DSV_Strongs(i)
2
H776
De aarde
H1961 H8804
nu was
H8414
woest
H922
en ledig
H2822
, en duisternis
H5921 H6440
[was] op
H8415
den afgrond
H7307
; en de Geest
H430
Gods
H7363 H8764
zweefde
H5921 H6440
op
H4325
de wateren.
3
H430
En God
H559 H8799
zeide
H1961 H8799
: Daar zij
H216
licht
H1961 H8799
! en daar werd
H216
licht.
4
H430
En God
H7200 H8799
zag
H853
het
H216
licht
H3588
, dat
H2896
het goed
H430
[was]; en God
H914 H8686
maakte scheiding
H996
tussen
H216
het licht
H996
en tussen
H2822
de duisternis.
5
H430
En God
H7121 H8799
noemde
H216
het licht
H3117
dag
H2822
, en de duisternis
H7121 H8804
noemde Hij
H3915
nacht
H1961 H0
. Toen was
H6153
het avond
H1961 H8799
geweest
H1961 H0
, en het was
H1242
morgen
H1961 H8799
geweest
H259
, de eerste
H3117
dag.
6
H430
En God
H559 H8799
zeide
H1961 H8799
: Daar zij
H7549
een uitspansel
H8432
in het midden
H4325
der wateren
H1961 H8799
; en dat make
H914 H8688
scheiding
H996
tussen
H4325
wateren
H4325
en wateren!
7
H430
En God
H6213 H8799
maakte
H7549
dat uitspansel
H914 H8686
, en maakte scheiding
H996
tussen
H4325
de wateren
H834
, die
H8478
onder
H7549
het uitspansel
H996
[zijn], en tussen
H4325
de wateren
H834
, die
H5921
boven
H7549
het uitspansel
H1961 H8799
[zijn]. En het was
H3651
alzo.
8
H430
En God
H7121 H8799
noemde
H7549
het uitspansel
H8064
hemel
H1961 H0
. Toen was
H6153
het avond
H1961 H8799
geweest
H1961 H0
, en het was
H1242
morgen
H1961 H8799
geweest
H8145
, de tweede
H3117
dag.
9
H430
En God
H559 H8799
zeide
H4325
: Dat de wateren
H8478
van onder
H8064
den hemel
H413
in
H259
een
H4725
plaats
H6960 H8735
vergaderd worden
H3004
, en dat het droge
H7200 H8735
gezien worde
H1961 H8799
! En het was
H3651
alzo.
10
H430
En God
H7121 H8799
noemde
H3004
het droge
H776
aarde
H4723
, en de vergadering
H4325
der wateren
H7121 H8804
noemde Hij
H3220
zeeen
H430
; en God
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H2896
het goed [was].
11
H430
En God
H559 H8799
zeide
H776
: Dat de aarde
H1876 H8686
uitschiete
H1877
grasscheutjes
H6212
, kruid
H2233 H2232 H8688
zaadzaaiende
H6529
, vruchtbaar
H6086
geboomte
H6213 H8802
, dragende
H6529
vrucht
H4327
naar zijn aard
H834
, welks
H2233
zaad
H5921
daarin zij op
H776
de aarde
H1961 H8799
! En het was
H3651
alzo.
12
H776
En de aarde
H3318 H8686
bracht voort
H1877
grasscheutjes
H6212
, kruid
H2233 H2232 H8688
zaadzaaiende
H4327
naar zijn aard
H6529 H6213 H8802
, en vruchtdragend
H6086
geboomte
H2233
, welks
H4327
zaad daarin was, naar zijn aard
H430
. En God
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H2896
het goed [was].
13
H1961 H0
Toen was
H6153
het avond
H1961 H8799
geweest
H1961 H0
, en het was
H1242
morgen
H1961 H8799
geweest
H7992
, de derde
H3117
dag.
14
H430
En God
H559 H8799
zeide
H3974
: Dat er lichten
H1961 H8799
zijn
H7549
in het uitspansel
H8064
des hemels
H914 H8687
, om scheiding te maken
H996
tussen
H3117
den dag
H996
en tussen
H3915
den nacht
H1961 H8799
; en dat zij zijn
H226
tot tekenen
H4150
en tot gezette tijden
H3117
, en tot dagen
H8141
en jaren!
15
H1961 H8799
En dat zij zijn
H3974
tot lichten
H7549
in het uitspansel
H8064
des hemels
H215 H8687
, om licht te geven
H5921
op
H776
de aarde
H1961 H8799
! En het was
H3651
alzo.
16
H430
God
H6213 H8799
dan maakte
H8147
die twee
H1419
grote
H3974
lichten
H1419
; dat grote
H3974
licht
H4475
tot heerschappij
H3117
des daags
H6996
, en dat kleine
H3974
licht
H4475
tot heerschappij
H3915
des nachts
H3556
; ook de sterren.
17
H430
En God
H5414 H8799
stelde
H853
ze
H7549
in het uitspansel
H8064
des hemels
H215 H8687
, om licht te geven
H5921
op
H776
de aarde.
