Genesis 7

DSV_Strongs(i)
  1 H559 H8799 Daarna zeide H3068 de HEERE H5146 tot Noach H935 H8798 : Ga H859 gij H3605 , en uw ganse H1004 huis H413 in H8392 de ark H3588 ; want H853 u H7200 H8804 heb Ik gezien H6662 rechtvaardig H6440 voor Mijn aangezicht H2088 in dit H1755 geslacht.
  2 H4480 Van H3605 alle H2889 rein H929 vee H3947 H8799 zult gij tot u nemen H7651 zeven H7651 [en] zeven H376 , het mannetje H802 en zijn wijfje H4480 ; maar van H929 het vee H834 , dat H3808 niet H2889 H1931 rein H1931 is H8147 , twee H376 , het mannetje H802 en zijn wijfje.
  3 H1571 Ook H4480 van H5775 het gevogelte H8064 des hemels H7651 zeven H7651 [en] zeven H2145 , het mannetje H5347 en het wijfje H2233 , om zaad H2421 H8763 levend te houden H5921 H6440 op H3605 de ganse H776 aarde.
  4 H3588 Want H5750 over nog H7651 zeven H3117 dagen H595 zal Ik H4305 H8688 doen regenen H5921 op H776 de aarde H705 veertig H3117 dagen H705 , en veertig H3915 nachten H4480 H5921 H6440 ; en Ik zal van H127 den aardbodem H4229 H8804 verdelgen H3605 al H3351 wat bestaat H834 , dat H6213 H8804 Ik gemaakt heb.
  5 H5146 En Noach H6213 H8799 deed H3605 , naar al H3068 wat de HEERE H6680 H8765 hem geboden had.
  6 H5146 Noach H8337 H3967 nu was zeshonderd H8141 jaren H1121 oud H3999 , als de vloed H4325 der wateren H5921 op H776 de aarde H1961 H8804 was.
  7 H935 H8799 Zo ging H5146 Noach H1121 , en zijn zonen H802 , en zijn huisvrouw H802 , en de vrouwen H1121 zijner zonen H854 met H413 hem in H8392 de ark H4480 H6440 , vanwege H4325 de wateren H3999 des vloeds.
  8 H4480 Van H2889 het reine H929 vee H4480 , en van H929 het vee H834 , dat H3808 niet H2889 rein H4480 [was], en van H5775 het gevogelte H3605 , en al H834 wat H5921 op H127 den aardbodem H7430 H8802 kruipt,
  9 H935 H8804 Kwamen H8147 er twee H8147 [en] twee H413 tot H5146 Noach H413 in H8392 de ark H2145 , het mannetje H5347 en het wijfje H834 , gelijk H430 als God H5146 Noach H6680 H8765 geboden had.
  10 H1961 H8799 En het geschiedde H7651 na die zeven H3117 dagen H4325 , dat de wateren H3999 des vloeds H5921 op H776 de aarde H1961 H8804 waren.
  11 H8141 In H8337 H3967 het zeshonderdste H8141 jaar H2416 des levens H5146 van Noach H8145 , in de tweede H2320 maand H7651 H6240 , op den zeventienden H3117 dag H2320 der maand H2088 , op dezen zelfden H3117 dag H3605 zijn alle H4599 fonteinen H7227 des groten H8415 afgronds H1234 H8738 opengebroken H699 , en de sluizen H8064 des hemels H6605 H8738 geopend.
  12 H1653 En een plasregen H1961 H8799 was H5921 op H776 de aarde H705 veertig H3117 dagen H705 en veertig H3915 nachten.
  13 H6106 H2088 Even op dienzelfden H3117 dag H935 H8804 ging H5146 Noach H8035 , en Sem H2526 , en Cham H3315 , en Jafeth H5146 , Noachs H1121 zonen H5146 , desgelijks ook Noachs H802 huisvrouw H7969 , en de drie H802 vrouwen H1121 zijner zonen H854 met H413 hem in H8392 de ark;
  14 H1992 Zij H3605 , en al H2416 het gedierte H4327 naar zijn aard H3605 , en al H929 het vee H4327 naar zijn aard H3605 , en al H7431 het kruipend gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H7430 H8802 kruipt H4327 , naar zijn aard H3605 , en al H5775 het gevogelte H4327 naar zijn aard H3605 , alle H6833 vogeltjes H3605 van allerlei H3671 vleugel.
  15 H4480 En van H3605 alle H1320 vlees H834 , waarin H7307 een geest H2416 des levens H935 H8799 [was], kwamen H8147 er twee H8147 [en] twee H413 tot H5146 Noach H413 in H8392 de ark.
  16 H935 H8802 En die er kwamen H935 H8804 , die kwamen H2145 mannetje H5347 en wijfje H4480 , van H3605 alle H1320 vlees H834 , gelijk als H853 hem H430 God H6680 H8765 bevolen had H3068 . En de HEERE H5462 H0 sloot H1157 achter H5462 H8799 hem toe.
  17 H3999 En die vloed H1961 H8799 was H705 veertig H3117 dagen H5921 op H776 de aarde H4325 , en de wateren H7235 H8799 vermeerderden H5375 H0 , en hieven H8392 de ark H5375 H8799 op H7311 H8799 , zodat zij oprees H4480 H5921 boven H776 de aarde.
  18 H4325 En de wateren H1396 H8799 namen de overhand H7235 H8799 , en vermeerderden H3966 zeer H5921 op H776 de aarde H8392 ; en de ark H3212 H8799 ging H5921 H6440 op H4325 de wateren.
  19 H4325 En de wateren H1396 H0 namen H3966 gans H3966 zeer H1396 H8804 de overhand H5921 op H776 de aarde H3605 , zodat alle H1364 hoge H2022 bergen H834 , die H8478 onder H3605 den gansen H8064 hemel H3680 H8792 [zijn], bedekt werden.
  20 H6240 H2568 Vijftien H520 ellen H4605 omhoog H1396 H0 namen H4325 de wateren H1396 H8804 de overhand H2022 , en de bergen H3680 H8792 werden bedekt.
  21 H3605 En alle H1320 vlees H5921 , dat zich op H776 de aarde H7430 H8802 roerde H1478 H8799 , gaf den geest H5775 , van het gevogelte H929 , en van het vee H2416 , en van het wild gedierte H3605 , en van al H8318 het kruipend gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H8317 H8802 kroop H3605 , en alle H120 mens.
  22 H3605 Al H834 wat H5397 een adem H7307 des geestes H2416 des levens H639 in zijn neusgaten H4480 [had], van H3605 alles H2724 wat op het droge H4191 H8804 was, is gestorven.
  23 H4229 H8735 Alzo werd verdelgd H3605 al H3351 wat bestond H834 , dat H5921 H6440 op H127 den aardbodem H4480 [was], van H120 den mens H5704 aan tot H929 het vee H5704 , tot H7431 het kruipend gedierte H5704 , en tot H5775 het gevogelte H8064 des hemels H4229 H8735 , en zij werden verdelgd H4480 van H776 de aarde H5146 ; doch Noach H389 alleen H7604 H8735 bleef over H834 , en wat H854 met hem H8392 in de ark [was].
  24 H4325 En de wateren H1396 H8799 hadden de overhand H5921 boven H776 de aarde H3967 , honderd H2572 en vijftig H3117 dagen.