Daniel 5

DSV_Strongs(i)
  1 H4430 De koning H1113 Belsazar H5648 H8754 maakte H7229 een groten H3900 maaltijd H506 voor zijn duizend H7261 geweldigen H8355 H8750 , en hij dronk H2562 wijn H6903 voor H506 die duizend.
  2 H1113 Als Belsazar H2562 den wijn H2942 geproefd had H560 H8754 , zeide hij H1722 , dat men de gouden H3702 en zilveren H3984 vaten H858 H8682 voorbrengen zou H2 , die zijn vader H5020 Nebukadnezar H4481 uit H1965 den tempel H3390 , die te Jeruzalem H5312 H8684 geweest was, weggevoerd had H4430 ; opdat de koning H7261 en zijn geweldigen H7695 , zijn vrouwen H3904 en zijn bijwijven H8355 H8748 uit dezelve dronken.
  3 H116 Toen H858 H8684 bracht men H1722 voor de gouden H3984 vaten H4481 , die men uit H1965 den tempel H1005 van het huis H426 Gods H3390 , die te Jeruzalem H5312 H8684 geweest was, weggevoerd had H4430 ; en de koning H7261 en zijn geweldigen H7695 , zijn vrouwen H3904 , en zijn bijwijven H8355 H8754 dronken daaruit.
  4 H8355 H8754 Zij dronken H2562 den wijn H7624 H8745 , en prezen H1722 de gouden H3702 , en de zilveren H5174 , de koperen H6523 , de ijzeren H636 , de houten H69 en de stenen H426 goden.
  5 H8160 Ter zelfder ure H5312 H0 kwamen er H677 vingeren H606 van eens mensen H3028 hand H5312 H8754 voort H3790 H8751 , die schreven H6903 tegenover H5043 den kandelaar H5922 , op H1528 de kalk H3797 van den wand H4430 van het koninklijk H1965 paleis H4430 , en de koning H2370 H8751 zag H6447 het deel H3028 der hand H3790 H8751 , die daar schreef.
  6 H116 Toen H8133 H8754 veranderde zich H2122 de glans H4430 des konings H7476 , en zijn gedachten H927 H8792 verschrikten H7001 hem; en de banden H2783 zijner lendenen H8271 H8723 werden los H755 , en zijn knieen H5368 H8750 stieten H1668 H1668 tegen elkander aan.
  7 H4430 [Zodat] de koning H2429 met kracht H7123 H8748 riep H826 dat men de sterrekijkers H3779 , de Chaldeen H1505 H8750 en de waarzeggers H5954 H8682 inbrengen zou H4430 ; [en] de koning H6032 H8750 antwoordde H560 H8750 en zeide H2445 tot de wijzen H895 van Babel H3606 : Alle H606 man H1836 , die dit H3792 schrift H7123 H8751 lezen H6591 , en deszelfs uitlegging H2324 H8741 mij te kennen zal geven H711 , die zal met purper H3848 H8748 gekleed worden H1722 , met een gouden H2002 keten H5922 om H6676 zijn hals H8523 , en hij zal de derde H7981 H8748 heerser H4437 in dit koninkrijk zijn.
  8 H116 Toen H5954 H8750 kwamen H3606 al H2445 de wijzen H4430 des konings H3546 H8751 in; maar zij konden H3792 dit schrift H3809 niet H7123 H8749 lezen H4430 , noch den koning H6591 deszelfs uitlegging H3046 H8682 bekend maken.
  9 H116 Toen H927 H8727 verschrikte H4430 de koning H1113 Belsazar H7690 zeer H2122 , en zijn glans H5922 werd aan hem H8133 H8750 veranderd H7261 , en zijn geweldigen H7672 H8723 werden verbaasd.
  10 H6903 Om H4406 deze woorden H4430 des konings H7261 en zijner geweldigen H5954 H8754 , ging H4433 de koningin H1005 in het huis H4961 des maaltijds H4433 . De koningin H6032 H8754 sprak H560 H8754 en zeide H4430 : O koning H2418 H8747 , leef H5957 in eeuwigheid H7476 ! laat u uw gedachten H409 niet H927 H8792 verschrikken H2122 , en uw glans H8133 H8721 niet veranderd worden.
