DSV_Strongs(i)
12
H559 H8799
En hij zeide
H859
tot hen: Gijlieden
H7218
zijt hoofden
H1
der vaderen
H3881
onder de Levieten
H6942 H8690
; heiligt u
H859
, gij
H251
en uw broeders
H727
, dat gij de ark
H3068
des HEEREN
H430
, des Gods
H3478
van Israel
H5927 H8689
, opbrengt
H413
, ter
H3559 H8689
[plaatse], [die] ik voor haar bereid heb.
13
H3588
Want
H859
omdat gijlieden
H7223
ten eerste
H3808
[dit] niet
H3068
[deedt], heeft de HEERE
H430
, onze God
H6555 H8804
, onder ons een scheur gedaan
H3588
, omdat
H3808
wij Hem niet
H1875 H8804
gezocht hebben
H4941
naar het recht.
14
H6942 H8691
Zo heiligden zich
H3548
dan de priesters
H3881
en Levieten
H727
, om de ark
H3068
des HEEREN
H430
, des Gods
H3478
van Israel
H5927 H8687
, op te brengen.
15
H1121
En de kinderen
H3881
der Levieten
H5375 H8799
droegen
H727
de ark
H430
Gods
H3802
op hun schouderen
H4133
, met de draagbomen
H5921
, die op
H834
hen waren, gelijk als
H4872
Mozes
H6680 H8765
geboden had
H1697
naar het woord
H3068
des HEEREN.
16
H1732
En David
H559 H8799
zeide
H8269
tot de oversten
H3881
der Levieten
H251
, dat zij hun broeders
H7891 H8789
, de zangers
H5975 H8687
, stellen zouden
H3627 H7892
met muziekinstrumenten
H5035
, met luiten
H3658
, en harpen
H4700
, en cimbalen
H8085 H8688
, dat zij zich zouden doen horen
H7311 H8687
, verheffende
H6963
de stem
H8057
met blijdschap.