Jeremiah 29:21-23

DSV_Strongs(i)
  21 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H256 , van Achab H1121 , zoon H6964 van Kolaja H6667 , en van Zedekia H1121 , zoon H4641 van Maaseja H8034 , die ulieden in Mijn Naam H8267 valselijk H5012 H8737 profeteren H5414 H8802 : Ziet, Ik zal hen geven H3027 in de hand H5019 van Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5869 , en hij zal ze voor uw ogen H5221 H8689 slaan.
  22 H7045 En van hen zal een vloek H3947 H8795 genomen worden H1546 bij al de gevankelijk weggevoerden H3063 van Juda H894 , die in Babel H559 H8800 zijn, dat men zegge H3068 : De HEERE H7760 H8799 stelle H6667 u als Zedekia H256 , en als Achab H4428 , die de koning H894 van Babel H784 aan het vuur H7033 H8804 braadde;
  23 H5039 Omdat zij een dwaasheid H6213 H8804 deden H3478 in Israel H5003 H8762 , en overspel H6213 H8804 bedreven H802 met de vrouwen H7453 hunner naasten H1696 H8762 , en spraken H1697 het woord H8267 valselijk H8034 in Mijn Naam H6680 H8765 , dat Ik hun niet geboden had H3045 H8802 ; en Ik ben Degene, Die het weet H5707 , en een getuige H5002 H8803 [daarvan], spreekt H3068 de HEERE.