Leviticus 13:16-59

DSV_Strongs(i)
  16 H2416 Of als dat levende H1320 vlees H7725 H8799 verkeert H3836 , en in wit H2015 H8738 veranderd zal worden H3548 , zo zal hij tot den priester H935 H8804 komen.
  17 H3548 Als de priester H7200 H8804 hem bezien zal hebben H5061 , dat, ziet, de plaag H3836 in wit H2015 H8738 veranderd is H3548 , zo zal de priester H5061 hem, die de plaag H2891 H8765 heeft, rein verklaren H2889 ; hij is rein.
  18 H1320 Het vlees H3588 ook, als H5785 in deszelfs vel H7822 een zweer H7495 H8738 zal geweest zijn, zo het genezen is;
  19 H4725 En in de plaats H7822 van die zweer H3836 een wit H7613 gezwel H3836 , of een witte H125 roodachtige H934 blaar H3548 worden zal, zo zal het aan den priester H7200 H8738 vertoond worden.
  20 H3548 Indien de priester H7200 H8804 merken zal H4758 , dat, ziet, haar aanzien H8217 lager H5785 is dan het vel H8181 , en derzelver haar H3836 in wit H2015 H8804 veranderd is H3548 , zo zal de priester H2930 H8765 hem onrein verklaren H5061 ; het is de plaag H6883 der melaatsheid H7822 , zij is door de zweer H6524 H8804 uitgebot.
  21 H3548 Wanneer nu de priester H7200 H8799 die bezien zal hebben H3836 , dat, ziet, geen wit H8181 haar H8217 daaraan is, en die niet lager H5785 dan het vel H3544 , maar ingetrokken H3548 is, zo zal de priester H7651 hem zeven H3117 dagen H5462 H8689 opsluiten.
  22 H6581 H8800 Zo zij daarna gans H5785 in het vel H6581 H8799 uitgespreid zal zijn H3548 , zo zal de priester H2930 H8765 hem onrein verklaren H5061 ; het is de plaag.
  23 H934 Maar indien de blaar H5975 H8799 in haar plaats zal staande blijven H6581 H8804 , niet uitgespreid zijnde H6867 , het is de roof H7822 van die zweer H3548 , zo zal de priester H2891 H8765 hem rein verklaren;
  24 H5785 Of wanneer in het vel H1320 des vleses H784 een vurige H4348 brand H4241 zal geweest zijn, en het gezonde H4348 van dien brand H3836 een witte H125 roodachtige H3836 of witte H934 blaar is;
  25 H3548 En de priester H7200 H8804 die gezien zal hebben H8181 , dat, ziet, het haar H934 op de blaar H3836 in wit H2015 H8738 veranderd is H4758 , en haar aanzien H6013 dieper H5785 is dan het vel H6883 ; het is melaatsheid H4348 , door den brand H6524 H8804 is zij uitgebot H3548 ; daarom zal hem de priester H2930 H8765 onrein verklaren H5061 ; het is de plaag H6883 der melaatsheid.
  26 H3548 Maar indien de priester H7200 H8799 die merken zal H934 , dat, ziet, op de blaar H3836 geen wit H8181 haar H8217 is, en zij niet lager H5785 dan het vel H3544 , maar ingetrokken H3548 is, zo zal de priester H7651 hem zeven H3117 dagen H5462 H8689 opsluiten.
  27 H3548 Daarna zal de priester H7637 hem op den zevenden H3117 dag H7200 H8804 bezien H6581 H8800 ; indien zij gans H6581 H8799 uitgespreid is H5785 in het vel H3548 , zo zal de priester H2930 H8765 hem onrein verklaren H5061 ; het is de plaag H6883 der melaatsheid.
  28 H934 Maar indien de blaar H5975 H8799 in haar plaats staande zal blijven H5785 , noch in het vel H6581 H8804 uitgespreid H3544 , maar ingetrokken zal zijn H7613 , het is een gezwel H4348 van den brand H3548 ; daarom zal de priester H2891 H8765 hem rein verklaren H6867 , want het is de roof H4348 van den brand.
  29 H376 Verder, als in een man H802 of vrouw H5061 een plaag H7218 zal zijn in het hoofd H2206 , of in den baard;
  30 H3548 En de priester H5061 de plaag H7200 H8804 zal bezien hebben H4758 , dat, ziet, haar aanzien H6013 dieper H5785 is dan het vel H6669 , en geelachtig H1851 dun H8181 haar H3548 daarop is, zo zal de priester H2930 H8765 hem onrein verklaren H5424 ; het is schurftheid H6883 , het is melaatsheid H7218 van het hoofd H2206 of van den baard.
