DSV_Strongs(i)
1
H2091
[Aleph]. Hoe is het goud
H6004 H8714
[zo] verdonkerd
H2896
, het goede
H3800
fijne goud
H8132 H8799
[zo] veranderd
H68
! [Hoe] zijn de stenen
H6944
des heiligdoms
H7218
vooraan
H2351
op alle straten
H8210 H8691
verworpen!
2
H3368
[Beth]. De kostelijke
H1121
kinderen
H6726
Sions
H6337
, tegen fijn goud
H5537 H8794
geschat
H2803 H8738
, hoe zijn zij [nu] gelijk gerekend
H2789
aan de aarden
H5035
flessen
H4639
, het werk
H3027
van de handen
H3335 H8802
eens pottenbakkers!
3
H2502 H0
[Gimel]. Zelfs laten
H8577
de zeekalveren
H7699
de borsten
H2502 H8804
neder
H3243 H8689
, zij zogen
H1482
hun welpen
H1323
; [maar] de dochter
H5971
mijns volks
H393
is als een wrede
H3283
geworden, gelijk de struisen
H4057
in de woestijn.
4
H3956
[Daleth]. De tong
H3243 H8802
van het zoogkind
H1692 H8804
kleeft
H2441
aan zijn gehemelte
H6772
van dorst
H5768
; de kinderkens
H7592 H8804
eisen
H3899
brood
H6566 H8802
, er is niemand, die [het] hun mededeelt.
5
H4574
[He]. Die lekkernijen
H398 H8802
aten
H8074 H8738
, versmachten
H2351
[nu] op de straten
H8438
; die in karmozijn
H539 H8803
opgetrokken zijn
H2263 H8765
, omhelzen
H830
den drek.
6
H5771
[Vau]. En de ongerechtigheid
H1323
der dochter
H5971
mijns volks
H1431 H8799
is groter
H2403
dan de zonden
H5467
van Sodom
H7281
, dat als in een ogenblik
H2015 H8803
omgekeerd werd
H3027
, en geen handen
H2342 H8804
hadden arbeid over haar.
7
H5139
[Zain]. Haar bijzondersten
H2141 H8804
waren reiner
H7950
dan de sneeuw
H6705 H8804
, zij waren witter
H2461
dan melk
H119 H8804
; zij waren roder
H6106
van lichaam
H6443
dan robijnen
H1508
, gladder
H5601
dan een saffier.