Ezekiel 12:7-16

DSV_Strongs(i)
  7 H6213 H8799 En ik deed H6680 H8795 alzo, gelijk als mij bevolen was H3318 H0 ; ik bracht H3627 mijn gereedschap H3318 H8689 uit H3119 bij dag H3627 , als het gereedschap H1473 dergenen, die vertrekken H6153 ; daarna in den avond H2864 H8804 doorgroef ik H7023 mij den wand H3027 met de hand H3318 H8689 ; ik bracht het uit H5939 in donker H5375 H8804 , [en] ik droeg H3802 het op den schouder H5869 voor hun ogen.
  8 H1242 En des morgens H1697 geschiedde het woord H3068 des HEEREN H559 H8800 tot mij, zeggende:
  9 H1121 H120 Mensenkind H1004 , heeft niet het huis H3478 Israels H4805 , het wederspannig H1004 huis H559 H8804 , tot u gezegd H6213 H8802 : Wat doet gij?
  10 H559 H8798 Zeg H559 H8804 tot hen: Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H4853 : Deze last H5387 is [tegen] den vorst H3389 te Jeruzalem H1004 , en het ganse huis H3478 Israels H8432 , dat in het midden van hen is.
  11 H559 H8798 Zeg H4159 : Ik ben ulieder wonderteken H6213 H8804 ; gelijk als ik gedaan heb H6213 H8735 , alzo zal hun gedaan worden H1473 ; zij zullen door wegvoering H7628 in de gevangenis H3212 H8799 heengaan.
  12 H5387 En de vorst H8432 , die in het midden H3802 van hen is, zal [het] [gereedschap] op den schouder H5375 H8799 dragen H5939 in donker H3318 H8799 , en hij zal uitgaan H7023 ; zij zullen door den wand H2864 H8799 graven H3318 H8687 , om [hem] daardoor uit te brengen H6440 ; hij zal zijn aangezicht H3680 H8762 bedekken H3282 , opdat H5869 hij met het oog H776 de aarde H7200 H8799 niet zie.
  13 H7568 Ik zal ook Mijn net H6566 H8804 over hem uitspreiden H4686 , dat hij in Mijn jachtgaren H8610 H8738 gegrepen worde H935 H8689 ; en Ik zal hem brengen H894 in Babylonie H776 , het land H3778 der Chaldeen H7200 H8799 ; ook zal hij dat niet zien H4191 H8799 , hoewel hij daar sterven zal.
  14 H5439 En allen, die rondom H5828 hem zijn [tot] zijn hulp H102 , en al zijn benden H7307 zal Ik in alle winden H2219 H8762 verstrooien H2719 ; en Ik zal het zwaard H310 achter H7324 H8686 hen uittrekken.
  15 H3045 H8804 Alzo zullen zij weten H3068 , dat Ik de HEERE H1471 ben, wanneer Ik hen onder de heidenen H6327 H8687 verspreiden H776 en hen in de landen H2219 H8765 verstrooien zal.
  16 H4557 Doch Ik zal van hen weinige H582 lieden H3498 H8689 doen overblijven H2719 van het zwaard H7458 , van den honger H1698 en van de pestilentie H8441 ; opdat zij al hun gruwelen H5608 H8762 vertellen H1471 onder de heidenen H935 H8804 , waarhenen zij komen zullen H3045 H8804 , en zij zullen weten H3068 , dat Ik de HEERE ben.