Deuteronomy 4

DSV_Strongs(i)
  1 H3478 Nu dan, Israel H8085 H8798 ! hoor H2706 naar de inzettingen H4941 en naar de rechten H3925 H8764 , die ik ulieden lere H6213 H8800 te doen H2421 H8799 ; opdat gij leeft H935 H8804 , en henen inkomt H3423 H8804 , en erft H776 het land H3068 , dat de HEERE H1 , uwer vaderen H430 God H5414 H8802 , u geeft.
  2 H1697 Gij zult tot dit woord H6680 H8764 , dat ik u gebiede H3254 H8686 , niet toedoen H1639 H8799 , ook daarvan niet afdoen H8104 H8800 ; opdat gij bewaart H4687 de geboden H3068 van den HEERE H430 , uw God H6680 H8764 , die ik u gebiede.
  3 H5869 Uw ogen H7200 H8802 hebben gezien H3068 , wat God H1187 om Baal-peor H6213 H8804 gedaan heeft H376 ; want alle man H1187 , die Baal-peor H310 H1980 H8804 navolgde H3068 , dien heeft de HEERE H430 , uw God H7130 , uit het midden H8045 H8689 van u verdaan.
  4 H3068 Gij daarentegen, die den HEERE H430 , uw God H1695 , aanhingt H3117 , gij zijt heden H2416 allen levende.
  5 H7200 H8798 Ziet H3925 H8765 , ik heb u geleerd H2706 de inzettingen H4941 en rechten H834 , gelijk als H3068 de HEERE H430 , mijn God H6680 H8765 , mij geboden heeft H6213 H8800 ; opdat gij alzo doet H7130 in het midden H776 des lands H935 H8802 , waar gij naar toe gaat H3423 H8800 , om het te erven.
  6 H8104 H8804 Behoudt H6213 H8804 ze dan, en doet H2451 ze; want dat zal uw wijsheid H998 en uw verstand H5869 zijn voor de ogen H5971 der volken H2706 , die al deze inzettingen H8085 H8799 horen zullen H559 H8804 , en zeggen H1419 : Dit grote H1471 volk H2450 alleen is een wijs H995 H8737 en verstandig H5971 volk!
  7 H1419 Want wat groot H1471 volk H430 is er, hetwelk de goden H7138 [zo] nabij H3068 zijn als de HEERE H430 , onze God H7121 H8800 , zo dikwijls als wij Hem aanroepen?
  8 H1419 En wat groot H1471 volk H6662 is er, dat [zo] rechtvaardige H2706 inzettingen H4941 en rechten H8451 heeft, als deze ganse wet H3117 is, die ik heden H6440 voor uw aangezicht H5414 H8802 geef?
  9 H8104 H8734 Alleenlijk wacht u H8104 H8798 , en bewaart H5315 uw ziel H3966 wel H7911 H8799 , dat gij niet vergeet H1697 de dingen H5869 , die uw ogen H7200 H8804 gezien hebben H3824 ; en dat zij niet van uw hart H5493 H8799 wijken H3117 , al de dagen H2416 uws levens H1121 ; en gij zult ze aan uw kinderen H1121 H1121 en uw kindskinderen H3045 H8689 bekend maken.
  10 H3117 Ten dage H6440 , als gij voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H2722 , aan Horeb H5975 H8804 stondt H3068 , als de HEERE H559 H8800 tot mij zeide H6950 H8685 : Vergader H5971 Mij dit volk H1697 , en Ik zal hun Mijn woorden H8085 H8686 doen horen H3925 H8799 , die zij zullen leren H3372 H8800 , om Mij te vrezen H3117 al de dagen H127 , die zij op den aardbodem H2416 zullen leven H1121 , en zij zullen ze hun kinderen H3925 H8762 leren;
  11 H7126 H8799 En gijlieden naderdet H5975 H8799 en stondt H2022 beneden dien berg H2022 ; (die berg H1197 H8802 nu brandde H784 van vuur H3820 , tot aan het midden H8064 des hemels H6205 ; er was duisternis H6051 , wolken H2822 en donkerheid).
