DSV_Strongs(i)
12
H3068
Doch des HEEREN
H1697
woord
H3414
geschiedde tot Jeremia
H310
(nadat
H5030
de profeet
H2608
Hananja
H4133
het juk
H6677
van den hals
H5030
van den profeet
H3414
Jeremia
H7665 H8800
verbroken had
H559 H8800
), zeggende:
13
H1980 H8800
Ga henen
H559 H8804
en spreek
H2608
tot Hananja
H559 H8800
, zeggende
H559 H8804
: Zo zegt
H3068
de HEERE
H6086
: Houten
H4133
jukken
H7665 H8804
hebt gij verbroken
H1270
, nu zult gij in plaats van die, ijzeren
H4133
jukken
H6213 H8804
maken.
14
H559 H8804
Want zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H1270
: Ik heb een ijzeren
H5923
juk
H5414 H8804
gedaan
H6677
aan den hals
H1471
van al deze volken
H5019
, om Nebukadnezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H5647 H8800
, te dienen
H5647 H8804
, en zij zullen hem dienen
H2416
; ja, Ik heb hem ook het gedierte
H7704
des velds
H5414 H8804
gegeven.
15
H5030
En de profeet
H3414
Jeremia
H559 H8799
zeide
H5030
tot den profeet
H2608
Hananja
H8085 H8798
: Hoor
H2608
nu, Hananja
H3068
! de HEERE
H7971 H8804
heeft u niet gezonden
H5971
, maar gij hebt gemaakt, dat dit volk
H8267
op leugen
H982 H8689
vertrouwt.