DSV_Strongs(i)
13
H1961 H8804
Voorts geschiedde het
H3091
, als Jozua
H3405
bij Jericho
H1961 H8800
was
H5869
, dat hij zijn ogen
H5375 H8799
ophief
H7200 H8799
, en zag toe
H2009
, en ziet
H5975 H8802
, er stond
H376
een Man
H5048
tegenover
H8025 H8803
hem, Die een uitgetogen
H2719
zwaard
H3027
in Zijn hand
H3091
had. En Jozua
H3212 H8799
ging
H413
tot
H559 H8799
Hem, en zeide
H859
tot Hem: Zijt Gij
H518
van ons, of
H6862
van onze vijanden?
14
H559 H8799
En Hij zeide
H3808
: Neen
H3588
, maar
H589
Ik
H8269
ben de Vorst
H6635
van het heir
H3068
des HEEREN
H6258
: Ik ben nu
H935 H8804
gekomen
H5307 H8799
! Toen viel
H3091
Jozua
H413
op
H6440
zijn aangezicht
H776
ter aarde
H7812 H8691
en aanbad
H559 H8799
, en zeide
H4100
tot Hem: Wat
H1696 H8764
spreekt
H113
mijn Heere
H413
tot
H5650
Zijn knecht?