  12 H1696 H8762 Zo sprak H3068 de HEERE H8432 tot u uit het midden H784 des vuurs H8085 H8802 ; gij hoordet H6963 de stem H1697 der woorden H7200 H8802 ; maar gij zaagt H8544 geen gelijkenis H2108 , behalve H6963 de stem.
  13 H5046 H8686 Toen verkondigde Hij H1285 u Zijn verbond H6680 H8765 , dat Hij u gebood H6213 H8800 te doen H6235 , de tien H1697 woorden H3789 H8799 , en schreef H8147 ze op twee H68 stenen H3871 tafelen.
  14 H6680 H8765 Ook gebood H3068 mij de HEERE H6256 ter zelver tijd H2706 , dat ik u inzettingen H4941 en rechten H3925 H8763 leren zou H6213 H8800 ; opdat gij die deedt H776 in dat land H5674 H8802 , naar hetwelk gij doortrekt H3423 H8800 , om dat te erven.
  15 H8104 H8738 Wacht u H3966 dan wel H5315 voor uw zielen H8544 ; want gij hebt geen gelijkenis H7200 H8804 gezien H3117 , ten dage H3068 als de HEERE H2722 op Horeb H8432 uit het midden H784 des vuurs H1696 H8763 tot u sprak;
  16 H7843 H8686 Opdat gij u niet verderft H6213 H8804 , en maakt H6459 u iets gesnedens H8544 , de gelijkenis H5566 van enig beeld H8403 , de gedaante H2145 van man H5347 of vrouw,
  17 H8403 De gedaante H929 van enig beest H776 , dat op de aarde H8403 is; de gedaante H3671 van enigen gevleugelden H6833 vogel H8064 , die door den hemel H5774 H8799 vliegt;
  18 H8403 De gedaante H127 van iets, dat op den aardbodem H7430 H8802 kruipt H8403 ; de gedaante H1710 van enigen vis H4325 , die in het water H8478 is onder H776 de aarde;
  19 H5869 Dat gij ook uw ogen H5375 H8799 niet opheft H8064 naar den hemel H7200 H8804 , en aanziet H8121 de zon H3394 , en de maan H3556 , en de sterren H8064 , des hemels H6635 ganse heir H5080 H8738 ; en wordt aangedreven H7812 H8694 , dat gij u voor die buigt H5647 H8804 , en hen dient H3068 ; dewelke de HEERE H430 , uw God H5971 , aan alle volken H8064 onder den gansen hemel H2505 H8804 heeft uitgedeeld.
  20 H3068 Maar ulieden heeft de HEERE H3947 H8804 aangenomen H1270 H3564 , en uit den ijzeroven H4714 , uit Egypte H3318 H8686 , uitgevoerd H5971 H5159 ; opdat gij Hem tot een erfvolk H3117 zoudt zijn, gelijk het te dezen dage is.
  21 H599 H8694 Ook vertoornde Zich H3068 de HEERE H1697 over mij, om ulieder woorden H7650 H8735 ; en Hij zwoer H3383 , dat ik over de Jordaan H5674 H8800 niet zou gaan H935 H8800 , en dat ik niet zou komen H2896 in dat goede H776 land H3068 , dat de HEERE H430 , uw God H5159 , u ter erfenis H5414 H8802 geven zal.
  22 H776 Want ik zal in dit land H4191 H8801 sterven H3383 ; ik zal over de Jordaan H5674 H8802 niet gaan H5674 H8802 ; maar gij zult er overgaan H2896 , en datzelve goede H776 land H3423 H8804 erven.
  23 H8104 H8734 Wacht u H1285 , dat gij het verbond H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H3772 H8804 , hetwelk Hij met u gemaakt heeft H7911 H8799 , niet vergeet H6459 , dat gij u een gesneden beeld H6213 H8804 zoudt maken H8544 , de gelijkenis H3605 van iets H3068 , dat de HEERE H430 , uw God H6680 H8765 , u verboden heeft.
