DSV_Strongs(i)
13
H3051 H8798
Neemt
H2450
u wijze
H995 H8737
, en verstandige
H3045 H8803
, en ervarene
H582
mannen
H7626
, van uw stammen
H7218
, dat ik hen tot uw hoofden
H7760 H8799
stelle.
14
H6030 H8799
Toen antwoorddet gij
H559 H8799
mij, en zeidet
H1697
: Dit woord
H2896
is goed
H1696 H8765
, dat gij gesproken hebt
H6213 H8800
, om te doen.
15
H3947 H8799
Zo nam ik
H7218
de hoofden
H7626
uwer stammen
H2450
, wijze
H3045 H8803
en ervarene
H582
mannen
H5414 H8799
, en stelde
H7218
hen tot hoofden
H8269
over u, oversten
H505
van duizenden
H8269
, en oversten
H3967
van honderden
H8269
, en oversten
H2572
van vijftigen
H8269
, en oversten
H6235
van tienen
H7860 H8802
, en ambtlieden
H7626
voor uw stammen.
16
H6680 H8762
En ik gebood
H8199 H8802
uw rechters
H6256
ter zelfder tijd
H559 H8800
, zeggende
H8085 H8800
: Hoort
H251
[de] [verschillen] tussen uw broederen
H8199 H8804
, en richt
H6664
recht
H376
tussen den man
H251
en tussen zijn broeder
H1616
, en tussen deszelfs vreemdeling.
17
H6440
Gij zult het aangezicht
H4941
in het gericht
H5234 H8686
niet kennen
H6996
; gij zult den kleine
H1419
, zowel als den grote
H8085 H8799
, horen
H1481 H8799
; gij zult niet vrezen
H376
voor iemands
H6440
aangezicht
H4941
; want het gericht
H430
is Godes
H1697
; doch de zaak
H7185 H8799
, die voor u te zwaar zal zijn
H7126 H8686
, zult gij tot mij doen komen
H8085 H8804
, en ik zal ze horen.