Judges 3:1-4

DSV_Strongs(i)
  1 H428 Dit H1471 nu zijn de heidenen H834 , die H3068 de HEERE H3240 H8689 liet blijven H3478 , om door hen Israel H5254 H8763 te verzoeken H3605 , allen H834 , die H3808 niet H3045 H8804 wisten H3605 van al H4421 de krijgen H3667 van Kanaan;
  2 H7535 Alleenlijk H4616 , opdat H1755 de geslachten H1121 der kinderen H3478 Israels H3045 H8800 [die] wisten H4421 , opdat Hij hun den krijg H3925 H8763 leerde H7535 , tenminste H834 dengenen, die H6440 daar te voren H3808 niet H3045 H8804 van wisten.
  3 H2568 Vijf H5633 vorsten H6430 der Filistijnen H3605 , en al H3669 de Kanaanieten H6722 , en de Sidoniers H2340 , en de Hevieten H3427 H8802 , wonende H2022 in het gebergte H3844 van den Libanon H4480 , van H2022 den berg H1179 Baal-hermon H5704 , tot H935 H8800 daar men komt H2574 te Hamath.
  4 H1961 H8799 Dezen dan waren H3478 , om Israel H5254 H8763 door hen te verzoeken H3045 H8800 , opdat men wiste H4687 , of zij de geboden H3068 des HEEREN H8085 H8799 zouden horen H834 , die H1 Hij hun vaderen H3027 door de hand H4872 van Mozes H6680 H8765 geboden had.