DSV_Strongs(i)
1
H5175
De slang
H1961 H8804
nu was
H6175
listiger
H4480
dan
H3605
al
H2416
het gedierte
H7704
des velds
H834
, hetwelk
H3068
de HEERE
H430
God
H6213 H8804
gemaakt had
H559 H8799
; en zij zeide
H413
tot
H802
de vrouw
H637
: Is het ook
H3588
, dat
H430
God
H559 H8804
gezegd heeft
H3808
: Gijlieden zult niet
H398 H8799
eten
H4480
van
H3605
allen
H6086
boom
H1588
dezes hofs?
2
H802
En de vrouw
H559 H8799
zeide
H413
tot
H5175
de slang
H4480
: Van
H6529
de vrucht
H6086
der bomen
H1588
dezes hofs
H398 H8799
zullen wij eten;
3
H4480
Maar van
H6529
de vrucht
H6086
des booms
H834
, die
H8432
in het midden
H1588
des hofs
H430
[is], heeft God
H559 H8804
gezegd
H4480
: Gij zult van
H3808
die niet
H398 H8799
eten
H3808
, noch
H5060 H8799
die aanroeren
H6435
, opdat gij niet
H4191 H8799
sterft.
4
H559 H8799
Toen zeide
H5175
de slang
H413
tot
H802
de vrouw
H4191 H8800
: Gijlieden zult den dood
H3808
niet
H4191 H8799
sterven;
5
H3588
Maar
H430
God
H3045 H8802
weet
H3588
, dat
H3117
, ten dage
H4480
als gij daarvan
H398 H8800
eet
H5869
, zo zullen uw ogen
H6491 H8738
geopend worden
H430
, en gij zult als God
H1961 H8804
wezen
H3045 H8802
, kennende
H2896
het goed
H7451
en het kwaad.
6
H802
En de vrouw
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H6086
die boom
H2896
goed
H3978
[was] tot spijze
H3588
, en dat
H1931
hij
H8378
een lust
H5869
[was] voor de ogen
H6086
, ja, een boom
H2530 H8737
, die begeerlijk was
H7919 H8687
om verstandig te maken
H3947 H8799
; en zij nam
H4480
van
H6529
zijn vrucht
H398 H8799
en at
H5414 H8799
; en zij gaf
H1571
ook
H376
haar man
H5973
met
H398 H8799
haar, en hij at.
7
H8147
Toen werden hun beider
H5869
ogen
H6491 H8735
geopend
H1992
, en zij
H3045 H8799
werden gewaar
H3588
, dat
H1992
zij
H5903
naakt
H8609 H0
[waren]; en zij hechtten
H8384 H5929
vijgeboombladeren
H8609 H8799
samen
H6213 H8799
, en maakten
H2290
zich schorten.
8
H8085 H8799
En zij hoorden
H6963
de stem
H3068
van den HEERE
H430
God
H1980 H8693
, wandelende
H1588
in den hof
H7307
, aan den wind
H3117
des daags
H2244 H8691
. Toen verborg zich
H120
Adam
H802
en zijn vrouw
H4480
voor
H6440
het aangezicht
H3068
van den HEERE
H430
God
H8432
, in het midden
H6086
van het geboomte
H1588
des hofs.
9
H3068
En de HEERE
H430
God
H7121 H8799 H413
riep
H120
Adam
H559 H8799
, en zeide
H335
tot hem: Waar [zijt] gij?
10
H559 H8799
En hij zeide
H8085 H8804
: Ik hoorde
H6963
Uw stem
H1588
in den hof
H3372 H8799
, en ik vreesde
H3588
; want
H595
ik
H5903
[ben] naakt
H2244 H8735
; daarom verborg ik mij.
11
H559 H8799
En Hij zeide
H4310
: Wie
H5046 H8689
heeft u te kennen gegeven
H3588
, dat
H859
gij
H5903
naakt
H398 H0
[zijt]? Hebt gij
H4480
van
H6086
dien boom
H398 H8804
gegeten
H834
, van welken
H6680 H8765
Ik u gebood
H4480
, dat gij daarvan
H1115
niet
H398 H8800
eten zoudt?
12
H559 H8799
Toen zeide
H120
Adam
H802
: De vrouw
H834
, die
H5978
Gij bij mij
H5414 H8804
gegeven hebt
H1931
, die
H4480
heeft mij van
H6086
dien boom
H5414 H8804
gegeven
H398 H8799
, en ik heb gegeten.
13
H3068
En de HEERE
H430
God
H559 H8799
zeide
H802
tot de vrouw
H4100
: Wat
H2063
[is] dit
H6213 H8804
, [dat] gij gedaan hebt
H802
? En de vrouw
H559 H8799
zeide
H5175
: De slang
H5377 H8689
heeft mij bedrogen
H398 H8799
, en ik heb gegeten.