  31 H3548 Maar als de priester H5061 de plaag H5424 der schurftheid H7200 H8799 zal bezien hebben H4758 , dat, ziet, haar aanzien H6013 niet dieper H5785 is dan het vel H7838 , en geen zwart H8181 haar H3548 daarop is, zo zal de priester H5061 hem, die de plaag H5424 der schurftheid H7651 heeft, zeven H3117 dagen H5462 H8689 doen opsluiten.
  32 H3548 Daarna zal de priester H5061 die plaag H7637 op den zevenden H3117 dag H7200 H8804 bezien H5424 ; indien, ziet, de schurftheid H6581 H8804 niet uitgespreid H6669 , en daarop geen geelachtig H8181 haar H4758 is, noch het aanzien H5424 der schurftheid H6013 dieper H5785 dan het vel is;
  33 H1548 H8694 Zo zal hij zich scheren laten H5424 ; maar de schurftheid H1548 H8762 zal hij niet scheren H3548 ; en de priester H5424 zal hem, die de schurftheid H8145 heeft, andermaal H7651 zeven H3117 dagen H5462 H8689 doen opsluiten.
  34 H3548 Daarna zal de priester H5424 die schurftheid H7637 op den zevenden H3117 dag H7200 H8804 bezien H5424 ; indien, ziet, de schurftheid H5785 in het vel H6581 H8804 niet uitgespreid is H4758 , en haar aanzien H6013 niet dieper H5785 is dan het vel H3548 , zo zal de priester H2891 H8765 hem rein verklaren H899 ; en hij zal zijn klederen H3526 H8765 wassen H2891 H8804 , en rein zijn.
  35 H5424 Maar indien de schurftheid H5785 in het vel H6581 H8800 gans H6581 H8799 uitgespreid is H310 , na H2893 zijn reiniging;
  36 H3548 En de priester H7200 H8804 hem zal bezien hebben H5424 , dat, ziet, de schurftheid H5785 in het vel H6581 H8804 uitgespreid is H3548 , de priester H6669 zal naar het geelachtig H8181 haar H1239 H8762 niet zoeken H2931 ; hij is onrein.
  37 H5424 Maar indien die schurftheid H5869 , naar dat hij zien kan H5975 H8804 , is staande gebleven H7838 , en zwart H8181 haar H6779 H8804 daarop gewassen is H5424 , die schurftheid H7495 H8738 is genezen H2889 , hij is rein H3548 ; daarom zal de priester H2891 H8765 hem rein verklaren.
  38 H376 Verder als een man H802 , of vrouw H5785 , aan het vel H1320 van hun vlees H934 blaren H3836 zullen hebben, witte H934 blaren;
  39 H3548 En de priester H7200 H8804 zal gemerkt hebben H3544 , dat, ziet, ingetrokken H3836 witte H934 blaren H5785 in het vel H1320 van hun vlees H933 zijn; het is een witte puist H5785 in het vel H6524 H8804 uitgebot H2889 , hij is rein.
  40 H3588 En als H376 een man H7218 zijn hoofdhaar H4803 H8735 zal uitgevallen zijn H7142 , hij is kaal H2889 , hij is rein.
  41 H6285 En zo van de zijde H6440 zijns aangezichts H4803 H0 het haar H7218 van zijn hoofd H4803 H8735 zal uitgevallen zijn H1371 , hij is bles H2889 , hij is rein.
  42 H7146 Maar zo in de kaalheid H1372 , of in de blesse H3836 , een witte H125 roodachtige H5061 plaag H6883 is, dat is melaatsheid H6524 H8802 , uitbottende H7146 in zijn kaalheid H1372 , of in zijn blesse.
  43 H3548 Als de priester H7200 H8804 hem zal bezien hebben H7613 , dat, ziet, het gezwel H5061 van die plaag H7146 in zijn kaalheid H1372 , of blesse H3836 , wit H125 roodachtig H4758 is, gelijk het aanzien H6883 der melaatsheid H5785 van het vel H1320 des vleses;
  44 H376 Die man H6879 H8803 is melaats H2931 , hij is onrein H3548 ; de priester H2930 H8763 zal hem ganselijk H2930 H8762 onrein verklaren H5061 , zijn plaag H7218 is op zijn hoofd.
  45 H899 Voorts zullen de klederen H6879 H8803 des melaatsen H5061 , in wien die plaag H6533 H8803 is, gescheurd zijn H7218 , en zijn hoofd H6544 H8803 zal ontbloot zijn H8222 , en hij zal de bovenste lip H5844 H8799 bewimpelen H7121 H8799 ; daartoe zal hij roepen H2931 : Onrein H2931 , onrein!