18
H4910 H8800
En om te heersen
H3117
op den dag
H3915
, en in den nacht
H914 H8687
, en om scheiding te maken
H996
tussen
H216
het licht
H996
en tussen
H2822
de duisternis
H430
. En God
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H2896
het goed [was].
19
H1961 H0
Toen was
H6153
het avond
H1961 H8799
geweest
H1961 H0
, en het was
H1242
morgen
H1961 H8799
geweest
H7243
, de vierde
H3117
dag.
20
H430
En God
H559 H8799
zeide
H4325
: Dat de wateren
H8317 H8799
overvloediglijk voortbrengen
H8318
een gewemel
H2416
van levende
H5315
zielen
H5775
; en het gevogelte
H5774 H8787
vliege
H5921
boven
H776
de aarde
H5921 H6440
, in
H7549
het uitspansel
H8064
des hemels!
21
H430
En God
H1254 H8799
schiep
H1419
de grote
H8577
walvissen
H3605
, en alle
H2416
levende
H7430 H8802
wremelende
H5315
ziel
H834
, welke
H4325
de wateren
H8317 H8804
overvloediglijk voortbrachten
H4327
, naar haar aard
H3605
; en alle
H3671
gevleugeld
H5775
gevogelte
H4327
naar zijn aard
H430
. En God
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H2896
het goed [was].
22
H430
En God
H1288 H8762
zegende
H853
ze
H559 H8800
, zeggende
H6509 H8798
: Zijt vruchtbaar
H7235 H8798
, en vermenigvuldigt
H4390 H8798
, en vervult
H4325
de wateren
H3220
in de zeeen
H5775
; en het gevogelte
H7235 H8799
vermenigvuldige
H776
op de aarde!
23
H1961 H0
Toen was
H6153
het avond
H1961 H8799
geweest
H1961 H0
, en het was
H1242
morgen
H1961 H8799
geweest
H2549
, de vijfde
H3117
dag.
24
H430
En God
H559 H8799
zeide
H776
: De aarde
H3318 H0
brenge
H2416
levende
H5315
zielen
H3318 H8686
voort
H4327
, naar haar aard
H929
, vee
H7431
, en kruipend
H2416
, en wild gedierte
H776
der aarde
H4327
, naar zijn aard
H1961 H8799
! En het was
H3651
alzo.
25
H430
En God
H6213 H8799
maakte
H2416
het wild gedierte
H776
der aarde
H4327
naar zijn aard
H929
, en het vee
H4327
naar zijn aard
H3605
, en al
H7431
het kruipend gedierte
H127
des aardbodems
H4327
naar zijn aard
H430
. En God
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H2896
het goed [was].
26
H430
En God
H559 H8799
zeide
H6213 H0
: Laat Ons
H120
mensen
H6213 H8799
maken
H6754
, naar Ons beeld
H1823
, naar Onze gelijkenis
H7287 H8799
; en dat zij heerschappij hebben
H1710
over de vissen
H3220
der zee
H5775
, en over het gevogelte
H8064
des hemels
H929
, en over het vee
H3605
, en over de gehele
H776
aarde
H3605
, en over al
H7431
het kruipend gedierte
H5921
, dat op
H776
de aarde
H7430 H8802
kruipt.
27
H430
En God
H1254 H8799
schiep
H120
den mens
H6754
naar Zijn beeld
H6754
; naar het beeld
H430
van God
H1254 H8804
schiep Hij
H853
hem
H2145
; man
H5347
en vrouw
H1254 H8804
schiep Hij
H853
ze.
28
H430
En God
H1288 H8762
zegende
H853
hen
H430
, en God
H559 H8799
zeide
H6509 H8798
tot hen: Weest vruchtbaar
H7235 H8798
, en vermenigvuldigt
H4390 H8798
, en vervult
H776
de aarde
H3533 H8798
, en onderwerpt haar
H7287 H8798
, en hebt heerschappij
H1710
over de vissen
H3220
der zee
H5775
, en over het gevogelte
H8064
des hemels
H3605
, en over al
H2416
het gedierte
H5921
, dat op
H776
de aarde
H7430 H8802
kruipt!
29
H430
En God
H559 H8799
zeide
H2009
: Ziet
H3605
, Ik heb ulieden al
H2233 H2232 H8802
het zaadzaaiende
H6212
kruid
H5414 H8804
gegeven
H834
, dat
H5921 H6440
op
H3605
de ganse
H776
aarde
H853
[is], en
H3605
alle
H6086
geboomte
H834
, in hetwelk
H2233 H2232 H8802
zaadzaaiende
H6086 H6529
boomvrucht
H1961 H8799
is; het zij
H402
u tot spijze!
30
H3605
Maar aan al
H2416
het gedierte
H776
der aarde
H3605
, en aan al
H5775
het gevogelte
H8064
des hemels
H3605
, en aan al
H7430 H8802
het kruipende gedierte
H5921
op
H776
de aarde
H834
, waarin
H2416
een levende
H5315
ziel
H3605
[is], [heb] [Ik] al
H3418
het groene
H6212
kruid
H402
tot spijze
H1961 H8799
[gegeven]. En het was
H3651
alzo.