  11 H383 Er is H1400 een man H4437 in uw koninkrijk H7308 , in wien de geest H6922 der heilige H426 goden H3118 is, want in de dagen H2 uws vaders H7912 H8728 is bij hem gevonden H5094 licht H7924 , en verstand H2452 , en wijsheid H2452 , gelijk de wijsheid H426 der goden H6966 H8684 is; daarom stelde H4430 hem de koning H5020 Nebukadnezar H2 , uw vader H7229 , tot een overste H2749 der tovenaars H826 , der sterrekijkers H3779 , der Chaldeen H1505 H8750 , [en] der waarzeggers H2 , uw vader H4430 , o koning!
  12 H6903 H3606 Omdat H3493 een voortreffelijke H7308 geest H4486 , en wetenschap H7924 , en verstand H2493 van een, die dromen H6590 H8743 uitlegt H263 , en der aanwijzing H280 van raadselen H7001 , en van een, die knopen H8271 H8743 ontbindt H7912 H8728 , gevonden werd H1841 in hem, in Daniel H4430 , dien de koning H8036 den naam H1096 van Beltsazar H7761 H8754 gaf H3705 ; laat nu H1841 Daniel H7123 H8729 geroepen worden H6591 , die zal de uitlegging H2324 H8681 te kennen geven.
  13 H116 Toen H1841 werd Daniel H6925 voor H4430 den koning H5954 H8717 ingebracht H4430 . De koning H6032 H8750 antwoordde H560 H8750 en zeide H1841 tot Daniel H607 : Zijt gij H1841 die Daniel H4481 , een uit H1123 H1547 de gevankelijk weggevoerden H3061 van Juda H4430 , die de koning H2 , mijn vader H4481 , uit H3061 Juda H858 H8684 gebracht heeft?
  14 H8086 H8754 Ik heb toch van u gehoord H7308 , dat de geest H426 der goden H5922 in u H5094 is, en dat er licht H7924 , en verstand H3493 , en voortreffelijke H2452 wijsheid H7912 H8728 in u gevonden wordt.
  15 H3705 Nu H6925 , zo zijn voor H5954 H8717 mij ingebracht H2445 de wijzen H826 [en] de sterrekijkers H1836 , om dit H3792 schrift H7123 H8748 te lezen H6591 , en deszelfs uitlegging H3046 H8682 mij bekend te maken H3546 H8751 ; maar zij kunnen H6591 de uitlegging H4406 dezer woorden H3809 niet H2324 H8682 te kennen geven.
  16 H5922 Doch van u H576 heb ik H8086 H8754 gehoord H6591 , dat gij uitleggingen H3202 H8748 kunt H6590 H8749 geven H7001 , en knopen H8271 H8749 ontbinden H3705 ; nu H2006 , indien H3792 gij dit schrift H3202 H8748 zult kunnen H7123 H8749 lezen H6591 , en deszelfs uitlegging H3046 H8682 mij bekend maken H711 , gij zult met purper H3848 H8748 bekleed worden H1722 , met een gouden H2002 keten H5922 om H6676 uw hals H8531 , en gij zult de derde H7981 H8748 heerser H4437 in dit koninkrijk zijn.
  17 H116 Toen H6032 H8750 antwoordde H1841 Daniel H560 H8750 , en zeide H6925 voor H4430 den koning H1934 H8748 : Heb H4978 uw gaven H3052 H8747 voor uzelven, en geef H5023 uw vereringen H321 aan een ander H1297 ; ik zal nochtans H3792 het schrift H4430 voor den koning H7123 H8748 lezen H6591 , en de uitlegging H3046 H8681 zal ik hem bekend maken.
  18 H607 Wat u H4430 aangaat, o koning H5943 ! de allerhoogste H426 God H2 heeft uw vader H5020 Nebukadnezar H4437 het koninkrijk H7238 , en grootheid H3367 , en eer H1923 , en heerlijkheid H3052 H8754 gegeven;
  19 H4481 En vanwege H7238 de grootheid H3052 H8754 , die Hij hem gegeven had H1934 H8754 H2112 , beefden H1763 H8751 en sidderden H3606 alle H5972 volken H524 , natien H3961 en tongen H4481 voor H6925 hem H1934 H8754 H6634 H8750 ; dien hij wilde H1934 H8754 H6992 H8751 , doodde hij H1934 H8754 H6634 H8750 , en dien hij wilde H1934 H8754 H2418 H8683 , behield hij in het leven H1934 H8754 H6634 H8750 , en dien hij wilde H1934 H8754 H7313 H8683 , verhoogde hij H1934 H8754 H6634 H8750 , en dien hij wilde H1934 H8754 H8214 H8683 , vernederde hij.