14
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H430
God
H5175
tot die slang
H3588
: Dewijl
H859
gij
H2063
dit
H6213 H8804
gedaan hebt
H859
, zo zijt gij
H779 H8803
vervloekt
H4480
boven
H3605
al
H929
het vee
H4480
, en boven
H3605
al
H2416
het gedierte
H7704
des velds
H5921
! Op
H1512
uw buik
H3212 H8799
zult gij gaan
H6083
, en stof
H398 H8799
zult gij eten
H3605
, al
H3117
de dagen
H2416
uws levens.
15
H342
En Ik zal vijandschap
H7896 H8799
zetten
H996
tussen
H996
u en tussen
H802
deze vrouw
H996
, en tussen
H2233
uw zaad
H996
en tussen
H2233
haar zaad
H1931
; datzelve
H7218
zal u den kop
H7779 H8799
vermorzelen
H859
, en gij
H6119
zult het de verzenen
H7779 H8799
vermorzelen.
16
H413
Tot
H802
de vrouw
H559 H8804
zeide Hij
H7235 H8687
: Ik zal zeer
H7235 H8686
vermenigvuldigen
H6093
uw smart
H2032
, namelijk uwer dracht
H6089
; met smart
H1121
zult gij kinderen
H3205 H8799
baren
H413
; en tot
H376
uw man
H8669
[zal] uw begeerte
H1931
[zijn], en hij
H4910 H8799
zal over u heerschappij hebben.
17
H121
En tot Adam
H559 H8804
zeide Hij
H3588
: Dewijl
H8085 H8804
gij geluisterd hebt
H6963
naar de stem
H802
uwer vrouw
H4480
, en van
H6086
dien boom
H398 H8799
gegeten
H834
, waarvan
H6680 H8765
Ik u gebood
H559 H8800
, zeggende
H4480
: Gij zult daarvan
H3808
niet
H398 H8799
eten
H127
; zo zij het aardrijk
H5668
om uwentwil
H779 H8803
vervloekt
H6093
; en met smart
H398 H8799
zult gij daarvan eten
H3605
al
H3117
de dagen
H2416
uws levens.
18
H6975
Ook zal het u doornen
H1863
en distelen
H6779 H8686
voortbrengen
H6212
, en gij zult het kruid
H7704
des velds
H398 H8804
eten.
19
H2188
In het zweet
H639
uws aanschijns
H3899
zult gij brood
H398 H8799
eten
H5704
, totdat
H413
gij tot
H127
de aarde
H7725 H8800
wederkeert
H3588
, dewijl
H4480
gij daaruit
H3947 H8795
genomen zijt
H3588
; want
H859
gij
H6083
[zijt] stof
H413
, en gij zult tot
H6083
stof
H7725 H8799
wederkeren.
20
H7121 H8799
Voorts noemde
H120
Adam
H8034
den naam
H802
zijner vrouw
H2332
Heva
H3588
, omdat
H1931
zij
H517
een moeder
H3605
aller
H2416
levenden
H1961 H8804
is.
21
H3068
En de HEERE
H430
God
H6213 H8799
maakte
H120
voor Adam
H802
en zijn vrouw
H3801
rokken
H5785
van vellen
H3847 H8686
, en toog ze hun aan.
22
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H430
God
H2005
: Ziet
H120
, de mens
H1961 H8804
is geworden
H4480
als Onzer
H259
een
H3045 H8800
, kennende
H2896
het goed
H7451
en het kwaad
H6258
! Nu dan
H6435 H0
, dat
H3027
hij zijn hand
H6435
niet
H7971 H8799
uitsteke
H3947 H8804
, en neme
H1571
ook
H4480
van
H6086
den boom
H2416
des levens
H398 H8804
, en ete
H2425 H8804
, en leve
H5769
in eeuwigheid.
23
H7971 H8762
Zo verzond hem
H3068
de HEERE
H430
God
H4480
uit
H1588
den hof
H5731
van Eden
H127
, om den aardbodem
H5647 H8800
te bouwen
H834 H4480 H8033
, waaruit
H3947 H8795
hij genomen was.
24
H1644 H0
En Hij dreef
H120
den mens
H1644 H8762
uit
H7931 H8686
; en stelde
H3742
cherubim
H4480
tegen
H6924
het oosten
H1588
des hofs
H5731
van Eden
H3858
, en een vlammig lemmer
H2719
eens zwaards
H2015 H8693
, dat zich omkeerde
H8104 H8800
, om te bewaren
H1870
den weg
H6086
van den boom
H2416
des levens.