Deuteronomy 20

DSV_Strongs(i)
  1 H3318 H8799 Wanneer gij zult uittrekken H4421 tot den strijd H341 H8802 tegen uw vijanden H7200 H8804 , en zult zien H5483 paarden H7393 en wagenen H5971 , een volk H7227 , meerder H3372 H8799 dan gij, zo zult gij voor hen niet vrezen H3068 ; want de HEERE H430 , uw God H776 H4714 , is met u, Die u uit Egypteland H5927 H8688 heeft opgevoerd.
  2 H4421 En het zal geschieden, als gijlieden tot den strijd H7126 H8800 nadert H3548 , zo zal de priester H5066 H8738 toetreden H5971 , en tot het volk H1696 H8765 spreken.
  3 H559 H8804 En tot hen zeggen H8085 H8798 : Hoort H3478 , Israel H3117 ! gijlieden zijt heden H7131 na H4421 aan den strijd H341 H8802 tegen uw vijanden H3824 ; uw hart H7401 H8735 worde niet week H3372 H8799 , vreest H2648 H8799 niet, en beeft H6206 H8799 niet, en verschrikt H6440 niet voor hun aangezicht.
  4 H3068 Want het is de HEERE H430 , uw God H1980 H8802 , Die met u gaat H3898 H8736 , om voor u te strijden H341 H8802 tegen uw vijanden H3467 H8687 , om u te verlossen.
  5 H7860 H8802 Dan zullen de ambtlieden H5971 tot het volk H1696 H8765 spreken H559 H8800 , zeggende H376 : Wie is de man H2319 , die een nieuw H1004 huis H1129 H8804 heeft gebouwd H2596 H8804 , en het niet heeft ingewijd H3212 H8799 ? Die ga henen H7725 H8799 en kere weder H1004 naar zijn huis H4191 H8799 ; opdat hij niet misschien sterve H4421 in den strijd H376 , en iemand H312 anders H2596 H8799 dat inwijde.
  6 H376 En wie is de man H3754 , die een wijngaard H5193 H8804 geplant heeft H2490 H8765 , en deszelfs vrucht niet heeft genoten H3212 H8799 ? Die ga henen H7725 H8799 en kere weder H1004 naar zijn huis H4421 , opdat hij niet misschien in den strijd H4191 H8799 sterve H376 en iemand H312 anders H2490 H8762 die geniete.
  7 H376 En wie is de man H802 , die een vrouw H781 H8765 ondertrouwd heeft H3947 H8804 , en haar niet [tot] [zich] heeft genomen H3212 H8799 ? Die ga henen H7725 H8799 en kere weder H1004 naar zijn huis H4421 ; opdat hij niet misschien in dien strijd H4191 H8799 sterve H312 , en een ander H376 man H3947 H8799 haar neme.
  8 H7860 H8802 Daarna zullen de ambtlieden H3254 H8804 voortvaren H1696 H8763 te spreken H5971 tot het volk H559 H8804 , en zeggen H376 : Wie is de man H3373 , die vreesachtig H7390 en week H3824 van hart H3212 H8799 is? Die ga henen H7725 H8799 en kere weder H1004 naar zijn huis H3824 ; opdat het hart H251 zijner broederen H4549 H8735 niet smelte H3824 , gelijk zijn hart.
  9 H7860 H8802 En het zal geschieden, als die ambtlieden H3615 H8763 geeindigd zullen hebben H1696 H8763 te spreken H5971 tot het volk H8269 , zo zullen zij oversten H6635 der heiren H7218 aan de spits H5971 des volks H6485 H8804 bestellen.
  10 H7126 H8799 Wanneer gij nadert H5892 tot een stad H3898 H8736 om tegen haar te strijden H7965 , zo zult gij haar den vrede H7121 H8804 toeroepen.
  11 H7965 En het zal geschieden, indien zij u vrede H6030 H8799 zal antwoorden H6605 H8804 , en u opendoen H5971 , zo zal al het volk H4672 H8737 , dat daarin gevonden wordt H4522 , u cijnsbaar H5647 H8804 zijn, en u dienen.
  12 H7999 H8686 Doch zo zij geen vrede met u zal maken H4421 , maar krijg H6213 H8804 tegen u voeren H6696 H8804 , zo zult gij haar belegeren.
  13 H3068 En de HEERE H430 , uw God H3027 , zal haar in uw hand H5414 H8804 geven H2138 ; en gij zult alles, wat mannelijk H5221 H8689 daarin is, slaan H6310 met de scherpte H2719 des zwaards;
  14 H802 Behalve de vrouwen H2945 , en de kinderkens H929 , en de beesten H5892 , en al wat in de stad H7998 zijn zal, al haar buit H962 H8799 zult gij voor u roven H398 H8804 ; en gij zult eten H7998 den buit H341 H8802 uwer vijanden H3068 , dien u de HEERE H430 , uw God H5414 H8804 , gegeven heeft.
  15 H5892 Alzo zult gij aan alle steden H6213 H8799 doen H3966 , die zeer H7350 verre H2007 van u zijn, die H5892 niet zijn van de steden H428 dezer H1471 volken.
  16 H5892 Maar van de steden H5971 dezer volken H3068 , die u de HEERE H430 , uw God H5159 , ten erve H5414 H8802 geeft H2421 H8762 , zult gij niets laten leven H5397 , dat adem heeft.
  17 H2763 H8687 Maar gij zult ze ganselijk H2763 H8686 verbannen H2850 : de Hethieten H567 , en de Amorieten H3669 , en de Kanaanieten H6522 , en de Ferezieten H2340 , de Hevieten H2983 , en de Jebusieten H3068 , gelijk als u de HEERE H430 , uw God H6680 H8765 , geboden heeft;
  18 H3925 H8762 Opdat zij ulieden niet leren H6213 H8800 te doen H8441 naar al hun gruwelen H430 , die zij hun goden H6213 H8804 gedaan hebben H2398 H8804 , en gij zondigt H3068 tegen den HEERE H430 , uw God.
  19 H5892 Wanneer gij een stad H7227 vele H3117 dagen H6696 H8799 zult belegeren H3898 H8736 , strijdende H8610 H8800 tegen haar, om die in te nemen H6086 , zo zult gij haar geboomte H7843 H8686 niet verderven H1631 , de bijl H5080 H8800 daaraan drijvende H398 H8799 ; want gij zult daarvan eten H3772 H8799 ; daarom zult gij dat niet afhouwen H6086 (want het geboomte H7704 van het veld H120 is des mensen H6440 [spijze]), opdat het voor uw aangezicht H935 H8800 kome H4692 tot een bolwerk.
  20 H6086 Maar het geboomte H3045 H8799 , hetwelk gij kennen zult H6086 , dat het geen geboomte H3978 ter spijze H7843 H8686 is, dat zult gij verderven H3772 H8804 en afhouwen H4692 ; en gij zult een bolwerk H1129 H8804 bouwen H5892 tegen deze stad H4421 , dewelke tegen u krijg H6213 H8802 voert H3381 H8800 , totdat zij ten onderga.