Genesis 3:8-10

DSV_Strongs(i)
  8 H8085 H8799 En zij hoorden H6963 de stem H3068 van den HEERE H430 God H1980 H8693 , wandelende H1588 in den hof H7307 , aan den wind H3117 des daags H2244 H8691 . Toen verborg zich H120 Adam H802 en zijn vrouw H4480 voor H6440 het aangezicht H3068 van den HEERE H430 God H8432 , in het midden H6086 van het geboomte H1588 des hofs.
  9 H3068 En de HEERE H430 God H7121 H8799 H413 riep H120 Adam H559 H8799 , en zeide H335 tot hem: Waar [zijt] gij?
  10 H559 H8799 En hij zeide H8085 H8804 : Ik hoorde H6963 Uw stem H1588 in den hof H3372 H8799 , en ik vreesde H3588 ; want H595 ik H5903 [ben] naakt H2244 H8735 ; daarom verborg ik mij.