DSV_Strongs(i)
5
H1984 H8802
[05:6] De onzinnigen
H5048
zullen voor
H5869
Uw ogen
H3808
niet
H3320 H8691
bestaan
H8130 H8804
; Gij haat
H3605
alle
H6466 H8802
werkers
H205
der ongerechtigheid.
6
H1696 H8802 H3577
[05:7] Gij zult de leugensprekers
H6 H8762
verdoen
H376
; van den man
H1818
des bloeds
H4820
en des bedrogs
H3068
heeft de HEERE
H8581 H8762
een gruwel.
7
H589
[05:8] Maar ik
H7230
zal door de grootheid
H2617
Uwer goedertierenheid
H1004
in Uw huis
H935 H8799
ingaan
H7812 H8691
; ik zal mij buigen
H413
naar
H1964
het paleis
H6944
Uwer heiligheid
H3374
, in Uw vreze.
8
H3068
[05:9] HEERE
H5148 H8798
! Leid mij
H6666
in Uw gerechtigheid
H4616
, om
H8324 H8802
mijner verspieders
H3474 H8685
wil; richt
H1870
Uw weg
H6440
voor mijn aangezicht.
9
H3588
[05:10] Want
H6310
in hun mond
H369
is niets
H3559 H8737
rechts
H7130
, hun binnenste
H1942
is enkel verderving
H1627
, hun keel
H6605 H8803
is een open
H6913
graf
H3956
, met hun tong
H2505 H8686
vleien zij.
10
H816 H8685
[05:11] Verklaar hen schuldig
H430
, o God
H5307 H8799
; laat hen vervallen
H4480
van
H4156
hun raadslagen
H5080 H8685
; drijf hen henen
H7230
om de veelheid
H6588
hunner overtredingen
H3588
, want
H4784 H8804
zij zijn wederspannig tegen U.