DSV_Strongs(i)
1
H6667
Zedekia
H259
was een
H6242
en twintig
H8141
jaren
H1121
oud
H4427 H8800
, als hij koning werd
H4427 H8804
, en hij regeerde
H259 H6240
elf
H8141
jaren
H3389
te Jeruzalem
H8034
; en de naam
H517
zijner moeder
H2537
was Hamutal
H1323
, een dochter
H3414
van Jeremia
H3841
, van Libna.
2
H6213 H8799
En hij deed
H7451
, dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H3079
, naar alles, wat Jojakim
H6213 H8804
gedaan had.
3
H5921
Want het geschiedde, om
H639
den toorn
H3068
des HEEREN
H3389
tegen Jeruzalem
H3063
en Juda
H6440
, totdat Hij hen van Zijn aangezicht
H7993 H8687
weggeworpen had
H6667
; en Zedekia
H4775 H8799
rebelleerde
H4428
tegen den koning
H894
van Babel.
4
H8671
En het geschiedde in het negende
H8141
jaar
H4427 H8800
zijner regering
H6224
, in de tiende
H2320
maand
H6218
, op den tienden
H2320
der maand
H5019
, [dat] Nebukadrezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H935 H8804
, kwam
H3389
tegen Jeruzalem
H2428
, hij en zijn ganse heir
H2583 H8799
, en zij legerden zich
H1129 H8799
tegen haar, en zij bouwden
H1785
tegen haar sterkten
H5439
rondom.
5
H935 H8799
Alzo kwam
H5892
de stad
H4692
in belegering
H6249 H6240
, tot in het elfde
H8141
jaar
H4428
van den koning
H6667
Zedekia.
6
H7243
In de vierde
H2320
maand
H8672
, op den negenden
H2320
der maand
H7458
, als de honger
H5892
in de stad
H2388 H8799
sterk werd
H5971
, en het volk
H776
des lands
H3899
geen brood had;
7
H5892
Toen werd de stad
H1234 H8735
doorgebroken
H582 H4421
, en al de krijgslieden
H1272 H8799
vloden
H3318 H8799
, en trokken uit
H3915
des nachts
H5892
, uit de stad
H1870
, door den weg
H8179
der poort
H2346
tussen de twee muren
H4428
, die aan des konings
H1588
hof
H3778
waren (de Chaldeen
H5892
nu waren tegen de stad
H5439
rondom
H3212 H8799
), en zij togen
H1870
[door] den weg
H6160
des vlakken velds.
8
H2428
Doch het heir
H3778
der Chaldeen
H7291 H8799
jaagde
H4428
den koning
H310
na
H5381 H8686
, en zij achterhaalden
H6667
Zedekia
H6160
in de vlakke velden
H3405
van Jericho
H2428
; en al zijn heir
H6327 H8738
werd van bij hem verstrooid.
9
H8610 H8799
Zij dan grepen
H4428
den koning
H5927 H8686
, en voerden hem opwaarts
H4428
tot den koning
H894
van Babel
H7247
naar Ribla
H776
, in het land
H2574
van Hamath
H1696 H8762
; die sprak
H4941
oordelen tegen hem.
10
H4428
En de koning
H894
van Babel
H7819 H8799
slachtte
H1121
de zonen
H6667
van Zedekia
H5869
voor zijn ogen
H7819 H8804
; en hij slachtte
H8269
ook al de vorsten
H3063
van Juda
H7247
te Ribla.
11
H5786 H8765
En hij verblindde
H5869
de ogen
H6667
van Zedekia
H631 H8799
, en hij bond
H5178
hem met twee koperen ketenen
H935 H8686
; alzo bracht
H4428
hem de koning
H894
van Babel
H894
naar Babel
H5414 H8799
, en stelde
H1004 H6486
hem in het gevangenhuis
H3117
, tot den dag
H4194
zijns doods toe.
