittrekken
H4421
tot den strijd
H341 H8802
tegen uw vijanden
H7200 H8804
, en zult zien
H5483
paarden
H7393
en wagenen
H5971
, een volk
H7227
, meerder
H3372 H8799
dan gij, zo zult gij voor hen niet vrezen
H3068
; want de HEERE
H430
, uw God
H776 H4714
, is met u, Die u uit Egypteland
H5927 H8688
heeft opgevoerd.
2
H4421
En het zal geschieden, als gijlieden tot den strijd
H7126 H8800
nadert
H3548
, zo zal de priester
H5066 H8738
toetreden
H5971
, en tot het volk
H1696 H8765
spreken.
3
H559 H8804
En tot hen zeggen
H8085 H8798
: Hoort
H3478
, Israel
H3117
! gijlieden zijt heden
H7131
na
H4421
aan den strijd
H341 H8802
tegen uw vijanden
H3824
; uw hart
H7401 H8735
worde niet week
H3372 H8799
, vreest
H2648 H8799
niet, en beeft
H6206 H8799
niet, en verschrikt
H6440
niet voor hun aangezicht.
4
H3068
Want het is de HEERE
H430
, uw God
H1980 H8802
, Die met u gaat
H3898 H8736
, om voor u te strijden
H341 H8802
tegen uw vijanden
H3467 H8687
, om u te verlossen.
5
H7860 H8802
Dan zullen de ambtlieden
H5971
tot het volk
H1696 H8765
spreken
H559 H8800
, zeggende
H376
: Wie is de man
H2319
, die een nieuw
H1004
huis
H1129 H8804
heeft gebouwd
H2596 H8804
, en het niet heeft ingewijd
H3212 H8799
? Die ga henen
H7725 H8799
en kere weder
H1004
naar zijn huis
H4191 H8799
; opdat hij niet misschien sterve
H4421
in den strijd
H376
, en iemand
H312
anders
H2596 H8799
dat inwijde.
6
H376
En wie is de man
H3754
, die een wijngaard
H5193 H8804
geplant heeft
H2490 H8765
, en deszelfs vrucht niet heeft genoten
H3212 H8799
? Die ga henen
H7725 H8799
en kere weder
H1004
naar zijn huis
H4421
, opdat hij niet misschien in den strijd
H4191 H8799
sterve
H376
en iemand
H312
anders
H2490 H8762
die geniete.
7
H376
En wie is de man
H802
, die een vrouw
H781 H8765
ondertrouwd heeft
H3947 H8804
, en haar niet [tot] [zich] heeft genomen
H3212 H8799
? Die ga henen
H7725 H8799
en kere weder
H1004
naar zijn huis
H4421
; opdat hij niet misschien in dien strijd
H4191 H8799
sterve
H312
, en een ander
H376
man
H3947 H8799
haar neme.
8
H7860 H8802
Daarna zullen de ambtlieden
H3254 H8804
voortvaren
H1696 H8763
te spreken
H5971
tot het volk
H559 H8804
, en zeggen
H376
: Wie is de man
H3373
, die vreesachtig
H7390
en week
H3824
van hart
H3212 H8799
is? Die ga henen
H7725 H8799
en kere weder
H1004
naar zijn huis
H3824
; opdat het hart
H251
zijner broederen
H4549 H8735
niet smelte
H3824
, gelijk zijn hart.
9
H7860 H8802
En het zal geschieden, als die ambtlieden
H3615 H8763
geeindigd zullen hebben
H1696 H8763
te spreken
H5971
tot het volk
H8269
, zo zullen zij oversten
H6635
der heiren
H7218
aan de spits
H5971
des volks
H6485 H8804
bestellen.
10
H7126 H8799
Wanneer gij nadert
H5892
tot een stad
H3898 H8736
om tegen haar te strijden
H7965
, zo zult gij haar den vrede
H7121 H8804
toeroepen.
11
H7965
En het zal geschieden, indien zij u vrede
H6030 H8799
zal antwoorden
H6605 H8804
, en u opendoen
H5971
, zo zal al het volk
H4672 H8737
, dat daarin gevonden wordt
H4522
, u cijnsbaar
H5647 H8804
zijn, en u dienen.
12
H7999 H8686
Doch zo zij geen vrede met u zal maken
H4421
, maar krijg
H6213 H8804
tegen u voeren
H6696 H8804
, zo zult gij haar belegeren.
13
H3068
En de HEERE
H430
, uw God
H3027
, zal haar in uw hand
H5414 H8804
geven
H2138
; en gij zult alles, wat mannelijk
H5221 H8689
daarin is, slaan
H6310
met de scherpte
H2719
des zwaards;
14
H802
Behalve de vrouwen
H2945
, en de kinderkens
H929
, en de beesten
H5892
, en al wat in de stad
H7998
zijn zal, al haar buit
H962 H8799
zult gij voor u roven
H398 H8804
; en gij zult eten
H7998
den buit
H341 H8802
uwer vijanden
H3068
, dien u de HEERE
H430
, uw God
H5414 H8804
, gegeven heeft.
15
H5892
Alzo zult gij aan alle steden
H6213 H8799
doen
H3966
, die zeer
H7350
verre
H2007
van u zijn, die
H5892
niet zijn van de steden
H428
dezer
H1471
volken.
16
H5892
Maar van de steden
H5971
dezer volken
H3068
, die u de HEERE
H430
, uw God
H5159
, ten erve
H5414 H8802
geeft
H2421 H8762
, zult gij niets laten leven
H5397
, dat adem heeft.
17
H2763 H8687
Maar gij zult ze ganselijk
H2763 H8686
verbannen
H2850
: de Hethieten
H567
, en de Amorieten
H3669
, en de Kanaanieten
H6522
, en de Ferezieten
H2340
, de Hevieten
H2983
, en de Jebusieten
H3068
, gelijk als u de HEERE
H430
, uw God
H6680 H8765
, geboden heeft;
18
H3925 H8762
Opdat zij ulieden niet leren
H6213 H8800
te doen
H8441
naar al hun gruwelen
H430
, die zij hun goden
H6213 H8804
gedaan hebben
H2398 H8804
, en gij zondigt
H3068
tegen den HEERE
H430
, uw God.
19
H5892
Wanneer gij een stad
H7227
vele
H3117
dagen
H6696 H8799
zult belegeren
H3898 H8736
, strijdende
H8610 H8800
tegen haar, om die in te nemen
H6086
, zo zult gij haar geboomte
H7843 H8686
niet verderven
H1631
, de bijl
H5080 H8800
daaraan drijvende
H398 H8799
; want gij zult daarvan eten
H3772 H8799
; daarom zult gij dat niet afhouwen
H6086
(want het geboomte
H7704
van het veld
H120
is des mensen
H6440
[spijze]), opdat het voor uw aangezicht
H935 H8800
kome
H4692
tot een bolwerk.
20
H6086
Maar het geboomte
H3045 H8799
, hetwelk gij kennen zult
H6086
, dat het geen geboomte
H3978
ter spijze
H7843 H8686
is, dat zult gij verderven
H3772 H8804
en afhouwen
H4692
; en gij zult een bolwerk
H1129 H8804
bouwen
H5892
tegen deze stad
H4421
, dewelke tegen u krijg
H6213 H8802
voert
H3381 H8800
, totdat zij ten onderga.