DSV_Strongs(i)
18
H7200 H8799
En zij zagen
H853
hem
H4480
van
H7350
verre
H2962
; en eer
H413
hij tot
H7126 H8799
hen naderde
H5230 H0
, sloegen zij
H853
tegen
H5230 H8691
hem een listigen raad
H4191 H8687
, om hem te doden.
19
H559 H8799
En zij zeiden
H376
de een
H413
tot
H251
den ander
H2009
: Ziet
H935 H8802
, daar komt
H1976
die
H1167 H2472
meesterdromer aan!
20
H6258
Nu
H3212 H8798
komt
H2026 H8799
dan, en laat ons hem doodslaan
H259
, en hem in een
H953
dezer kuilen
H7993 H8686
werpen
H559 H8804
; en wij zullen zeggen
H7451
: een boos
H2416
dier
H398 H8804
heeft hem opgegeten
H7200 H8799
; zo zullen wij zien
H4100
, wat
H2472
van zijn dromen
H1961 H8799
worden zal.
21
H7205
Ruben
H8085 H8799
hoorde
H5337 H8686
dat, en verloste
H4480
hem uit
H3027
hun hand
H559 H8799
; en hij zeide
H3808
: Laat ons hem niet
H5315
aan het leven
H5221 H8686
slaan.
22
H559 H8799
Ook zeide
H7205
Ruben
H413
tot
H8210 H8799
hen: Vergiet
H408
geen
H1818
bloed
H7993 H8685
; werpt
H853
hem
H413
in
H2088
dezen
H953
kuil
H834
die
H4057
in de woestijn
H7971 H8799
is, en legt
H3027
de hand
H408
niet
H4616
aan hem; opdat
H853
hij hem
H4480
uit
H3027
hun hand
H5337 H8687
verloste
H413
, om hem tot
H1
zijn vader
H7725 H8687
weder te brengen.
23
H1961 H8799
En het geschiedde
H834
, als
H3130
Jozef
H413
tot
H251
zijn broederen
H935 H8804
kwam
H6584 H0
, zo togen zij
H3130
Jozef
H854
zijn
H3801
rok
H6584 H8686
uit
H6446
, den veelvervigen
H3801
rok
H834
, dien
H5921
hij aanhad.
24
H3947 H8799
En zij namen
H7993 H8686
hem, en wierpen
H853
hem
H953
in den kuil
H953
; doch de kuil
H7386
was ledig
H369
; er was geen
H4325
water in.
25
H3427 H8799
Daarna zaten zij neder
H3899
om brood
H398 H8800
te eten
H5375 H0
, en hieven
H5869
hun ogen
H5375 H8799
op
H7200 H8799
, en zagen
H2009
, en ziet
H736
, een reisgezelschap
H3459
van Ismaelieten
H935 H8802
kwam
H4480
uit
H1568
Gilead
H1581
; en hun kemelen
H5375 H8802
droegen
H5219
specerijen
H6875
en balsem
H3910
, en mirre
H1980 H8802
, reizende
H3381 H8687
, om dat af te brengen
H4714
naar Egypte.
26
H559 H8799
Toen zeide
H3063
Juda
H413
tot
H251
zijn broederen
H4100
: Wat
H1215
gewin
H3588
zal het zijn, dat
H251
wij onzen broeder
H2026 H8799
doodslaan
H1818
, en zijn bloed
H3680 H8765
verbergen?
27
H3212 H8798
Komt
H3459
, en laat ons hem aan deze Ismaelieten
H4376 H8799
verkopen
H3027
, en onze hand
H1961 H8799
zij
H408
niet
H3588
aan hem; want
H1931
hij
H251
is onze broeder
H1320
, ons vlees
H251
, en zijn broederen
H8085 H8799
hoorden [hem].
28
H4084
Als nu de Midianietische
H582 H5503 H8802
kooplieden
H5674 H8799
voorbijtogen
H4900 H8799
, zo trokken
H5927 H8686
en hieven zij
H3130
Jozef
H4480
op uit
H953
den kuil
H4376 H8799
, en verkochten
H3130
Jozef
H3459
aan deze Ismaelieten
H6242
voor twintig
H3701
zilverlingen
H935 H8686
; die brachten
H3130
Jozef
H4714
naar Egypte.
29
H7205
Als nu Ruben
H413
tot
H953
den kuil
H7725 H8799
wederkeerde
H2009
, ziet
H369 H0
, zo was
H3130
Jozef
H369
niet
H953
in den kuil
H7167 H8799
; toen scheurde hij
H899
zijn klederen.
30
H7725 H8799
En hij keerde weder
H413
tot
H251
zijn broederen
H559 H8799
, en zeide
H3206
: De jongeling
H369
is er niet
H589
; en ik
H575
, waar
H589
zal ik
H935 H8802
heengaan?