DSV_Strongs(i)
2
H430
En God
H559 H8799
sprak
H3478
tot Israel
H4759
in gezichten
H3915
des nachts
H559 H8799
, en zeide
H3290
: Jakob
H3290
, Jakob
H559 H8799
! En hij zeide
H2009
: Zie, [hier] ben ik!
3
H559 H8799
En Hij zeide
H595
: Ik
H410
ben die God
H1
, uws vaders
H430
God
H3372 H8799
; vrees
H408
niet
H4480
van
H3381 H8800
af te trekken
H4714
naar Egypte
H3588
; want
H8033
Ik zal u aldaar
H1419
tot een groot
H1471
volk
H7760 H8799
zetten.
4
H595
Ik
H5973
zal met
H3381 H8799
u aftrekken
H4714
naar Egypte
H595
en Ik
H5927 H8686
zal u doen [weder] optrekken
H1571
, mede
H5927 H8800
optrekkende
H3130
; en Jozef
H3027
zal zijn hand
H5921
op
H5869
uw ogen
H7896 H8799
leggen.
5
H6965 H0
Toen maakte zich
H3290
Jakob
H6965 H8799
op
H4480
van
H884
Ber-seba
H1121
; en de zonen
H3478
van Israel
H5375 H8799
voerden
H3290
Jakob
H1
, hun vader
H2945
, en hun kinderen
H802
, en hun vrouwen
H5699
, op de wagenen
H834
, die
H6547
Farao
H7971 H8804
gezonden had
H853
, om hem
H5375 H8800
te voeren.