DSV_Strongs(i)
20
H1358
[06:21] Als hij nu tot den kuil
H7127 H8749
genaderd was
H2200 H8754
, riep hij
H1841
tot Daniel
H6088 H8750
met een droeve
H7032
stem
H4430
; de koning
H6032 H8750
antwoordde
H560 H8750
en zeide
H1841
tot Daniel
H1841
: O Daniel
H5649
, gij knecht
H2417
des levenden
H426
Gods
H426
! heeft ook uw God
H8411
, Dien gij geduriglijk
H6399 H8750
eert
H4481
, u van
H744
de leeuwen
H3202 H8754
kunnen
H7804 H8756
verlossen?
21
H116
[06:22] Toen
H4449 H8745
sprak
H1841
Daniel
H5974
tot
H4430
den koning
H4430
: O koning
H2418 H8747
, leef
H5957
in eeuwigheid!
22
H426
[06:23] Mijn God
H4398
heeft Zijn engel
H7972 H8754
gezonden
H6433
, en Hij heeft den muil
H744
der leeuwen
H5463 H8754
toegesloten
H3809
, dat zij mij niet
H2255 H8745
beschadigd hebben
H3606 H6903
, omdat
H6925
voor
H2136
Hem onschuld
H7912 H8728
in mij gevonden is
H638
; ook
H4430
heb ik, o koning
H6925
! tegen
H3809
u geen
H2248
misdaad
H5648 H8754
gedaan.
23
H116
[06:24] Toen
H2868 H0
werd
H4430
de koning
H5922
bij zichzelven
H7690
zeer
H2868 H8754
vrolijk
H560 H8754
, en zeide
H1841
, dat men Daniel
H4481
uit
H1358
den kuil
H5267 H8682
trekken zou
H1841
. Toen Daniel
H4481
uit
H1358
den kuil
H5267 H8717
opgetrokken was
H3809 H3606
, zo werd er geen
H2257
schade
H7912 H8728
aan hem gevonden
H426
, dewijl hij in zijn God
H540 H8684
geloofd had.