Jeremiah 52

DSV_Strongs(i)
  1 H6667 Zedekia H259 was een H6242 en twintig H8141 jaren H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H259 H6240 elf H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H2537 was Hamutal H1323 , een dochter H3414 van Jeremia H3841 , van Libna.
  2 H6213 H8799 En hij deed H7451 , dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3079 , naar alles, wat Jojakim H6213 H8804 gedaan had.
  3 H5921 Want het geschiedde, om H639 den toorn H3068 des HEEREN H3389 tegen Jeruzalem H3063 en Juda H6440 , totdat Hij hen van Zijn aangezicht H7993 H8687 weggeworpen had H6667 ; en Zedekia H4775 H8799 rebelleerde H4428 tegen den koning H894 van Babel.
  4 H8671 En het geschiedde in het negende H8141 jaar H4427 H8800 zijner regering H6224 , in de tiende H2320 maand H6218 , op den tienden H2320 der maand H5019 , [dat] Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H935 H8804 , kwam H3389 tegen Jeruzalem H2428 , hij en zijn ganse heir H2583 H8799 , en zij legerden zich H1129 H8799 tegen haar, en zij bouwden H1785 tegen haar sterkten H5439 rondom.
  5 H935 H8799 Alzo kwam H5892 de stad H4692 in belegering H6249 H6240 , tot in het elfde H8141 jaar H4428 van den koning H6667 Zedekia.
  6 H7243 In de vierde H2320 maand H8672 , op den negenden H2320 der maand H7458 , als de honger H5892 in de stad H2388 H8799 sterk werd H5971 , en het volk H776 des lands H3899 geen brood had;
  7 H5892 Toen werd de stad H1234 H8735 doorgebroken H582 H4421 , en al de krijgslieden H1272 H8799 vloden H3318 H8799 , en trokken uit H3915 des nachts H5892 , uit de stad H1870 , door den weg H8179 der poort H2346 tussen de twee muren H4428 , die aan des konings H1588 hof H3778 waren (de Chaldeen H5892 nu waren tegen de stad H5439 rondom H3212 H8799 ), en zij togen H1870 [door] den weg H6160 des vlakken velds.
  8 H2428 Doch het heir H3778 der Chaldeen H7291 H8799 jaagde H4428 den koning H310 na H5381 H8686 , en zij achterhaalden H6667 Zedekia H6160 in de vlakke velden H3405 van Jericho H2428 ; en al zijn heir H6327 H8738 werd van bij hem verstrooid.
  9 H8610 H8799 Zij dan grepen H4428 den koning H5927 H8686 , en voerden hem opwaarts H4428 tot den koning H894 van Babel H7247 naar Ribla H776 , in het land H2574 van Hamath H1696 H8762 ; die sprak H4941 oordelen tegen hem.
  10 H4428 En de koning H894 van Babel H7819 H8799 slachtte H1121 de zonen H6667 van Zedekia H5869 voor zijn ogen H7819 H8804 ; en hij slachtte H8269 ook al de vorsten H3063 van Juda H7247 te Ribla.
  11 H5786 H8765 En hij verblindde H5869 de ogen H6667 van Zedekia H631 H8799 , en hij bond H5178 hem met twee koperen ketenen H935 H8686 ; alzo bracht H4428 hem de koning H894 van Babel H894 naar Babel H5414 H8799 , en stelde H1004 H6486 hem in het gevangenhuis H3117 , tot den dag H4194 zijns doods toe.
  12 H2549 Daarna, in de vijfde H2320 maand H6218 , op den tienden H2320 der maand H8672 H6240 H8141 (dit jaar was het negentiende H8141 jaar H4428 van den koning H5019 Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H5018 ), als Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H6440 , die voor het aangezicht H4428 des konings H894 van Babel H5975 H8804 stond H3389 , te Jeruzalem H935 H8804 gekomen was;
  13 H8313 H8799 Zo verbrandde hij H1004 het huis H3068 des HEEREN H1004 en het huis H4428 des konings H1004 ; mitsgaders alle huizen H3389 van Jeruzalem H1004 en alle huizen H1419 der groten H8313 H8804 verbrandde hij H784 met vuur.
  14 H2428 En het ganse heir H3778 der Chaldeen H7227 , dat met den overste H2876 der trawanten H5422 H0 was, brak H2346 alle muren H3389 van Jeruzalem H5439 rondom H5422 H8804 af.
  15 H1803 Van de armsten H5971 nu des volks H3499 en het overige H5971 des volks H5892 , die in de stad H7604 H8737 overgelaten waren H5307 H8802 , en de afvalligen H4428 , die tot den koning H894 van Babel H5307 H8804 gevallen waren H3499 , en het overige H527 der menigte H1540 H0 , voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk weg.
  16 H1803 Maar van de armsten H776 des lands H7604 H0 liet H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H7604 H8689 , [enigen] over H3755 tot wijngaardeniers H3009 H8802 en tot akkerlieden.
  17 H7665 H8765 Verder braken H3778 de Chaldeen H5178 de koperen H5982 pilaren H1004 , die in het huis H3068 des HEEREN H4350 waren, en de stellingen H5178 , en de koperen H3220 zee H1004 , die in het huis H3068 des HEEREN H5375 H8799 was; en zij voerden H5178 al het koper H894 daarvan naar Babel.
  18 H3947 H8804 Ook namen zij H5518 de potten H3257 en de schoffelen H4212 , en de gaffelen H4219 , en de sprengbekkens H3709 , en de rookschalen H5178 , en al de koperen H3627 vaten H8334 H8762 , waar men den dienst mede deed.
