1 Peter 2:9-12

DSV_Strongs(i)
  9 G1161 Maar G5210 gij G1588 zijt een uitverkoren G1085 geslacht G934 , een koninklijk G2406 priesterdom G40 , een heilig G1484 volk G1519 G4047 , een verkregen G2992 volk G3704 ; opdat G1804 G5661 gij zoudt verkondigen G703 de deugden G5209 Desgenen, Die u G1537 uit G4655 de duisternis G2564 G5660 geroepen heeft G1519 tot G846 Zijn G2298 wonderbaar G5457 licht;
  10 G3588 Gij, die G4218 eertijds G3756 geen G2992 volk G1161 waart, maar G3568 nu G2316 Gods G2992 volk G3588 zijt; die G3756 [eertijds] niet G1653 G5772 ontfermd waart G1161 , maar G3568 nu G1653 G5685 ontfermd zijt geworden.
  11 G27 Geliefden G3870 G5719 , ik vermaan G5613 [u] als G3941 inwoners G2532 en G3927 vreemdelingen G567 G5733 , dat gij u onthoudt van G4559 de vleselijke G1939 begeerlijkheden G3748 , welke G4754 G5731 krijg voeren G2596 tegen G5590 de ziel;
  12 G2192 G5723 En houdt G5216 uw G391 wandel G2570 eerlijk G1722 onder G1484 de heidenen G2443 ; opdat G1722 in G3739 hetgeen G2635 G zij kwalijk G5216 van u G2635 G5719 spreken G5613 , als G2555 van kwaaddoeners G1537 , zij uit G2570 de goede G2041 werken G2029 G5660 , die zij in [u] zien G2316 , God G1392 G5661 verheerlijken mogen G1722 in G2250 den dag G1984 der bezoeking.