Jeremiah 51:20-29

DSV_Strongs(i)
  20 H4661 Gij zijt Mij een voorhamer H3627 H4421 , [en] krijgswapenen H1471 ; en door u zal Ik volken H5310 H8765 in stukken slaan H4467 , en door u zal Ik koninkrijken H7843 H8689 verderven.
  21 H5310 H8765 En door u zal Ik in stukken slaan H5483 het paard H7392 H8802 en zijn ruiter H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H7393 den wagen H7392 H8802 en zijn ruiter.
  22 H5310 H8765 En door u zal Ik in stukken slaan H376 den man H802 en de vrouw H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H2205 den oude H5288 en den jonge H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H970 den jongeling H1330 en de jonkvrouw.
  23 H5310 H8765 En door u zal Ik in stukken slaan H7462 H8802 den herder H5739 en zijn kudde H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H406 den akkerman H6776 en zijn juk H5310 H8765 [ossen]; en door u zal Ik in stukken slaan H6346 landvoogden H5461 en overheden.
  24 H894 Maar Ik zal Babel H3427 H8802 en allen inwoneren H3778 van Chaldea H7999 H8765 vergelden H7451 al hun boosheid H6213 H8804 , die zij gedaan hebben H6726 aan Sion H5869 , voor ulieder ogen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  25 H4889 Ziet, Ik [wil] aan u, gij verdervende H2022 berg H5002 H8803 ! spreekt H3068 de HEERE H776 , gij, die de ganse aarde H7843 H8688 verderft H3027 , en Ik zal Mijn hand H5186 H8804 tegen u uitstrekken H5553 , en u van de steenrotsen H1556 H8773 afwentelen H5414 H8804 , en zal u stellen H2022 tot een berg H8316 des brands.
  26 H68 En zij zullen uit u geen steen H3947 H8799 nemen H6438 tot een hoek H68 , ook [geen] steen H4146 tot fondamenten H5769 ; want gij zult [tot] eeuwige H8077 woestheden H5002 H8803 zijn, spreekt H3068 de HEERE.
  27 H5375 H8798 Verheft H5251 de banier H776 in het land H8628 H8798 , blaast H7782 de bazuin H1471 onder de heidenen H6942 H8761 , heiligt H1471 de heidenen H8085 H8685 tegen haar, roept tegen haar bijeen H4467 de koninkrijken H780 van Ararat H4508 , Minni H813 en Askenaz H6485 H8798 ; bestelt H2951 een krijgsoverste H5927 H0 tegen haar, brengt H5483 paarden H5927 H8685 opwaarts H5569 , als ruige H3218 kevers!
  28 H6942 H8761 Heiligt H1471 tegen haar de heidenen H4428 , de koningen H4074 van Medie H6346 , haar landvoogden H5461 en al haar overheden H776 , ja, het ganse land H4475 harer heerschappij.
  29 H776 Dan zal het land H7493 H8799 beven H2342 H8799 en pijn lijden H3068 ; want elk een van des HEEREN H4284 gedachten H6965 H8804 staat vast H894 tegen Babel H894 , om Babels H776 land H7760 H8800 te stellen H8047 tot een verwoesting H3427 H8802 , dat er geen inwoner zij.