DSV_Strongs(i)
22
H607
Dat zijt gij
H4430
, o koning
H7236 H8754
! die groot
H8631 H8748
en sterk zijt geworden
H7238
; want uw grootheid
H7236 H8754
is zo gewassen
H4291 H8754
, dat zij reikt
H8065
aan den hemel
H7985
, en uw heerschappij
H5491
aan het einde
H772
des aardrijks.
23
H4430
Dat nu de koning
H5894
, een wachter
H6922
, namelijk een heilige
H2370 H8754
gezien heeft
H4481
, van
H8065
den hemel
H5182 H8750
afkomende
H560 H8750
, die zeide
H1414 H0
: Houwt
H363
dezen boom
H1414
af
H2255 H8740
, en verderft
H1297
hem; doch
H7662 H8747
laat
H6136
den stam
H8330
[met] zijn wortelen
H772
in de aarde
H6523
, en met een ijzeren
H5174
en koperen
H613
band
H1883
in het tedere gras
H1251
des velds
H2920
, en in de dauw
H8065
des hemels
H6647 H8721
nat gemaakt worden
H2508
, en dat zijn deel
H5974
zij met
H2423
het gedierte
H1251
des velds
H5705
, totdat
H7655
er zeven
H5732
tijden
H5922
over
H2499
hem voorbijgaan;