  20 H3825 Maar toen zich zijn hart H7313 H8752 verhief H7308 , en zijn geest H8631 H8748 verstijfd werd H2103 H8682 ter hovaardij H4481 , werd hij van H3764 den troon H4437 zijns koninkrijks H5182 H8717 afgestoten H5709 H8684 , en men nam H3367 de eer H4481 van hem weg.
  21 H4481 En hij werd van H1123 de kinderen H606 der mensen H2957 H8752 verstoten H3825 , en zijn hart H2423 werd den beesten H5974 gelijk H7739 H8745 gemaakt H4070 , en zijn woning H6167 was bij de woudezelen H2939 H0 ; men gaf H6211 hem gras H2939 H8748 te smaken H8450 gelijk den ossen H1655 ; en zijn lichaam H2920 werd van den dauw H8065 des hemels H6647 H8721 nat gemaakt H5705 , totdat H3046 H8754 hij bekende H426 , dat God H5943 , de Allerhoogste H7990 , Heerser is H4437 over de koninkrijken H606 der mensen H5922 , en over H6966 H8681 dezelve stelt H4479 , wien H6634 H8748 Hij wil.
  22 H607 En gij H1113 , Belsazar H1247 , zijn zoon H3825 ! hebt uw hart H3809 niet H8214 H8684 vernederd H6903 , alhoewel H1836 gij dit H3606 alles H3046 H8754 wel geweten hebt.
  23 H7313 H8712 Maar gij hebt u verheven H5922 tegen H4756 den Heere H8065 des hemels H3984 , en men heeft de vaten H1005 van Zijn huis H6925 voor H858 H8684 u gebracht H607 , en gij H7261 , en uw geweldigen H7695 , uw vrouwen H3904 , en uw bijwijven H2562 hebben wijn H8355 H8750 uit dezelve gedronken H426 , en de goden H3702 van zilver H1722 en goud H5174 , koper H6523 , ijzer H636 , hout H69 en steen H3809 , die niet H2370 H8751 zien H3809 , noch H8086 H8750 horen H3809 , noch H3046 H8751 weten H7624 H8745 , hebt gij geprezen H426 ; maar dien God H3028 , in Wiens hand H5396 uw adem H3606 is, en bij Wien al H735 uw paden H3809 zijn, hebt gij niet H1922 H8745 verheerlijkt.
  24 H116 Toen H6447 is dat deel H3028 der hand H4481 van H6925 Hem H7972 H8750 gezonden H1836 , en dit H3792 schrift H7560 H8752 getekend geworden.
  25 H1836 Dit H3792 nu is het schrift H7560 H8752 , dat daar getekend is H4484 H8752 : MENE H4484 H8752 , MENE H8625 H8752 , TEKEL H6537 H8751 , UPHARSIN.
  26 H1836 Dit H6591 is de uitlegging H4406 dezer woorden H4484 H8752 : MENE H426 ; God H4437 heeft uw koninkrijk H4483 H8754 geteld H8000 H8684 , en Hij heeft het voleind.
  27 H8625 H8752 TEKEL H3977 ; gij zijt in weegschalen H8625 H8760 gewogen H2627 ; en gij zijt te licht H7912 H8728 gevonden.
  28 H6537 H8752 PERES H4437 ; uw koninkrijk H6537 H8752 is verdeeld H4076 , en het is den Meden H6540 en den Perzen H3052 H8753 gegeven.
  29 H116 Toen H560 H8754 beval H1113 Belsazar H3848 H8684 , en zij bekleedden H1841 Daniel H711 met purper H1722 , met een gouden H2002 keten H5922 om H6676 zijn hals H3745 H8684 , en zij riepen overluid H5922 van H8531 hem, dat hij de derde H7990 heerser H4437 in dat koninkrijk H1934 H8748 was.
  30 H3916 In dienzelfden nacht H1113 , werd Belsazar H3779 , der Chaldeen H4430 koning H6992 H8752 , gedood.
  31 H1868 [06:1] Darius H4077 , de Meder H6902 H8745 nu, ontving H4437 het koninkrijk H8648 , omtrent twee H8361 en zestig H8140 jaren H1247 oud zijnde.