12
H2549
Daarna, in de vijfde
H2320
maand
H6218
, op den tienden
H2320
der maand
H8672 H6240 H8141
(dit jaar was het negentiende
H8141
jaar
H4428
van den koning
H5019
Nebukadrezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H5018
), als Nebuzaradan
H7227
, de overste
H2876
der trawanten
H6440
, die voor het aangezicht
H4428
des konings
H894
van Babel
H5975 H8804
stond
H3389
, te Jeruzalem
H935 H8804
gekomen was;
13
H8313 H8799
Zo verbrandde hij
H1004
het huis
H3068
des HEEREN
H1004
en het huis
H4428
des konings
H1004
; mitsgaders alle huizen
H3389
van Jeruzalem
H1004
en alle huizen
H1419
der groten
H8313 H8804
verbrandde hij
H784
met vuur.
14
H2428
En het ganse heir
H3778
der Chaldeen
H7227
, dat met den overste
H2876
der trawanten
H5422 H0
was, brak
H2346
alle muren
H3389
van Jeruzalem
H5439
rondom
H5422 H8804
af.
15
H1803
Van de armsten
H5971
nu des volks
H3499
en het overige
H5971
des volks
H5892
, die in de stad
H7604 H8737
overgelaten waren
H5307 H8802
, en de afvalligen
H4428
, die tot den koning
H894
van Babel
H5307 H8804
gevallen waren
H3499
, en het overige
H527
der menigte
H1540 H0
, voerde
H5018
Nebuzaradan
H7227
, de overste
H2876
der trawanten
H1540 H8689
, gevankelijk weg.
16
H1803
Maar van de armsten
H776
des lands
H7604 H0
liet
H5018
Nebuzaradan
H7227
, de overste
H2876
der trawanten
H7604 H8689
, [enigen] over
H3755
tot wijngaardeniers
H3009 H8802
en tot akkerlieden.
17
H7665 H8765
Verder braken
H3778
de Chaldeen
H5178
de koperen
H5982
pilaren
H1004
, die in het huis
H3068
des HEEREN
H4350
waren, en de stellingen
H5178
, en de koperen
H3220
zee
H1004
, die in het huis
H3068
des HEEREN
H5375 H8799
was; en zij voerden
H5178
al het koper
H894
daarvan naar Babel.
18
H3947 H8804
Ook namen zij
H5518
de potten
H3257
en de schoffelen
H4212
, en de gaffelen
H4219
, en de sprengbekkens
H3709
, en de rookschalen
H5178
, en al de koperen
H3627
vaten
H8334 H8762
, waar men den dienst mede deed.
19
H7227
En de overste
H2876
der trawanten
H3947 H8804
nam weg
H5592
de schalen
H4289
, en de wierookvaten
H4219
, en de sprengbekkens
H5518
, en de potten
H4501
, en de kandelaars
H3709
, en de rookschalen
H4518
, en de kroezen
H2091
; wat geheel
H2091
goud
H3701
, en wat geheel
H3701
zilver was.
20
H8147
De twee
H5982
pilaren
H259
, de ene
H3220
zee
H8147 H6240
, en de twaalf
H5178
koperen
H1241
runderen
H4350
, die in de plaats der stellingen
H4428
waren, die de koning
H8010
Salomo
H1004
voor het huis
H3068
des HEEREN
H6213 H8804
gemaakt had
H5178
; het koper
H3627
daarvan, [te] [weten] van al deze vaten
H4948
, was zonder gewicht.
21
H5982
Aangaande de pilaren
H8083 H6240
, achttien
H520
ellen
H6967
was de hoogte
H259
eens
H5982
pilaars
H2339
, en een draad
H8147 H6240
van twaalf
H520
ellen
H5437 H8799
omving
H5672
hem; en zijn dikte
H702
was vier
H676
vingeren
H5014 H8803
, [en] hij was hol.
22
H3805
En het kapiteel
H5178
daarop was koper
H6967
, en de hoogte
H259
des enen
H3805
kapiteels
H2568
was vijf
H520
ellen
H7639
, en een net
H7416
, en granaatappelen
H3805
op het kapiteel
H5439
rondom
H5178
, alles koper
H8145
; en dezen gelijk had de andere
H5982
pilaar
H7416
, met granaatappelen.