  24 H3068 Want de HEERE H430 , uw God H398 H8802 , is een verterend H784 vuur H7067 , een ijverig H410 God.
  25 H1121 Wanneer gij nu kinderen H1121 H1121 en kindskinderen H3205 H8686 gewonnen zult hebben H776 , en in het land H3462 H8738 oud geworden zult zijn H7843 H8689 , en u zult verderven H6459 , dat gij gesneden beelden H6213 H8804 maakt H8544 , de gelijkenis H6213 H8804 van enig ding, en doet H7451 , wat kwaad H5869 is in de ogen H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H3707 H8687 , om Hem tot toorn te verwekken;
  26 H5749 H0 Zo roep ik H3117 heden H8064 den hemel H776 en de aarde H5749 H8689 tot getuige H6 H8800 tegen ulieden, dat gij voorzeker H4118 haast H6 H8799 zult omkomen H776 van dat land H3383 , waar gij over de Jordaan H5674 H8802 naar toe trekt H3423 H8800 , om dat te erven H3117 ; gij zult uw dagen H748 H8686 daarin niet verlengen H8045 H8736 , maar ganselijk H8045 H8735 verdelgd worden.
  27 H3068 En de HEERE H6327 H8689 zal u verstrooien H5971 onder de volken H4962 ; en gij zult een klein volksken H4557 in getal H7604 H8738 overblijven H1471 onder de heidenen H3068 , waar de HEERE H5090 H8762 u henen leiden zal.
  28 H430 En aldaar zult gij goden H5647 H8804 dienen H120 , die des mensen H4639 H3027 handenwerk H6086 zijn, hout H68 en steen H7200 H8799 , die niet zien H8085 H8799 , noch horen H398 H8799 , noch eten H7306 H8686 , noch rieken.
  29 H3068 Dan zult gij van daar den HEERE H430 , uw God H1245 H8765 , zoeken H4672 H8804 , en vinden H1875 H8799 ; als gij Hem zoeken zult H3824 met uw ganse hart H5315 en met uw ganse ziel.
  30 H6862 Wanneer gij in angst H1697 zult zijn, en u al deze dingen H4672 H8804 zullen treffen H319 ; in het laatste H3117 der dagen H7725 H8804 , dan zult gij wederkeren H3068 tot den HEERE H430 , uw God H6963 , en Zijn stem H8085 H8804 gehoorzaam zijn.
  31 H3068 Want de HEERE H430 , uw God H7349 , is een barmhartig H410 God H7503 H8686 ; Hij zal u niet verlaten H7843 H8686 , noch u verderven H1285 ; en Hij zal het verbond H1 uwer vaderen H7650 H8738 , dat Hij hun gezworen heeft H7911 H8799 , niet vergeten.
  32 H7592 H8798 Want, vraag H7223 toch naar de vorige H3117 dagen H6440 , die voor H1961 H8738 u geweest zijn H3117 , van dien dag H430 af, dat God H120 den mens H776 op de aarde H1254 H8804 geschapen heeft H7097 , van het [ene] einde H8064 des hemels H1419 tot aan het [andere] einde des hemels, of zulk een groot H1697 ding H8085 H8738 geschied of gehoord zij, als dit:
  33 H5971 Of een volk H8085 H8804 gehoord hebbe H6963 de stem H430 van God H1696 H8764 , sprekende H8432 uit het midden H784 des vuurs H8085 H8804 , gelijk als gij gehoord hebt H2421 H8799 , en levend zij gebleven?
  34 H430 Of: of God H5254 H8765 verzocht heeft H935 H8800 te gaan H1471 , om Zich een volk H7130 uit het midden H1471 eens volks H3947 H8800 aan te nemen H4531 , door verzoekingen H226 , door tekenen H4159 , en door wonderen H4421 , en door strijd H2389 , en door een sterke H3027 hand H5186 H8803 , en door een uitgestrekten H2220 arm H1419 , en met grote H4172 verschrikkingen H3068 ; naar al hetgeen de HEERE H430 , uw God H5869 , ulieden voor uw ogen H4714 in Egypte H6213 H8804 gedaan heeft?
  35 H7200 H8717 U is het getoond H3045 H8800 , opdat gij wetet H3068 , dat de HEERE H430 die God H5750 is; er is niemand meer H905 dan Hij alleen!
