DSV_Strongs(i) 6 H2428 [049:7] Aangaande degenen, die op hun goed H982 H8802 vertrouwen H7230 ; en op de veelheid H6239 huns rijkdoms H1984 H8691 roemen; 7 H376 [049:8] Niemand H251 van hen zal [zijn] broeder H6299 H8800 immermeer H6299 H8799 kunnen verlossen H430 ; hij zal Gode H3724 zijn rantsoen H5414 H8799 niet kunnen geven;