23
H7416
En de granaatappelen
H8337
waren zes
H8673
en negentig
H7307
, [gezet] naar den wind
H7416
; alle granaatappelen
H3967
waren honderd
H7639
, over het net
H5439
rondom.
24
H3947 H8799
Ook nam
H7227
de overste
H2876
der trawanten
H8304
Seraja
H7218 H3548
, den hoofdpriester
H6846
, en Zefanja
H4932
, den tweeden
H3548
priester
H7969
, en de drie
H8104 H8802 H5592
dorpelbewaarders.
25
H5892
En uit de stad
H3947 H8804
nam hij
H259
een
H5631
hoveling
H582 H4421
, die over de krijgslieden
H6496
gesteld was
H7651
, en zeven
H582
mannen
H4428
uit degenen, die des konings
H6440
aangezicht
H7200 H8802
zagen
H5892
, die in de stad
H4672 H8738
gevonden werden
H8269
, mitsgaders den oversten
H5608 H8802
schrijver
H6635
des heirs
H5971
, die het volk
H776
des lands
H6633 H8688
ten oorlog opschreef
H8346
, en zestig
H376
mannen
H5971
van het volk
H776
des lands
H8432
, die in het midden
H5892
der stad
H4672 H8737
gevonden werden.
26
H5018
Als Nebuzaradan
H7227
, de overste
H2876
der trawanten
H3947 H8799
, dezen genomen had
H3212 H8686
, zo bracht hij
H4428
hen tot den koning
H894
van Babel
H7247
naar Ribla.
27
H4428
En de koning
H894
van Babel
H5221 H8686
sloeg
H4191 H8686
hen en doodde
H7247
hen te Ribla
H127
, in het land
H2574
van Hamath
H3063
. Alzo werd Juda
H776
uit zijn land
H1540 H8799
gevankelijk weggevoerd.
28
H5971
Dit is het volk
H5019
, dat Nebukadrezar
H1540 H8689
gevankelijk heeft weggevoerd
H7651
; in het zevende
H8141
jaar
H7969
, drie
H505
duizend
H7969
drie
H6242
en twintig
H3064
Joden;
29
H8083 H6240
In het achttiende
H8141
jaar
H5019
van Nebukadrezar
H8083 H3967
, [voerde] [hij] [gevankelijk] [weg] achthonderd
H8147
twee
H7970
en dertig
H5315
zielen
H3389
uit Jeruzalem;
30
H7969
In het drie
H6242
en twintigste
H8141
jaar
H5019
van Nebukadrezar
H1540 H0
voerde
H5018
Nebuzaradan
H7227
, de overste
H2876
der trawanten
H1540 H8689
, gevankelijk weg
H3064
van de Joden
H7651 H3967
zevenhonderd
H2568
vijf
H705
en veertig
H5315
zielen
H5315
. Alle zielen
H702
zijn vier
H505
duizend
H8337 H3967
en zeshonderd.
31
H7651
Het geschiedde daarna, in het zeven
H7970
en dertigste
H8141
jaar
H1546
der gevankelijke wegvoering
H3078
van Jojachin
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H8147 H6240
, in de twaalfde
H2320
maand
H2568
, op den vijf
H6242
en twintigsten
H2320
der maand
H192
, dat Evilmerodach
H4428
, de koning
H894
van Babel
H8141
, in het [eerste] jaar
H4438
zijns koninkrijks
H7218
, het hoofd
H3078
van Jojachin
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H5375 H8804
, verhief
H1004 H3628
, en hem uit het gevangenhuis
H3318 H8686
uitbracht.
32
H1696 H8762
En hij sprak
H2896
vriendelijk
H5414 H8799
met hem, en stelde
H3678
zijn stoel
H4605
boven
H3678
den stoel
H4428
der koningen
H894
, die bij hem te Babel waren.