Deuteronomy 12:2-3

DSV_Strongs(i)
  2 H6 H8763 Gij zult ganselijk H6 H8762 vernielen H4725 al de plaatsen H1471 , alwaar de volken H834 , die H3423 H8802 gij zult erven H430 , hun goden H5647 H8804 gediend hebben H7311 H8802 ; op de hoge H2022 bergen H1389 , en op de heuvelen H7488 , en onder allen groenen H6086 boom.
  3 H4196 En gij zult hun altaren H5422 H8765 afwerpen H4676 , en hun opgerichte beelden H7665 H8765 verbreken H842 , en hun bossen H784 met vuur H8313 H8799 verbranden H6456 , en de gesneden beelden H430 hunner goden H1438 H8762 nederhouwen H8034 ; en gij zult hun naam H6 H8765 te niet doen H4725 uit diezelve plaats.