  19 H7227 En de overste H2876 der trawanten H3947 H8804 nam weg H5592 de schalen H4289 , en de wierookvaten H4219 , en de sprengbekkens H5518 , en de potten H4501 , en de kandelaars H3709 , en de rookschalen H4518 , en de kroezen H2091 ; wat geheel H2091 goud H3701 , en wat geheel H3701 zilver was.
  20 H8147 De twee H5982 pilaren H259 , de ene H3220 zee H8147 H6240 , en de twaalf H5178 koperen H1241 runderen H4350 , die in de plaats der stellingen H4428 waren, die de koning H8010 Salomo H1004 voor het huis H3068 des HEEREN H6213 H8804 gemaakt had H5178 ; het koper H3627 daarvan, [te] [weten] van al deze vaten H4948 , was zonder gewicht.
  21 H5982 Aangaande de pilaren H8083 H6240 , achttien H520 ellen H6967 was de hoogte H259 eens H5982 pilaars H2339 , en een draad H8147 H6240 van twaalf H520 ellen H5437 H8799 omving H5672 hem; en zijn dikte H702 was vier H676 vingeren H5014 H8803 , [en] hij was hol.
  22 H3805 En het kapiteel H5178 daarop was koper H6967 , en de hoogte H259 des enen H3805 kapiteels H2568 was vijf H520 ellen H7639 , en een net H7416 , en granaatappelen H3805 op het kapiteel H5439 rondom H5178 , alles koper H8145 ; en dezen gelijk had de andere H5982 pilaar H7416 , met granaatappelen.
  23 H7416 En de granaatappelen H8337 waren zes H8673 en negentig H7307 , [gezet] naar den wind H7416 ; alle granaatappelen H3967 waren honderd H7639 , over het net H5439 rondom.
  24 H3947 H8799 Ook nam H7227 de overste H2876 der trawanten H8304 Seraja H7218 H3548 , den hoofdpriester H6846 , en Zefanja H4932 , den tweeden H3548 priester H7969 , en de drie H8104 H8802 H5592 dorpelbewaarders.
  25 H5892 En uit de stad H3947 H8804 nam hij H259 een H5631 hoveling H582 H4421 , die over de krijgslieden H6496 gesteld was H7651 , en zeven H582 mannen H4428 uit degenen, die des konings H6440 aangezicht H7200 H8802 zagen H5892 , die in de stad H4672 H8738 gevonden werden H8269 , mitsgaders den oversten H5608 H8802 schrijver H6635 des heirs H5971 , die het volk H776 des lands H6633 H8688 ten oorlog opschreef H8346 , en zestig H376 mannen H5971 van het volk H776 des lands H8432 , die in het midden H5892 der stad H4672 H8737 gevonden werden.
  26 H5018 Als Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H3947 H8799 , dezen genomen had H3212 H8686 , zo bracht hij H4428 hen tot den koning H894 van Babel H7247 naar Ribla.
  27 H4428 En de koning H894 van Babel H5221 H8686 sloeg H4191 H8686 hen en doodde H7247 hen te Ribla H127 , in het land H2574 van Hamath H3063 . Alzo werd Juda H776 uit zijn land H1540 H8799 gevankelijk weggevoerd.
  28 H5971 Dit is het volk H5019 , dat Nebukadrezar H1540 H8689 gevankelijk heeft weggevoerd H7651 ; in het zevende H8141 jaar H7969 , drie H505 duizend H7969 drie H6242 en twintig H3064 Joden;
  29 H8083 H6240 In het achttiende H8141 jaar H5019 van Nebukadrezar H8083 H3967 , [voerde] [hij] [gevankelijk] [weg] achthonderd H8147 twee H7970 en dertig H5315 zielen H3389 uit Jeruzalem;
  30 H7969 In het drie H6242 en twintigste H8141 jaar H5019 van Nebukadrezar H1540 H0 voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk weg H3064 van de Joden H7651 H3967 zevenhonderd H2568 vijf H705 en veertig H5315 zielen H5315 . Alle zielen H702 zijn vier H505 duizend H8337 H3967 en zeshonderd.
  31 H7651 Het geschiedde daarna, in het zeven H7970 en dertigste H8141 jaar H1546 der gevankelijke wegvoering H3078 van Jojachin H4428 , den koning H3063 van Juda H8147 H6240 , in de twaalfde H2320 maand H2568 , op den vijf H6242 en twintigsten H2320 der maand H192 , dat Evilmerodach H4428 , de koning H894 van Babel H8141 , in het [eerste] jaar H4438 zijns koninkrijks H7218 , het hoofd H3078 van Jojachin H4428 , den koning H3063 van Juda H5375 H8804 , verhief H1004 H3628 , en hem uit het gevangenhuis H3318 H8686 uitbracht.
  32 H1696 H8762 En hij sprak H2896 vriendelijk H5414 H8799 met hem, en stelde H3678 zijn stoel H4605 boven H3678 den stoel H4428 der koningen H894 , die bij hem te Babel waren.
  33 H8138 H8765 En hij veranderde H899 de klederen H3608 zijner gevangenis H398 H8804 ; en hij at H8548 geduriglijk H3899 brood H6440 voor zijn aangezicht H3117 , al de dagen H2416 zijns levens.
  34 H737 En aangaande zijn tering H8548 , een gedurige H737 tering H4428 werd hem van den koning H894 van Babel H5414 H8738 gegeven H3117 , elk dagelijks H1697 bestemde deel H3117 op zijn dag H3117 , tot op den dag H4194 zijns doods H3117 , al de dagen H2416 zijns levens.