  46 H3117 Al de dagen H5061 , in welke deze plaag H2930 H8799 aan hem zal zijn, zal hij onrein zijn H2931 ; onrein H910 is hij, hij zal alleen H3427 H8799 wonen H2351 ; buiten H4264 het leger H4186 zal zijn woning wezen.
  47 H899 Verder als aan een kleed H5061 de plaag H6883 der melaatsheid H6785 zal zijn, aan een wollen H899 kleed H6593 , of aan een linnen H899 kleed,
  48 H8359 Of aan den scheerdraad H6154 , of aan den inslag H6593 van linnen H6785 , of van wol H5785 , of aan vel H4399 H5785 , of aan enig vellenwerk;
  49 H5061 En die plaag H899 aan het kleed H5785 , of aan het vel H176 , of H8359 aan den scheerdraad H6154 , of aan den inslag H3627 H5785 , of aan enig vellentuig H3422 , groenachtig H125 of roodachtig H5061 is; het is de plaag H6883 der melaatsheid H3548 ; daarom zal zij den priester H7200 H8717 vertoond worden.
  50 H3548 En de priester H5061 zal de plaag H7200 H8804 bezien H5061 ; en hij zal hetgeen de plaag H7651 heeft, zeven H3117 dagen H5462 H8689 doen opsluiten.
  51 H7637 Daarna zal hij op den zevenden H3117 dag H5061 de plaag H7200 H8804 bezien H5061 ; zo de plaag H6581 H8804 uitgespreid is H899 aan het kleed H8359 , of aan den scheerdraad H6154 , of aan den inslag H5785 , of aan het vel H4399 , tot wat werk H5785 dat vel H6213 H8735 zou mogen gemaakt zijn H5061 , die plaag H3992 H8688 is een knagende H6883 melaatsheid H2931 , het is onrein.
  52 H899 Daarom zal hij dat kleed H8359 , of die werpte H6154 , of dien inslag H6785 van wol H6593 , of van linnen H3627 H5785 , of alle vellentuig H5061 , waarin die plaag H8313 H8804 zal zijn, verbranden H3992 H8688 ; want het is een knagende H6883 melaatsheid H784 ; het zal met vuur H8313 H8735 verbrand worden.
  53 H3548 Doch indien de priester H7200 H8799 zal zien H5061 , dat, ziet, de plaag H899 aan het kleed H176 , of H8359 aan den scheerdraad H176 , of H6154 aan den inslag H176 , of H3627 H5785 aan enig vellentuig H6581 H8804 niet uitgespreid is;
  54 H3548 Zo zal de priester H6680 H8765 gebieden H5061 , dat men hetgeen, waaraan die plaag H3526 H8765 is, wasse H8145 , en hij zal dat andermaal H7651 zeven H3117 dagen H5462 H8689 doen opsluiten.
  55 H3548 Als de priester H310 , nadat H3526 H8718 het gewassen is H5061 , de plaag H7200 H8804 zal bezien hebben H5061 , dat, ziet, de plaag H5869 haar gedaante H2015 H8804 niet veranderd heeft H5061 , en de plaag H6581 H8804 niet uitgespreid is H2931 , het is onrein H784 , gij zult het met vuur H8313 H8799 verbranden H6356 ; het is een ingraving H7146 aan zijn achterste H1372 of aan zijn voorste zijde.
  56 H3548 Indien nu de priester H7200 H8804 merken zal H5061 , dat, ziet, die plaag H310 , nadat H3526 H8718 zij zal gewassen zijn H3544 , ingetrokken is H899 ; dan zal hij ze van het kleed H5785 , of van het vel H8359 , of van den scheerdraad H6154 , of van den inslag H7167 H8804 afscheuren.
  57 H5750 Maar zo zij nog H899 aan het kleed H8359 , of aan den scheerdraad H6154 , of aan den inslag H3627 H5785 , of aan enig vellentuig H7200 H8735 , gezien wordt H6524 H8802 , het is uitbottende H5061 [melaatsheid]; gij zult hetgeen, waaraan de plaag H784 is, met vuur H8313 H8799 verbranden.
  58 H899 Maar het kleed H8359 , of de werpte H6154 , of de inslag H3627 H5785 , of alle vellentuig H3526 H8762 , dat gij gewassen zult hebben H5061 , als de plaag H5493 H8804 daarvan geweken zal zijn H8145 , dat zal andermaal H3526 H8795 gewassen worden H2891 H8804 , en het zal rein zijn.
  59 H8451 Dit is de wet H5061 van de plaag H6883 der melaatsheid H6785 , van een wollen H6593 of linnen H899 kleed H8359 , of een werpte H6154 , of een inslag H3627 H5785 , of alle vellentuig H2891 H8763 , om dat rein te verklaren H2930 H8763 , of onrein te verklaren.