Mark 7:3-9

DSV_Strongs(i)
  3 G1063 Want G5330 de Farizeen G2532 en G3956 al G2453 de Joden G2068 G5719 eten G3756 niet G3362 , tenzij G5495 dat zij [eerst] de handen G4435 dikmaals G3538 G5672 wassen G2902 G5723 , houdende G3862 de inzettingen G4245 der ouden.
  4 G2532 En G575 van G58 de markt G2068 G5719 [komende], eten zij G3756 niet G3362 , tenzij G907 G5672 dat zij [eerst] gewassen zijn G2532 . En G4183 vele G243 andere dingen G2076 G5748 zijn G3739 er, die G3880 G5627 zij aangenomen hebben G2902 G5721 te houden G909 , [als] [namelijk] de wassingen G4221 der drinkbekers G2532 , en G3582 kannen G2532 , en G5473 koperen vaten G2532 , en G2825 bedden.
  5 G1899 Daarna G1905 G5719 vraagden G846 Hem G5330 de Farizeen G2532 en G1122 de Schriftgeleerden G1302 : Waarom G4043 G5719 wandelen G4675 Uw G3101 discipelen G3756 niet G2596 naar G3862 de inzetting G4245 der ouden G235 , maar G2068 G5719 eten G740 het brood G449 met ongewassen G5495 handen?
  6 G1161 Maar G611 G5679 Hij antwoordde G2036 G5627 en zeide G846 tot hen G3754 : G2573 Wel G2268 heeft Jesaja G4012 , van G5216 u G5273 , geveinsden G4395 G5656 , geprofeteerd G5613 , gelijk G1125 G5769 geschreven is G3778 : Dit G2992 volk G5091 G5719 eert G3165 Mij G5491 met de lippen G1161 , maar G846 hun G2588 hart G568 G5719 houdt zich G4206 verre G575 van G1700 Mij.
  7 G1161 Doch G3155 tevergeefs G4576 G5736 eren zij G3165 Mij G1321 G5723 , lerende G1319 leringen G1778 , [die] geboden G444 [zijn] der mensen;
  8 G1063 Want G863 G5631 , nalatende G1785 het gebod G2316 Gods G2902 G5719 , houdt gij G3862 de inzettingen G444 der mensen G909 , [als] [namelijk] wassingen G3582 der kannen G2532 en G4221 drinkbekers G2532 ; en G243 andere G5108 dergelijke G3946 dingen G4160 G5719 doet gij G4183 vele.
  9 G2532 En G3004 G5707 Hij zeide G846 tot hen G114 G : Gij doet G2316 [zeker] Gods G1785 gebod G2573 wel G114 G5719 te niet G2443 , opdat G5216 gij uw G3862 inzettingen G5083 G5661 zoudt onderhouden.