  36 H8064 Van den hemel H6963 heeft Hij u Zijn stem H8085 H8689 laten horen H3256 H8763 , om u te onderwijzen H776 ; en op de aarde H1419 heeft Hij u Zijn groot H784 vuur H7200 H8689 doen zien H1697 ; en gij hebt Zijn woorden H8432 uit het midden H784 des vuurs H8085 H8804 gehoord.
  37 H1 En omdat Hij uw vaderen H157 H8804 liefhad H2233 , en hun zaad H310 na H977 H8799 hen verkoren had H6440 , zo heeft Hij u voor Zijn aangezicht H1419 door Zijn grote H3581 kracht H4714 uit Egypte H3318 H8686 uitgevoerd;
  38 H1471 Om volken H1419 , die groter H6099 en machtiger H6440 waren dan gij, voor uw aangezicht H3423 H8687 uit de bezitting te verdrijven H935 H8687 ; om u in te brengen H776 , dat Hij u hunlieder land H5159 ter erfenis H5414 H8800 gave H3117 , als het te dezen dage is.
  39 H3117 Zo zult gij heden H3045 H8804 weten H3824 , en in uw hart H7725 H8689 hervatten H3068 , dat de HEERE H430 die God H4605 is, boven H8064 in den hemel H776 , en onder op de aarde, niemand meer!
  40 H8104 H8804 En gij zult houden H2706 Zijn inzettingen H4687 en Zijn geboden H3117 , die ik u heden H6680 H8764 gebiede H1121 , opdat het u en uw kinderen H310 na H3190 H8799 u welga H3117 , en opdat gij de dagen H748 H8686 verlengt H127 in het land H3068 , dat de HEERE H430 , uw God H5414 H8802 , u geeft, voor altoos.
  41 H914 H0 Toen scheidde H4872 Mozes H7969 drie H5892 steden H914 H8686 uit H5676 , aan deze zijde H3383 van de Jordaan H4217 , tegen den opgang H8121 der zon;
  42 H5127 H8800 Opdat daarheen vlood H7523 H8802 de doodslager H7453 , die zijn naaste H1097 H1847 onwetende H7523 H8799 doodslaat H8543 , dien hij van gisteren H8032 [en] eergisteren H8130 H8802 niet haatte H259 ; dat hij in een H411 van deze H5892 steden H5127 H8804 vlood H2425 H8804 en levend bleef;
  43 H1221 Bezer H4057 in de woestijn H4334 , in het effen H776 land H7206 , voor de Rubenieten H7216 ; en Ramoth H1568 in Gilead H1425 , voor de Gadieten H1474 ; en Golan H1316 in Bazan H4520 , voor de Manassieten.
  44 H8451 Dit is nu de wet H4872 , die Mozes H1121 den kinderen H3478 Israels H6440 H7760 H8804 voorstelde:
  45 H5713 Dit zijn de getuigenissen H2706 , en de inzettingen H4941 , en de rechten H4872 , die Mozes H1696 H8765 sprak H1121 tot de kinderen H3478 Israels H4714 , als zij uit Egypte H3318 H8800 waren uitgetogen;
  46 H5676 Aan deze zijde H3383 van de Jordaan H1516 , in het dal H4136 tegenover H1047 Beth-peor H776 , in het land H5511 van Sihon H4428 , den koning H567 der Amorieten H2809 , die te Hesbon H3427 H8802 woonde H4872 ; welken Mozes H5221 H8689 sloeg H1121 , en de kinderen H3478 Israels H4714 , als zij uit Egypte H3318 H8800 waren uitgetogen,
  47 H776 En zijn land H3423 H8799 in bezitting genomen hadden H776 ; daartoe het land H5747 van Og H4428 , koning H1316 van Bazan H8147 ; twee H4428 koningen H567 der Amorieten H5676 , die aan deze zijde H3383 van de Jordaan H4217 waren, tegen den opgang H8121 der zon;
  48 H6177 Van Aroer H8193 af, dat aan den oever H5158 der beek H769 Arnon H2022 is, tot aan den berg H7865 Sion H2768 , welke is Hermon;
  49 H6160 En al het vlakke veld H5676 , aan deze zijde H3383 van de Jordaan H4217 , naar het oosten H3220 , tot aan de zee H6160 des vlakken velds H794 H6449 , onder Asdoth-pisga.