DSV_Strongs(i)
5
H2623
Dat [Zijn] gunstgenoten
H5937 H8799
van vreugde opspringen
H3519
, om [die] eer
H7442 H8762
; dat zij juichen
H4904
op hun legers.
6
H7319
De verheffingen
H410
Gods
H1627
zullen in hun keel
H6374
zijn; en een tweesnijdend
H2719
zwaard
H3027
in hun hand;
7
H5360
Om wraak
H6213 H8800
te doen
H1471
over de heidenen
H8433
, [en] bestraffingen
H3816
over de volken;